Mathilde zakte niet omdat ze niet goed had geleerd. Of omdat ze er slecht voor stond. Integendeel. „Er was een goede kans van slagen, mijn cijfers waren niet superhoog maar wel prima.” Tijdens het tweede examen dat Mathilde maakte, ging het mis. „Het examen geschiedenis maakten we op de computer. De meerderheid van de leerlingen wilde dat, de school had daarover gestemd.” Mathilde vertelt dat zíj daar niet zo blij mee was. Eerder raakte een toets voor Nederlands al kwijt. Ook op de computer gemaakt. Maar de meeste stemmen gelden.

Na ruim twee uur zwoegen en zweten wil Mathilde haar antwoorden nog eens nakijken. „Tussentijds heb ik de antwoorden heel vaak opgeslagen. Ik wilde absoluut niet dat er iets mis zou gaan.” Maar dat gebeurt wel. Op de een of ander manier komt Mathilde in een leeg document terecht. Een document zonder haar zorgvuldig gegeven antwoorden. Er doemt een schermpje op. Ze vertrouwt het niet en roept er een surveillant bij. „Mijn hoofd zal helemaal vol met geschiedenis. Ik kon er geen ict-vragen bij hebben, dus riep ik iemand.” De surveillerende docent kijkt over de schouder van Mathilde mee. „Klik daar maar op”, instrueert hij haar.

„Ik werd in een leeg lokaal neergezet met thee en een vies chocolaatje."

Dan begint de onzekerheid. „Mijn examen was verdwenen. Ik werd in een leeg lokaal neergezet met thee en een vies chocolaatje. Ik mocht met niemand contact hebben omdat ik het examen misschien opnieuw moest maken.” Maar opnieuw maken is voor haar geen optie. Er staat nog een ander examen op de planning. „Ik hoopte dat het examen nog terug te vinden was via een back-up, dat ik het niet opnieuw hoefde te doen.” Anderhalf uur later maakt Mathilde het examen Engels. Dat wordt geen succes. „Ik haalde er een 4 voor. Mijn hoofd was op hol.”

Ruim een week later staat er opnieuw een digitaal examen op de planning: maatschappijwetenschappen. „Er werd extra duidelijk uitgelegd hoe ik het examen moest opslaan. En ik moest ieder kwartier mijn werk printen. Ik voelde me behandeld alsof ik een klein kind was. Alsof ik het de vorige keer zelf had fout gedaan.”

Door alle spanning en stress haalt Mathilde matige cijfers voor alle examens. Er zit niets anders op dan een aantal examens te herkansen in het tweede tijdvak. Maar het valt weer niet mee. Als Mathildes docent belt met de examenuitslag, lijkt het er hoopvol uit te zien. Maar de cijfers die worden doorgegeven, blijken onvolledig. Na een halfuur gaat de telefoon weer. Het plaatje ziet er toch minder mooi uit, is de boodschap.

De examens die Mathilde moet maken, geschiedenis en wiskunde, vallen precies op hetzelfde moment. „Daardoor kon ik wiskunde pas in het derde tijdvak maken, op 12 augustus.” Gelukkig krijgt Mathilde veel hulp van een leraar wiskunde uit de buurt. „Hij heeft mij bijles gegeven. Daar heb ik veel van geleerd.” Eind augustus krijgt Mathilde, na ruim drie maanden van onzekerheid, de uitslag. Definitief gezakt. „Ik heb mijn onvoldoende weg kunnen werken, maar het gemiddelde van het centrale examen was onvoldoende.”

„Inmiddels heb ik een baan als onderwijsassistente"

Een week later zou de introductieweek van de pabo starten waar Mathilde zich voor had aangemeld. Dat gaat, zonder papiertje op zak, niet door. Mathilde meldt zich aan voor de vavo in Ede. Daar ging ik drie dagen per week heen om een aantal vakken te volgen. Die herkans ik dit jaar.”

Hopen op haar vwo-diploma durft Mathilde nog niet. „Het voelt alsof het niet voor mij is weggelegd.” Ondanks de tegenslagen ziet Mathilde wel de mooie dingen van het afgelopen jaar. „Ik haalde mijn rijbewijs, ik ben een opleiding koordirectie gaan volgen en ik ben nu dirigent van twee koren van onze gemeente. Ook heb ik inmiddels een baan als onderwijsassistente.” En als dat papiertje binnen is, begint ze vol goede moed aan de duale pabo-opleiding.