Bij de foto: deze twee Indiase jongeren verloren hun vader, die door hindoe-extremisten werd vermoord. Sindsdien wonen ze met hun moeder in een kerkje, omdat ze hun huis zijn kwijtgeraakt.


India is een land waar veel mensen hindoe zijn. „De huidige premier van het land behoort tot een extremistische groep hindoes”, legt Steven uit. „Een hindoe is een dienaar van afgoden. Dat heb ik in India bij een tempel gezien. Mensen leggen bloemen neer bij olifanten. Ze buigen voor het dier, poederen hem, laten wensen achter en branden wierook. Mensen eren dieren als hun goden en ontlenen daar waarde aan.

Aan het kortste eind

In India hebben de meeste mensen het besef dat er iets hogers is. Voor hen is het niet de vraag: Is er een God? De vraag voor hen is: Welke God moet ik dienen?”

Het is niet zo dat je geen christen kunt zijn in India. „Dat kun je wel”, vertelt Steven. „Maar als je in de problemen komt, trek je als christen wel altijd aan het kortste eind.

Vervolging uit zich in India in drie dingen: het aanvallen en verwoesten van kerkgebouwen, het aanvallen en verwonden van pastors en christenen en het indienen van valse aanklachten, met als gevolg dat er een rechtszaak komt. India is enorm gestegen op de lijst van christenvervolging. Dat heeft met dit soort incidenten te maken.

Het bloed van de martelaren is ook in India het zaad van de kerk. Juist een aanval op een kerk of een pastor wekt zo veel medelijden en sympathie in de omgeving dat mensen geïnteresseerd raken in het Evangelie. Waarom overkomt die pastor dit? Ik vroeg me af: Is het lijden om Christus’ wil dan toch het beste evangelisatiemiddel?”

Gruwelijk

In India sprak Steven twee jongeren die hun vader verloren tijdens een aantal van hindoe-extremisten. „Voorafgaand aan de zondagse dienst ontmoette ik in een ruimte bij de kerk twee jongens van een jaar of zestien, samen met hun moeder. In april 2016 hoorde deze vrouw ’s nachts rumoer op het erf. Haar man ging zijn bed uit om te kijken wat er aan de hand was. Toen hij deed de deur van hun huis opendeed, werd hij direct bij zijn pols gegrepen. De aanvallers vroegen naar zijn naam. Toen duidelijk was dat deze man degene was die ze zochten, sleepten ze hem naar buiten.

De vader werd geslagen en vier keer in zijn rug gestoken met een mes. Mensen uit de buurt kwamen op het rumoer af. Toen de toeloop van buren te groot werd, is de man door zijn aan­vallers meegenomen de wildernis in. Daar is hij op een gruwelijke manier vermoord.

De aanvallers hadden het eerder op de broer van deze man gemunt, een bekende pastor. Omdat ze hem niet te pakken hadden gekregen, kozen ze voor deze man.”

Rouw

„De moeder van de jongens was erg geëmotioneerd en vond het moeilijk om te praten”, herinnert Steven zich. „Daarom voerden haar zoons het woord. Wat me raakte, was de rouw die ik zag.

Als wij in Nederland iemand verliezen, rouwen we om die persoon, maar onze bestaanszekerheid hangt niet van zo’n verlies af. Deze moeder zei: „Ik maak me zorgen over waar ik moet wonen.”

Ze sliep nu met haar zoons in het kerkje in de gemeente van haar zwager. Huisvesting was hun eerste probleem. Dagelijks levensonderhoud was het tweede probleem: Hoe komen we aan eten en waar halen we aan inkomen vandaan? Haar derde vraag was: Kunnen mijn zoons nog naar school? Kan ik hun nog de toekomst geven die zij nodig hebben?

In hun navolging van Christus verliezen deze vrouw en haar zoons niet alleen hun man en vader, maar ook hun ontwikkelingskansen. Hun huis en eten staan op het spel. Dat kunnen wij ons niet voorstellen. Wij kunnen wel iemand verliezen, maar blijven materieel meestal goed op de been.”

Waardig

Steven herinnert zich nog goed het getuigenis van de twee jongens. „Zij zien het verlies van hun vader als het lijden om Christus’ wil. Het lijden wordt in India gezien als pro-­motie in het Koninkrijk van God. Je wordt het waardig geacht om te mogen lijden. In Mattheüs 5 staat: „Zalig zijn zij die vervolgd worden om der gerechtigheid wil.”

Aan verschillende slachtoffers vroegen we: „Ervaar je nu niet de worsteling: Waar is God?” Die vraag speelt bij hen niet. Het is lijden om Christus’ wil. Dat is een spiegel voor jongeren in Nederland. Jongeren in India betalen voor het geloof een prijs die wij ons niet kunnen voor­stellen. Als je in de westerse wereld tot geloof komt, heb je de luxe om je af te vragen wat je moet opgeven in het volgen van Christus. Denk aan werelds leven, vriendschappen of het kijken van bepaalde films. Terwijl in andere delen van de wereld het volgen van de Heere je werkelijk alles kan kosten.”