Die dag hoorde Hoessein de boodschap dat Jezus voor zijn zonden was gestorven en een relatie met hem wilde. Hij begon te begrijpen dat Jezus over liefde en medeleven, genade en hoop sprak, niet over regels en voorschriften.

Deze boodschap van medeleven veroorzaakte een diepe worsteling in zijn binnenste. Een deel van hem zei: Ik ben een drugsdealer. Drugsdealers zijn slecht. Dus ik ben slecht. Natuurlijk haat God mij.

Maar de man op televisie zei het tegenovergestelde. ‘God houdt van je, of je nou een ambassadeur of een drugsverslaafde bent. Jij betekent veel voor hem. En Hij wil je een beter leven geven.’

Deze woorden en de eenvoudige boodschap van het Evangelie drongen door tot het verharde hart en de gedachten van Hoessein. Hij gaf die dag zijn leven aan Jezus en dat leven veranderde van hopeloos naar hoopvol, van verloren naar gered, van dood naar leven. Zijn verlangen naar drugs ebde weg. Zijn liefde voor anderen werd sterker.

‘Afvallige’ zoon

In Iran zorgde die verandering ervoor dat sommige mensen hem wilden doden en alle hoop die hij in Jezus vond de nek om wilden draaien. Zijn islamitische vader keerde zich tegen hem en gaf hem aan bij de autoriteiten, in de hoop dat zijn ‘afvallige’ zoon zou worden gearresteerd. De reactie van zijn vader onderstreepte hoezeer hij de beslissing van Hoessein om Jezus te volgen veroordeelde. ‘Ik hoop dat ze je ophangen [voor afvalligheid]’, zei zijn vader. ‘En als ze dat doen, zal ik degene zijn die het touw om je nek legt.’

Hoessein werd inderdaad gearresteerd. Uit eerbetoon voor Hoesseins vader, voor zijn militaire inzet in de oorlog tussen Iran en Irak, besloot de rechter Hoessein echter niet te laten executeren. In plaats daarvan werd hij in een gevangenis gegooid waar het de bewakers vrij stond om hun eigen recht te laten gelden.

Hoessein wilde voor Jezus staan; ze braken een van zijn benen.

Hoessein wilde God grootmaken met muziek; ze braken al zijn vingers.

Hoessein wilde zich buigen voor Christus; ze haalden zijn rug open met veertig zweepslagen.

En toen werd Hoessein vrijgelaten.

Hij werd van de middelbare school gestuurd en kreeg niet de kans om verder te leren en naar de universiteit te gaan. Al zijn schoolresultaten werden gewist, alsof ze aan de wereld duidelijk wilden maken: deze persoon heeft nooit bestaan.

Vertrouwen

Maar Hoessein bestond wel en deze pijnlijke tijd had zijn geloof op de proef gesteld en hem geleerd om nog intenser voor God te leven dan voor de vervolging begon. In plaats van te vertrouwen op menselijke relaties om in leven te blijven stelde Hoessein zijn vertrouwen op God, Die hem door middel van het Evangelie naar Johannes het volgende vertelde: ‘Verwonder u niet, mijn broeders, als de wereld u haat.’ (1 Joh. 3:13)

Hoessein, die eenvoudigweg had gereageerd op de boodschap van hoop in die televisie-uitzending, leerde al snel dat God wil dat Zijn kinderen Hem op de eerste plaats zetten, in de wetenschap dat onze liefde voor Hem op zijn beurt onze liefde voor anderen opwekt.

In de tijd dat Hoessein in de gevangenis zat, groeide zijn liefde. Met elk offer dat van hem werd geëist –zijn been, zijn vingers, zijn rug, zijn toekomst– bleef hij God eren en anderen over Hem vertellen. Ondanks zijn lijden schreef Hoessein aan enkele andere christenen: ‘Geen van deze straffen maakte me overstuur, behalve dat ik nu geen muziek meer voor de Heere kan maken.’

Zijn liefde voor Jezus en zijn bereidheid om te vergeven werden nog het duidelijkst zichtbaar toen Hoessein het Evangelie uitlegde aan de bewaker die de leiding had over zijn martelingen. De bewaker was diep geraakt, gaf Hoessein zijn visitekaartje en vroeg de tiener om later contact met hem op te nemen, zodat hij meer te weten kon komen. Wat een invloed hebben we wanneer we op God en Zijn Geest vertrouwen om ons te helpen onze geloofsoffers te brengen en de liefde van Christus uit te stralen naar de mensen om ons heen.

Uit: I am n Verhalenboek.www.i-am-n.nl


Verhalenboek I am n

I am n herinnert ons eraan dat iedere christen ‘n’ is, of ن – de Arabische letter die door extremistische moslims wordt gebruikt om nasrani, volgelingen van Jezus van Nazareth, aan te duiden. Waar we ook leven, we zijn verbonden met hen die vervolgd worden. Dus ontmoet hen. Ontmoet hun gezinnen. Lees hun verhalen. En laten ze je geloof verdiepen in een God Die de moed geeft om te schijnen in een donkere, lijdende wereld.

In het I am n verhalenboek staan 48 waargebeurde, recente verhalen van christenvervolging in de islamitische wereld. Ieder verhaal bevat verwijzingen naar passende bijbelgedeelten en sluit af met een praktische toepassing.


Dagboek I am n

Naast een verhalenboek is er ook een dagboek van I am n. Het dagboek bevat 90 inspirerende overdenkingen, die starten met een bijbelgedeelte en vervolgens met een kort verhaal inzicht geven in de levens van vervolgde christenen. De overdenkingen dagen uit om na te denken over de lessen van de vervolgde kerk en geven daarnaast een aanzet voor persoonlijk gebed.

Dagboekstukje over Hoessein

Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen.Titus 2:11

Toen Hoessein uit Iran nog maar zeventien jaar oud was, had hij al twee titels die zijn hashtags hadden kunnen zijn: #drugsverslaafde en #drugsdealer. Ondanks die titels voelde hij zich leeg en zoekend toen hij op een dag aan het zappen was, ook al wist hij niet precies wat hij miste. Maar de man op de televisie sprak woorden waar waarheid en hoop in doorklonken.

Toen woedde er een tweestrijd tussen Hoessein tussen zijn eigen geweten (Je bent een drugsdealer, een slecht iemand, God haat je.) en God (God houdt van je op de plek waar je bent. Of je nu een wereldambassadeur bent of een drugsverslaafde … Je bent belangrijk voor Hem.). Gelukkig won Gods waarheid het, Hoessein gaf zijn leven aan Christus. Alles veranderde. De drugs verloren hun aantrekkingskracht en zijn liefde voor anderen nam toe. En toen kwam de dag dat zijn moslimvader hem aangaf, in de hoop dat Hoessein gearresteerd zou worden. Zijn vader was woedend en beet Hoessein toe dat hij hoopte dat hij zou worden opgehangen als een afvallige. Ook zei hij er nog bij dat hij graag degene zou zijn die de strop om zijn nek deed. Zijn eigen vader.

De rechter besloot Hoessein niet te laten terechtstellen; de gevangenisbewakers mochten het recht in eigen hand nemen. Zij braken een van zijn benen. Ze braken al zijn vingers. Voordat ze hem vrijlieten, gaven ze hem veertig zweepslagen. Zijn middelbare school wilde hem niet meer en wiste al zijn schoolgegevens. Toch kwamen deze woorden uit de mond van deze door vuur gelouterde tiener: ‘Geen van deze straffen maakte me overstuur, behalve dat ik nu geen muziek meer voor de Heere kan maken.’

Verdieping

Net als andere moslims die christen geworden zijn, móést Hoessein in de gevangenis wel over Jezus spreken. De bewaker die belast was met het martelen van Hoessein was zichtbaar ontroerd; hij vroeg Hoessein contact met hem op te nemen. Waarom? Hij wilde meer weten. Bedenk dat wanneer wij over Jezus praten, er altijd de mogelijkheid is dat iemand meer wil weten. Waarom zouden we dan aarzelen? Laten we met de vrijheid die wij kennen, de leven veranderende waarheid over Jezus vertellen wanneer we maar kunnen.

Gebed

Heere, wij verwonderen ons over de wonderbaarlijke houding van Hoessein, en we danken U voor hem en zijn hart voor U. Dank U voor het mededogen dat U had voor die tienerjongen die televisie keek op een tijdstip dat door U voorbeschikt was. We prijzen U dat U alles zo gearrangeerd en getimed had als alleen U dat kunt. We bidden dat we nooit iets als toevallig beschouwen, maar het in plaats daarvan zien als een blijk van Uw genade. Help Hoessein en help ons om in Uw Geest te wandelen en U aan het werk te zien.

We bidden ook voor de bediening van christelijke radio- en televisiezenders in landen waarin de mensen anders weinig over U zouden horen. Blijf die bedieningen uitbreiden, Heere, zodat nog veel meer mensen de waarheid horen en U leren kennen. Dank U voor alle manieren waarop U Uw Naam bekendmaakt. Aan U alleen geven we alle glorie en lofprijzing. Amen.


Uit: Dagboek I am n