Je voelt je gespannen. Je slaapt slechter. Je eet wat minder of juist wat meer. Je reageert ook wat geprikkeld op opmerkingen die aan tafel worden gemaakt. Je kunt deze dagen niet zo veel hebben. Ze moeten nu niet te veel aan je vragen. Je hebt andere dingen aan je hoofd, belangrijker zaken. Als nu eerst de examens maar eens achter de rug zijn... Je hebt immers per slot van rekening niet voor niets een jaar lang geblokt.

Trouwens, daar ga ik van uit. Want je hebt je verstand niet voor niets gekregen. Al heeft de een tien talenten ontvangen en de ander slechts één, toch vraagt de Heere dat wij onze gaven goed gebruiken. Het is in meer dan één opzicht spelen met vuur als jij er met de pet naar gooit. Dan moet je er niet vreemd van opkijken als de vlag straks niet uit kan. Bovendien heb je jouw denkvermogen van God gekregen. Je mag dat niet ongebruikt laten. Luiheid is zonde. Het is immers: werk en bid. Of nog beter: bid en werk.

Want het gebed mag zeker in examentijd niet worden vergeten. Vraag de Heere of Hij je wil helpen. Want je hebt concentratie nodig om bij de les te blijven. Je hebt denkvermogen nodig om al die kennis van de verschillende vakken in je hoofd te krijgen. Je hebt gezondheid nodig om in examentijd op de been te blijven. Je hebt verstand nodig om op het moment suprême alles helder voor de geest te krijgen.

Misschien ben je bang voor een black-out of een zogeheten offday. Vraag Hem maar om daarvoor bewaard te blijven. Ja, waarvoor heb je de Heere eigenlijk niet nodig? Juist die afhankelijke houding van God kan ook rust geven. Je mag het aan Hem overgeven. Dan kun je gespannen, maar toch ontspannen het examen ingaan, want je hebt het allemaal in Gods hand mogen leggen. Dat geeft rust.

Maar spannend blijft het. Want de voldoendes moeten wel binnenkomen. Er moeten punten worden gehaald. De resultaten moeten goed zijn. Misschien wil jij altijd het hoogste van het hoogste halen. Je streeft naar zo’n hoog mogelijk niveau. Het kan ook zijn dat jij er flink aan moet trekken om het diploma te behalen.

Weet wel: je hoeft echt geen studje te zijn om mee te tellen. Zeker niet in het licht van Gods Woord. In Gods Koninkrijk gaat het namelijk niet om hoge cijfers en knappe koppen. Echte, zuivere kennis zit niet in een hoog IQ. „De vreze des Heeren is het beginsel der wetenschap” (Spreuken 1:7a).

In deze wetenschap gaat het niet om het knapste jongetje van de klas. Hierin wordt niet cum laude afgestudeerd. Op Gods school worden trouwens alleen maar onvoldoendes gehaald. Telkens weer wordt daar geleerd een nul en een niet te zijn. Voor het examen dat God jou afneemt, zak je beslist. Je brengt er niets van terecht. Hoe goed jij ook je best doet. Telkens weer blijkt dat jij aan deze exameneisen niet voldoet. Daarvoor slaag jij nooit.

Slechts Eén heeft aan al de eisen voldaan: Jezus Christus. En dat volkomen. We zouden kunnen zeggen: met een tien. Hij heeft naar al Gods wetten geleefd. Hij heeft aan Gods gerechtigheid volkomen genoeg gedaan. Zo alleen kunnen zakkers nog geslaagden worden. Wie in Hem geborgen is, hoeft niet te vrezen voor het ‘examen’ dat de Heere eens zal afnemen. Want als je in Christus bent, ben je volmaakt in Hem. Een tien.

Vergeet trouwens niet dat je dit examen nooit meer over kunt doen. Dat wordt slechts één keer afgelegd. Ik hoop dat je daarvoor mag zakken. Echt zult zakken. Zakken met al jouw kennis en kunde. Zakken door alles van jezelf heen. Zakken en zinken in Zijn doorboorde handen. Dan ben je geslaagd. Vanwege Hem.

 

En het schoolexamen? Nou, veel sterkte hoor! Bovenal: Gods zegen.