Jan doet momenteel economische masteropleidingen aan twee universiteiten: recht en onderneming in Utrecht en financieel recht in Leiden. Tijdens zijn studie wordt hij ondergedompeld in een financiële wereld waarin het gaat om geld en goed. Toch botst die opleiding volgens hem niet met Bijbelse beginselen. De student leert er vooral over wetgeving en bedrijfseconomie. Hoe werkt een reorganisatie precies? Hoe regel je een overname?

Een economische studie in het verdachtenbankje zetten, kan volgens Jan dan ook niet. „Je kunt in deze sector prima werkzaam zijn. Economie is een belangrijke pijler van de samenleving. Met geld kun je zo veel doen. Zonder een goeddraaiende economie zouden we ook geen verzorgingsstaat hebben.”

Materialisme
Volgens Jan botst de heersende huidige levensstijl van veel mensen –die vol is van hebzucht en materialisme– wél met Bijbelse beginselen. Principes zoals matigheid, barmhartigheid, dienstbaarheid, vrijgevigheid zijn in het geding. „Als je alleen voor het geld gaat, leef je eigenlijk heel plat en horizontaal. Het geloof houdt mij tijdens mijn opleiding met beide benen op de grond. Als christen heb je als het goed is een hoger doel”, vindt Jan. Hij merkt niet dat de materialistische levensstijl gepropageerd wordt tijdens zijn studie.

Hij aarzelt even. „Ik ben natuurlijk nog maar student en werk nog niet. De financiële business is hard en zakelijk, het draait vaak alleen om de euro’s. Althans, dat is mijn beeld nu. Ik verwacht echter genoeg collegialiteit in zo’n sector. Dat het alleen om geld draait, vormt een gevaar. Je moet sterk in je schoenen staan, anders raak je in deze wereld makkelijk je geloof kwijt. Maar dat laatste kan natuurlijk net zo goed als je bij een bouwbedrijf werkt.”

Ambacht
Zijn toekomstige werk in de financiële wereld ziet hij als een „mooi ambacht.” Na zijn opleiding kan hij aan de slag als bedrijfsjurist of advocaat in ondernemingsrecht. „Om als specialist het beste te zoeken voor een ondernemer en zijn onderneming, goede deals te sluiten, dat klinkt heel mooi. Het lijkt me ook mooi om te doen.”

In de praktijk ziet Jan wel een spanningsveld met Bijbelse principes. „Bijvoorbeeld: wat is matigheid? Als je een deal moet sluiten voor een bedrijf, zoek je toch het beste voor jouw klant. Dan ga je niet zo zeer focussen op matigheid. Matig zijn is beter toepasbaar op hoe je zelf leeft. Hoewel je als adviseur natuurlijk altijd absurde uitgaven aan de kaak kunt en moet stellen.”

Malafide bedrijf
Een christelijke en een seculiere bedrijfsjurist kennen beiden de grenzen van de wet. „Daarin is geen verschil”, aldus Jan. „Elke advocaat dient betrouwbaar en integer te werk te gaan. Daarvoor leg je ook een eed af. Maar ik denk wel dat je als christen sneller op scherp staat. Bij een overname komt nogal eens de vraag om financiële cijfers rooskleuriger voor te stellen dan ze zijn. Liegen of feiten verdraaien is aan mij niet besteed. Een malafide bedrijf dat ondoorzichtige spelletjes wil spelen, zal ik persoonlijk niet adviseren.”

Verder ziet Jan als christen kansen door middel van sociale contacten. „In de omgang met mensen kun je jouw visie op het leven ook laten doorschemeren: dat het met de dood niet ophoudt, maar dat het leven dan pas echt begint. Door iets uit te stralen kun je op een hoge maatschappelijke positie iets betekenen voor de naaste.”

Een christen in het rijke Westen hoort ook oog te hebben voor armoede, stelt Jan. „Het is een Bijbelse opdracht om voor de armen te zorgen.” Als bestuurslid van Stichting Hulpverlening door Christenen in Roemenië (HCR) is Jan daar concreet mee bezig. De stichting verleent geestelijke en materiële hulp aan hulpbehoevenden in het Oost-Europese land. „Het is belangrijk om vrijwilligerswerk te doen.”

Oase
Hoe hij zich toerust voor de studie? „Ik ervaar de zondagse preek regelmatig als een oase van rust, zeker als je de hele week met andere dingen bezig bent geweest. Je krijgt er ook de nodige bagage mee.” Jan vindt het eveneens fijn om studentenvereniging Depositum Custodi te bezoeken. „Je krijgt daar als het ware een geestelijke wapenrusting. De onderlinge contacten zijn goed, samen ben je bezig met de hogere dingen.” Verder is Jan van plan nog wat vakken theologie en filosofie aan de TUA in Apeldoorn te volgen. „Om te verbreden en te verdiepen.”

Aankomende economiestudenten moeten zich ervan bewust zijn dat je van God weinig meer hoort, aldus Jan. „Je komt in aanraking met denkbeelden die tegen het geloof ingaan, je wordt ondergedompeld in het financiële denken. Het is erg gericht op zo veel mogelijk geld te verdienen.” De tip die hij meegeeft: „Blijf kritisch denken en toets alles aan de Bijbel.”


Dit is het derde deel in een serie met reformatorische studenten over de verandering en de vragen die zij ervaren tijdens hun opleiding. Vandaag: economie en recht.

Klik hier voor eerdere afleveringen.