Ik lijk net een echte examenkandidaat, nu ik voor in de gymzaal van het Ichthus College Veenendaal zit. Op mijn tafel heb ik alleen papier, een pen en een flesje water. Een woordenboek is niet nodig. Denk ik. En de rekenmachine, die ik op alle tafeltjes zie liggen? Vast ook niet. Denk ik. Tot ik de eerste opgave lees. Hoeveelheden graan en aantallen personen door elkaar delen. Gelukkig mag ik mijn telefoon gebruiken.

De jongen naast me werkt veel sneller dan ik. Als ik bij vraag 9 ben, is hij al bij 14. Ik probeer me niet op te laten jagen. Maar ik moet nog tot 47. En ik heb het warm. Dat komt vast door de ingewikkelde opgave over de kinder­opvangtoeslag. Het antwoord staat er al, alleen de berekening wordt gevraagd. Ik zit er steeds een paar cent naast en snap niet wat ik verkeerd doe. Pas na tien minuten krijg ik het antwoord dat ik wilde. En dan heeft de jongen naast me zijn papier al weer twee keer omgeslagen.

Bij de vragen over fairtrade­chocoladerepen dwalen mijn gedachten af. Ik kan me niets voorstellen bij een totale handel in eerlijke cacao van 7500 ton. Laat ook maar, als het antwoord maar klopt. Snel verder nu. Iets met de verhouding tussen omzet en afzet. Bij de inhoudelijke vragen aarzel ik steeds. Nivelleren, markt­aandeel… wat was het ook alweer? Ik maak mijn antwoord zo lang mogelijk. Tien regels. Dan staat er vast iets goeds in.

In vraag 34 gaat het opeens over een bedrijf waarvan ik nog nooit heb gehoord. Hoe kan ik dan aangeven welke functie het heeft? Gelukkig is het een meerkeuzevraag. Ik gok C. Nog even diep nadenken bij een paar opgaven. Nog een paar berekeningen. Precies als ik alle vragen beantwoord heb, vertelt een docente dat het laatste kwartier is aangebroken. Even al mijn antwoorden nalezen. Volgens mij had het slechter gekund.

Ik kan niet wachten op de mail van de docent die alles voor mij na zou kijken. Thuis zoek ik de antwoorden meteen op. Jammer, met mijn mooie verhaal over de verhouding tussen lage arbeidsproductiviteit en hoge kostprijs ging ik de mist in. En in de berekening bij vraag 30 ben ik de helft vergeten. Toch ligt mijn cijfer waarschijnlijk ergens rond de 8. Als die berekening tenminste wel klopt.