Een aantal weken geleden sprak ik met Esther, een Somalische vrouw die in Rotterdam woont. Toen ik haar sprak, vertelde ze me dat ze de week daarvoor haar vader had gebeld. De telefoon ging over, er werd opgenomen. Maar nadat Esther haar naam noemde, werd meteen de hoorn weer op de haak gelegd. Haar eigen vader wilde niet met haar spreken. Esthers vader is moslim en hij kan het niet accepteren dat zijn dochter christen is geworden. Hij zei het ook letterlijk: Je bent mijn dochter niet meer. Stel je voor dat jouw vader niet meer met je wil spreken omdat je christen bent.

Esther ervaart nog dagelijks dat het volgen van Jezus consequenties met zich meebrengt. Met een gebroken stem vertelt ze me dat ze niet voor bruiloften en verjaardagen in de familie wordt uitgenodigd vanwege haar christen-zijn. Dit doet haar veel verdriet. Ze heeft het al vaak uitgeschreeuwd naar God: Waarom word ik door mijn familie genegeerd? En waarom doet mijn vader zo tegen me?

Geen spijt

Ondanks de pijn die het christen-zijn met zich meebrengt, heeft Esther er geen spijt van dat ze haar moslimgeloof vaarwel heeft gezegd. Ze zegt: ,,Als ik nu sterf, weet ik dat ik naar Jezus ga. De moeite die ik nu ervaar, staat niet in verhouding tot de vrede die ik heb ontvangen door het leven met Jezus Christus."

Esther vertrouwt me heel eerlijk toe dat ze vaak best jaloers is op Nederlandse christenen die uit christelijke gezinnen komen. Christenen die hun geloof kunnen delen met hun ouders, broers en zussen.

In vrijheid

Ik hoop dat je na het horen van het verhaal van Esther, beseft dat het eigenlijk helemaal niet zo vanzelfsprekend is dat je uit een christelijk gezin komt. Dat je in vrijheid je geloof kunt belijden, zonder dat iemand je een strobreed in de weg legt. Het is iets om dankbaar voor te zijn. Dank God er ook voor. Want voor je het weet, ga je iets wat bijzonder is normaal vinden.

En vergeet vooral ook niet om te bidden voor Esther en andere ex-moslims die vaak alleen maar kunnen dromen van een christelijke familie.


Richard Groenenboom is als journalist werkzaam bij SDOK (Stichting de Ondergrondse kerk)