Je hebt van die mensen die in gezelschap luidruchtig verkondigen graag nog eens de periode van de middelbare school te willen overdoen. Als het gaat om de vriendenkring en de gezelligheid van toen, dan stem ik daar grif mee in. Gaat het echter om het afleggen van examens, dan zie ik de nostalgie ervan niet direct in.

Toegegeven, het is niet onaangenaam om weer eens te midden van veel andere leerlingen de spanning en concentratie te voelen en na afloop van het examen met een zucht de pen neer te leggen. Maar ik heb makkelijk praten. Voor mij zit het er na vandaag op, terwijl scholieren om mij heen in deze examenweken keer op keer aan de bak moeten.
Allereerst valt op dat het examen Duits niet meer uit alleen maar meerkeuzevragen bestaat, zoals dertien jaar geleden. Dat nekt me al bij de eerste vraag, over een tekst die handelt over de trek van Duitse studenten naar het buitenland. De auteur kapittelt statistieken omdat ze voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. De vraag is welke twee interpretaties de schrijver bedoelt. Een lastige binnenkomer.

Zweten is het bij de teksten die gaan over stadsvernieuwing en woonprojecten in Duitsland. De artikelen kennen een ingewikkelde, niet logische opbouw, waardoor het lastig is de grote lijn vast te houden. Soms moet het woordenboek uitkomst bieden, maar ik probeer dat om des tijds wille te vermijden.

Vraag 13 tot en met 20 zijn gericht op een artikel waarin zich een discussie tussen Duitse wetenschappers ontspint over de gevolgen van menselijk ingrijpen in de natuur voor plant en dier. Zijn de alarmerende berichten gestoeld op betrouwbaar cijfermateriaal of gaat het om aannames?

Ik kan even lucht happen bij twee onderwerpen die wat dichter bij de 'gewone' mens staan. Het eerste gaat over de vermeende onbetrouwbaarheid van Nederlandse stemcomputers bij de verkiezingen in de Duitse deelstaat Hessen. Het andere belicht de larve van de Japanse zwaluwstaartvlinder die zich aan zijn natuurlijke vijand probeert te onttrekken door in een klaarblijkelijk onsmakelijk propje vogelpoep te veranderen.

Vol goede moed en redelijk rustig ben ik aan dit examen begonnen, maar een blik op de klok leert me dat ik toch echt harder zal moeten werken om voor halftwaalf alle 46 vragen binnen de tijd te kunnen beantwoorden. Ik ben nog niet verder gekomen dan vraag 25 en heb nog een klein uur.

Degene die het examen heeft samengesteld kan niet verweten worden dat hij de teksten en de vragen te weinig afwisselt. Soms is het echt even omschakelen. Het kost de nodige hoofdbrekens om bij tekst 9 de ontbrekende alinea's in de juiste volgorde te plaatsen. Was het nu alinea 3, 4, 2 en dan 1? Of was het toch 4, 1, 2 en dan 3? Het duizelt me even.

Vraag 33 tot en met 42 gaan over voetbal en film. Voetbalcommentatoren op de Duitse televisie zouden zich terughoudender moeten opstellen in het in twijfel trekken van beslissingen van de scheidsrechter. Duidelijke tekst, geen moeilijke vragen. Bij de vragen over een nieuwe film over de levensmiddelenindustrie moet ik soms echt gokken. Addertje onder het gras is dat er ook twee open vragen tussen zitten die een goed inzicht in de tekststructuur vereisen.

Het examen Duits sluit af met een artikel waarin de auteur een levensschets geeft van de overleden Duitse acteur Ulrich Mühe. Een man met een veelbewogen leven. Zijn ex-vrouw werd verdacht van banden met de Stasi en zou hem zelf hebben bespioneerd.

De laatste vraag luidt of de auteur zich ambivalent, met een zekere distantie, politiek correct of gevoelig uitlaat over Mühe. Ik ga voor het laatste. De tijd dringt. De klok wijst twee minuten voor halftwaalf. Met een zucht leg ik mijn pen neer.

Een paar uur later belt een docent Duits. Hij heeft de boel nagekeken. Van de 51 punten die er te behalen waren, heb ik er 38 gescoord. Afhankelijk van een eventuele bijstelling van de beoordelingscriteria kom ik tussen de 7,4 en de 8,2 uit. Ik ben zeker niet ontevreden, maar misschien wel vooral opgelucht.