Zijn leerlingen werken zich „de blubbers”, deze examenweken. ’t Hart heeft een legere agenda, want hij hoeft geen aardrijkskunde meer te geven aan de examenklassen. „Dan kan ik in mijn kantoortje een boek gaan lezen, maar ik laat mijn leerlingen liever weten dat ik aan hen denk”, stelt de docent en coördinator van de havobovenbouw.

Dus bestudeert ’t Hart alle examenteksten die zijn leerlingen maken. Hij probeert de kern van de opgaven te pakken te krijgen en bedenkt daarbij –soms met behulp van rijm.nu– een gedicht. Met zeven jaar ervaring kost het hem een halfuur. Enkel het examen Frans vergt wat meer tijd. Omdat het Frans is. Daarvoor is Google Translate onmisbaar.

’t Hart zet zijn bril op en tuurt naar het volgeschreven papier voor zijn neus. „Deze gaat over biologie, denk ik.” Een stilte. „Nee, over wiskunde”, corrigeert hij zichzelf dan. „Dat was het eerste examen dat ze donderdag hadden.” Hij draagt voor:

Vroeger maakte asfalt veel geluid.
Stil asfalt heeft echter verandering ingeluid.
Oertincuur verdunnen, help dat?
Ja, zelfs als je het oplost in een zwembad!

Er volgen nog drie coupletten. Net zoals de meeste van zijn examengedichten telt ook dit stuk poëzie vier coupletten, waarbij de eerste twee en de laatste twee zinnen op elkaar rijmen. Examens bestaan immers meestal uit acht onderdelen. Elk examendeel is goed voor twee regels, twee delen samen vormen een couplet.

Het gedicht bij het examen Duits heeft ’t Hart inmiddels ook op de mail gezet naar zijn leerlingen. De tekst die de leerlingen moesten lezen gaat over de vraag of leerlingen mogen blijven zitten op school. In de Duitse tekst gaat het over vernunftresistente Kinder. „Dat vind ik zo’n leuke uitdrukking, die moet ik gebruiken in mijn gedicht. “

Opgave twee van hetzelfde examen ging over lego. In diverse steden maken ze gaten in muren dicht met de plastic blokken, vertelt de leestekst. „Dat vind ik grappig.” Opnieuw draagt ’t Hart voor uit eigen werk, terwijl zijn vingers met een elastiek spelen:

In Duitsland vinden ze dat sommige leerlingen mogen blijven zitten.
Vernuftresistente Kinder missen nu eenmaal voldoende kersenpitten.
Vroeger behoorde lego tot de kinderkamerspullen.
Tegenwoordig wordt het gebruikt om gaten in gebouwen op te vullen.

Metrum
Een collega die Nederlands geeft, vertelde ’t Hart dat hij toch eens op het metrum en het ritme van zijn poëzie moest letten. „Het is absoluut niet mijn bedoeling dat er een metrum inzit”, garandeert ’t Hart. „Wel controleer ik de tekst, voordat ik die verstuur naar alle leerlingen, op spelfouten. Dat ging een keer fout. Gelukkig stond in de mail van de leerling die me daarop attendeerde ook een spelfout. Dus stond het meteen 1–1.”

Een examenklas op de havo dichtte in 2013 voor zijn docent. Het stuk staat ingelijst op het bureau van de coördinator. „Regelmatig kregen we een gedicht. Bij uitzondering een ander bericht. Al die gedichten werden ons soms wat teveel. Maar de bedoeling was goed, en dat gaf ons weer nieuwe moed.”

Huiswerk
In de zeven jaar dat hij coördinator van de bovenbouw van de havo is, schreef

’t Hart naar eigen schatting zo’n duizend gedichten. Want niet alleen tijdens de examenperiode dicht hij, ook mededelingen en huiswerk –dan maakt hij er zelf ook wat werk van– zet hij op rijm. „Van ouders hoor ik dat hun kinderen mijn huiswerkgedichten aan de keukentafel voordragen.” Dat vertelden ouders hem in dichtvorm via de mail.

„De gedachte achter het dichten is dat je op een ludieke en humoristische manier bereikt wat je ook met een formele mail kunt bereiken”, legt ’t Hart uit. „Ik ben in een strenge winter geboren. De wegen waren slecht begaanbaar. Ik liet op me wachten en kwam pas ter wereld toen het warmer werd. De bakker schreef op zijn taart: „Dat is mooi, hij wacht op dooi.” Daar is het waarschijnlijk allemaal mee begonnen.”