Het is voor mij vijf jaar geleden dat ik zelf met klamme handjes achter een wiebelende tafel moest plaatsnemen. Voor mijn examens haalde ik één onvoldoende. Een 5 voor Engels. Tijd voor een herkansing.

Nog voor het examen begonnen is, blijk ik al onverbeterlijk. Net als vroeger kom ik maar net op tijd de gymzaal binnen. De docenten staan al klaar om de toetsen uit te delen. Ik neem snel plaats, smijt wat pennen op tafel en om indruk te maken haal ik twee woordenboeken uit mijn tas: Engels-Nederlands en een Oxford dictionary Engels-Engels.

Iedere werkdag ploft er een kleine Engelse taaltest in mijn mailbox. Vier vragen zouden moeten zorgen voor een „daily wisdom boost”, zoals mijn Canadese schoonzus het noemt. Dat ik in aanloop naar dit examen tien dagen bij haar en mijn broer heb doorgebracht, zou volgens mij de best mogelijke voorbereiding moeten zijn. Aan zelfvertrouwen dit keer geen gebrek.

Herriestoppers
Terwijl de laatste leerlingen hun oren met herriestoppers vullen, ploffen het opgavenboekje, de bijlage met teksten en een leeg antwoordenblad op mijn tafel. Een examentafel blijkt ineens heel klein. Voor ik alle papieren een logische en praktische plek heb toebedeeld, zijn er vijf minuten verstreken.

Van tekst 1 snap ik niets. Het gaat over honden die model zijn en als ik het goed begrijp is er een bedrijf dat iets heeft gemaakt waardoor je die arme beestjes kunt adopteren. Maar hoe de vork precies in de steel steekt: geen idee. Gelukkig gaan de vragen alleen over de eerste zin en het laatste woord van de tekst.

Ik heb last van een loopneus, maar ben vergeten een zakdoek mee te brengen. En om nu een kwartier na aanvang al te vragen of ik naar de wc mag, vind ik stupide overkomen. Ik snotter nog even door. Tekst 4 gaat over neushoorns. Onhandig, daardoor zijn mijn gedachten voortdurend bij mijn eigen neus. Dus steek ik toch maar een vinger de lucht in om een toiletbezoek aan te vragen.

Een wetenschappelijke tekst over pandapoep, een ludiek verhaal over ontrouwe poezen en de algemene voorwaarden van een overnachting in een Hilton Hotel. De onderwerpkeuze bij het examen is op z’n minst bijzonder te noemen. De meeste vragen luiden: Which of the following fits the gap in paragraph 4? Een andere populaire: How can the tone of paragraph 3 be characterised?

Van mijn zelfvertrouwen is overigens weinig meer heel. Bij zo’n beetje ieder woord langer dan één lettergreep twijfel ik aan de betekenis. Als ik op den duur voor de tweede keer de betekenis van het woord ”mocking” in mijn woordenboek opzoek, voel ik me weer helemaal de scholier van vijf jaar geleden. Onzeker, dom. De meeste verbondenheid voel ik met een tekst over het woordje ”huh”. Iedere taal blijkt dat te kennen en het betekent overal iets als: Wat zei je? Ik begrijp je niet. Erg toepasselijk voor de actuele staat van mijn brein.

Functioneringsgesprek
Ik gok er zo nu en dan op los. Al vier keer C achter elkaar? Dan moet vraag 29 wel D zijn. Waarom heeft deze vraag ineens vijf antwoordopties? Dat is een valstrik; het zal waarschijnlijk juist geen E zijn. En zo ploeter ik voort. Hoewel ik geen diploma hoef te halen, word ik toch nerveus van de gedachte dat ik over mijn prestatie een artikel moet schrijven. Hoe leg ik dit uit bij een functioneringsgesprek? Maak ik ooit nog kans op een baan bij de buitenlandredactie?

Conciërges delen aan alle leerlingen koffie en thee uit – de helden. Wellicht helpt het bruine vocht mijn hersenen op gang.
Tekst 12 gaat over lezers die commentaar leveren op een krantenartikel. Dat klinkt weer vertrouwd, zeker na allerlei tekstuele troep over films, games en invloedrijke personen zoals popzangeressen. Ik herwin mijn zelfvertrouwen en vul de laatste paar vragen in alsof het adresgegevens zijn.

Na twee uur staat er alle achter veertig vragen een antwoord. Mijn onderbuikgevoel zegt dat ik hoger dan een 5,0 heb gescoord. Ik rijd opgelucht weer naar de redactie. Daar wacht ik nagelbijtend tot het correctievoorschrift om 17.00 uur online komt. Even later ontstijgen diverse juichkreten en uitroepen van verbazing mijn werkplek. Blijkbaar was mijn onzekerheid niet nodig. Van de 47 punten heb ik er 38 binnengehengeld. Met de beoordeling van vorig jaar zou ik zelfs een 8,7 hebben gehad. Na de middelbare school verbetert je Engels dus wel degelijk, maar of dat ook bij scheikunde of wiskunde B het geval is, betwijfel ik ten zeerste.