Voorzichtiger door sociale media

IMG_7247.jpg

Nelleke van den Berg (18) uit Woudenberg merkt dat Nederlandse leeftijdsgenoten ook nauwelijks over geloofszaken durven praten. „Dat komt denk ik door sociale media. Daar hebben mensen een heel sterke mening, en oordelen snel. Waarschijnlijk zijn jongeren zich er daarom nu bewuster van dat wat ze zeggen een negatieve reactie kan oproepen. En dat maakt ze voorzichtiger.”

De verpleegkundige in opleiding probeert zelf wel open te praten over de belangrijkste zaken van het leven. „Natuurlijk zijn daden heel belangrijk, maar daden kunnen niet zonder woorden, net als woorden niet zonder daden kunnen. In een gesprek kun je duidelijk vertellen waarom je bepaalde dingen wel doet, of niet.”

Tijdens een stage in een Belgisch ziekenhuis had Nelleke weleens gesprekken met roomse-katholieke collega’s. „Ze vroegen bijvoorbeeld hoe ik dacht over de verhouding tussen Jezus en Maria. Ik probeerde er wel wat over te zeggen, maar ik ontdekte eigenlijk dat ik er heel weinig vanaf wist.”

Geloofsgesprekken met anderen zijn zinvol, ervaart de student. „In gesprekken met vriendinnen en familieleden kom je erachter dat je eigenlijk heel weinig weet. En dat zorgt ervoor dat je op zoek gaat naar wat de Bijbel precies ergens over zegt.”

Met onkerkelijke mensen over de Bijbel praten, heeft Nelleke eigenlijk nog nooit gedaan. „Dat zou wel moeten. Er zijn zo veel mensen die niet weten Wie hun Schepper is, of die dat niet willen weten. Het is mooi dat er door kerken veel aan evangelisatie wordt gedaan, maar eigenlijk heeft iedere christen de verantwoordelijkheid om het Evangelie te delen. Dat vind ik zelf dus wel lastig. Ik neem me regelmatig voor om het te doen, maar als puntje bij paaltje komt, vind ik het toch moeilijk.”

 

Een Bijbelse opdracht

Schermafbeelding 2021-09-06 om 08.54.59.jpg

Jo-Ann de Kruif (21) heeft regelmatig gesprekken over het geloof, ook weleens met onkerkelijke mensen. „Ik praat er niet met iedereen die ik tegenkom over, hoor. Het is iets heiligs, dus je moet een gepast moment afwachten. Tegelijk voel ik de plicht om anderen te vertellen dat ze op weg zijn naar de eeuwigheid. En dat het ware geluk, de enige troost alleen te verkrijgen is als je Christus leert kennen.”

De inwoonster van Capelle aan den IJssel voelt zich naar eigen zeggen niet zo vrij in het spreken over geloofszaken. „Maar als je weet dat Gods Geest in je woont, dan mag je er ook op vertrouwen en om bidden dat Hij licht en kracht geeft om aan anderen iets van Hem te laten zien.”

De verzorgende-IG bij Lelie Zorggroep in Rotterdam vindt het „onzin” dat je alleen met je daden zou kunnen getuigen. „Met woorden getuigen is een Bijbelse opdracht. 1 Timotheüs 6:12 is een soort rode draad in mijn leven: „Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.” Daarin roept Paulus op om als een pelgrim te leven, maar ook om te getuigen waaróm je als een pelgrim wilt leven.”

Dat jongeren niet over geloofszaken durven te spreken, komt volgens Jo-Ann onder andere doordat de zonde tegenwoordig volop uitgeleefd en gepromoot wordt. „Het kwaad wordt verheerlijkt, waardoor er een taboe is om over het goede te spreken. Verder denk ik dat het ook komt doordat in veel christelijke gezinnen nauwelijks geestelijke gesprekken worden gevoerd. Dan leer je ook niet om erover te praten. En veel jongeren hebben ook weinig kennis. Daarom is mijn advies: lees veel in de Bijbel en bid of de Heere je echte wijsheid wil geven. Dan kun je er niet over zwijgen, ook niet tegenover onkerkelijken.”

 

Lastige gesprekken met ouderen

20210512152609_IMG_1852_2 (3).JPG

Marlies Spanjer (24) werkt sinds deze week als onderwijsassistente op de Rehobothschool in Barendrecht. Hiervoor werkte ze onder andere voor Agathos als hulp in de huishouding, bij oudere mensen. Daar kwam het weleens tot gesprekken over het geloof. „Ze vroegen me bijvoorbeeld waarom ik een rok droeg. Dat legde ik uit, en daarna probeerde ik hun vragen te stellen. De meesten vertelden dan dat ze vroeger wel naar de kerk gingen, maar dat ze daar afscheid van genomen hadden. Het hoefde voor hen niet meer. Aangrijpend vond ik dat, omdat je weet dat die ouderen dicht bij de eeuwigheid zijn. Je voelde de deur dichtgaan; verder praten hierover wilden ze niet. Wat kun je dan doen? Voor ze bidden. Dat heb ik als heel bevrijdend ervaren; dat je die mensen voor de Heere mag neerleggen. Hij doet wat Hij wil, voor Hem zijn ze niet onbereikbaar.”

Met onkerkelijke leeftijdsgenoten spreekt de inwoner van Capelle aan den IJssel eigenlijk nooit over geloofszaken. „Ik heb ook weinig contact met onchristelijke jongeren. Het is wel steeds mijn voornemen om te zorgen dat ik zulke mensen ontmoet en met ze in gesprek ga, want je hebt als christen de taak om het Evangelie met anderen te delen. Maar tot nog toe is het bij een voornemen gebleven.”

Dat veel christelijke jongeren het lastig vinden om met onkerkelijken over het geloof te praten, komt volgens Marlies doordat er in de maatschappij steeds minder draagvlak is voor de Bijbelse boodschap. „Je bent bang voor weerstand en onbegrip. Tegen het Evangelie is natuurlijk altijd verzet geweest, maar honderd jaar geleden was je in Nederland geen uitzondering als je vanuit de Bijbel leefde. Dat is nu anders. Maar dat zou juist een reden moeten zijn om de waarheid nu volop uit te dragen. Ons land heeft dat nodig.”