Andere geloofsovertuigingen fascineren de 23-jarige Tamara. „Ik ben nieuwsgierig, houd van sociaal contact en probeer te luisteren zonder vooroordelen. Zo geloof ik niet dat moslims per defini-tie slecht zijn, alleen omdat een klein clubje aanslagen pleegt.” Haar ervaring: „Als je mensen persoonlijk leert kennen, zet dat je wereldbeeld op z’n kop.” Ook van moslims kan ze leren. „Fatima bidt vijf keer per dag. Oké, het moet van haar geloof, maar toch is ze voor mij een voorbeeld in haar trouw. En de christelijke Yenni drinkt geen druppel alcohol. Dat zet me aan het denken. Hoe normaal is dat wat ik normaal vind?”

De opleiding tot pedagogisch medewerker heeft Tamara afgerond. Dit schooljaar begon ze op het Hoornbeeck College in Rotterdam, om later aan te slag te kunnen als onderwijsassistente. Op deze school voelt de PKN’er uit Ridderkerk zich beter thuis. „Ik ben hier omringd door christenen.” Maar met haar Albedavriendinnen heeft ze nog wekelijks contact. Via WhatsApp, SnapChat en soms spreken ze af. „Ik heb hen pas –als Nederlandse gids– in Kinderdijk rondgeleid.”

Drie-eenheid

De vriendinnen spreken met elkaar over vragen die hen bezighouden. Of je als ouder een homoseksuele zoon of dochter onderdak zou bieden. Wat je rol als vrouw is ten opzichte van je man. Hoe je religieuze feesten viert en wat die voor je betekenen. De vijf vriendinnen begrijpen elkaar vaak. Soms praten ze over de Drie-eenheid, en wie de Heere Jezus is. Dan snappen ze elkaar niet.

„De Drie-eenheid valt niet uit te leggen aan moslimmeiden”, ervaart Tamara. „Ik zei: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest zijn drie personen, maar toch één.” „Hoe kan dat nou”, vroegen ze. „Dat krijg ik niet uitgelegd. Terwijl het zo
belangrijk is. Want als je de Drie-eenheid niet accepteert, accepteer je God niet om wie Hij is.”

De christenen Masarra en Yenni geloven wel in de Drie-eenheid van God. „Daarom zijn ze voor mij net zo goed christen als een PKN- of gergem-christen. Met hen voel ik een diepere verbondenheid.”

Omdat de Drie-eenheid op onbegrip stuit bij de moslimmeiden, spreekt Tamara zo vaak ze kan over „de liefde van Jezus.” Fatima en Smahane kennen ”Isa” als profeet. „Maar niet als Zoon van God. Als Verlosser van de zonden. Als Degene Die kinderen tot Zich roept. Voor zieken zorgt. En ze weten niet dat wij door Zijn verlossingswerk tot God mogen komen zoals we zijn. Wie je ook bent.”

Respect

Tamara praat nu met een lach op haar gezicht. „Fatima vindt het heel grappig dat ik er zo blij van word dit te vertellen. Ik zeg haar dan dat ik wilde dat ik haar kon laten ervaren wat ik doormaak. Dat God niet Iemand is Die zegt: je moet dit en dit en dit doen en dan kom je misschien in de hemel. Maar dat Hij Iemand is Die je accepteert om wie je bent in Christus.”

De studente vertelt het liefst zo veel en vaak mogelijk over God en haar geloof. „Ik wil graag laten zien dat mijn geloof het juiste geloof is. Maar dat vinden zij natuurlijk net zo goed. Dat levert gesprekken op. Pas nog. Ik zei dat ik het belachelijk vond dat moslims de gebeden die ze op school missen, thuis moet inhalen. Omdat vijf gebeden per dag voor God niet per se waardevoller zijn dan één gebed. Fatima en Smahane waren dat niet met me eens. Op een gegeven moment moesten we tegen elkaar zeggen: laten we deze discussie stoppen, want we zullen er nooit met elkaar uitkomen. Er zit een kloof tussen ons.”

Respect is belangrijk om de relatie met andersdenkenden goed te houden, vindt Tamara. „Maar ook met respect houd je altijd een bepaalde afstand. Over fundamentele dingen ben je het oneens. Met een medechristen kan ik toch een diepere vriendschap opbouwen dan met iemand die niet gelooft.”

Vriendschap sluiten met mensen die een ander geloof aanhangen, kan gevaarlijk zijn, stelt Tamara. Tenminste, als je geen persoonlijk geloof hebt. „Dan kan de duivel zijn kans grijpen en je tot zeer grote twijfel brengen.” Maar Tamara gelooft wél, vertelt ze. „Ik hoop dat God door mij heen een stuk van Hem laat zien aan mijn vriendinnen.”