Officieel wordt Arnold vanaf 2008 samen met zijn broers uit huis geplaatst. Veel verschil maakt dat niet, want sinds zijn geboorte gaat Arnold van pleeggezin naar pleeggezin. Vanwege de depressie van zijn moeder en een scheiding van zijn ouders is het voor hem niet mogelijk om thuis op te groeien.

„Ik heb niet zo veel van vroeger onthouden omdat het niet zo’n fijne tijd was. Ik voelde me niet altijd op m’n plek in de pleeggezinnen waar ik woonde. Het ging op termijn toch vaak botsen. Wanneer je in een jaar tijd bij zeker drie verschillende gezinnen verblijft, denk je alleen maar: „O, ik ben toch zo weer weg.” Je zit gewoon te wachten totdat je op jezelf mag wonen, omdat je er helemaal klaar mee bent.”

Teleurgesteld
Als Arnold 15 jaar wordt, denkt hij: „Wanneer houdt het nou op? Er blijven iedere keer tegenslagen komen. Ik geloof niet meer dat er een God is. Het hoeft van mij niet meer! Ik ga wel weg van de kerk en ga een beetje gek doen.” Hij is erg teleurgesteld omdat hij nergens een vaste basis heeft.

'Wees dankbaar als je gewoon thuis kunt wonen'

Ondanks alles blijft Arnold wel contact onderhouden met zijn beide ouders. Zijn moeder sluit zich in deze periode aan bij een andere kerkelijke gemeente. Hierdoor vindt er bij Arnold een belangrijke omslag plaats. „Ik ging een keer met mijn moeder mee en merkte dat er in die gemeente veel naar elkaar werd omgekeken. Er was liefde en iedereen ging doordeweeks met elkaar om. Dat sprak mij aan! Hierdoor ging ik me weer in het geloof verdiepen.”

Hij ervaart dat God hem door zijn moeilijke periode heen heeft geholpen. „Het is niet zo dat ik er niets aan overgehouden heb, maar het gaat goed met mij. Tijdens mijn middelbareschoolperiode heb ik vier jaar in hetzelfde pleeggezin gewoond, waardoor ik heb kunnen nadenken over mijn vervolgopleiding. Hier ben ik wel heel blij en dankbaar om.”

Zegeningen
Sinds vorig jaar volgt Arnold een opleiding tot technisch specialist. Hij gaat afwisselend naar school of naar een stageadres. Ook is hij weer in een ander pleeggezin terechtgekomen. „Omdat ik 18 jaar ben, moest ik op mezelf gaan wonen. Toen ik dat een tijdje gedaan had, ben ik toch ingetrokken bij het gezin van een vriend en vriendin van mij. De laatste tijd zie ik dat ik voor veel dingen ben bewaard en dat ik er eigenlijk goed ben uitgekomen. Daar ben ik dankbaar voor. Jongeren die dit meemaken komen er soms minder uit, doordat ze er iets aan overhouden of compleet losgeslagen zijn. Ik ervaar de laatste tijd best wel veel zegeningen omdat het goed met me gaat en ik geniet van mijn vrienden, mijn opleiding en mijn werk.”

Vertrouwen
Aan leeftijdsgenoten wil Arnold graag meegeven dat ze heel dankbaar mogen zijn als ze nog gewoon thuis wonen. „Jullie kunnen gerust tot je 20e of 23e thuis blijven wonen. Als je in een pleeggezin woont, dan houdt het bij je 18e op en dan heb je niet de vastigheid die een gezin heeft.”

Door alles wat hij meemaakte, heeft Arnold geleerd om meer te kijken naar de goede dingen van het leven. „Eerst zag ik alleen de slechte dingen. Dan lijkt het alleen maar erger te worden en voel je je nog rotter worden. Juist dan is het belangrijk om te blijven hopen en vertrouwen dat alles weer beter wordt. De Heere zal het weer beter maken; Hij heeft alles in Zijn hand.”


Dit is het derde deel in een artikelenserie van het LCJ over ”Bijzonder ;) jong”. Hierin worden jongeren geïnterviewd die een bepaalde levensles hebben geleerd die ze graag willen doorgeven aan tieners.