Sommige mensen begrijpen niet dat Verbeek (50) in de maanden april en mei nooit een paar dagen of langer met vakantie gaat. Maar Verbeek wil dat niet, want dan staan zijn fruit¡bomen in bloei en in die tijd kan er nog nachtvorst komen. De hele oogst kan dan in één nacht verloren gaan. "Vroeger kon je er niets tegen doen en moest je het maar afwachten. Tegenwoordig zijn er beregeningsinstallaties, maar de bediening daarvan luistert heel nauw. Als je het verkeerd doet, heb je nog meer schade dan als je niets tegen de vorst had gedaan. Dat laat ik dus niet aan een ander over. De verantwoordelijkheid van je jaaromzet kun je niet bij een ander neerleggen."

De Oldebroekse fruitteler is "een moderne boer." "Daar heb je er twee van. De ene richt zich op de mondiale markt en is altijd bezig meer te produceren. De andere is de multifunctionele boer die minder produceert, maar meer diensten aanbiedt."

Verbeek is sinds 1996 zo''n multifunctionele of, zoals hij zelf zegt, "verbrede" boer. In 1982 begon Verbeek, nadat hij het fruittelersbedrijf van zijn ouders in de Noordoostpolder had overgenomen, als "fruitteler voor de wereldmarkt." "Ik was jong, 22 jaar, en ambitieus. Het bedrijf groeide, groeide en groeide."

Halverwege jaren negentig kon Verbeek een boerderij overnemen en groeien van 35 naar 50 hectare. "We hadden toen ruim dertig mensen in dienst, werkten zowat alle dagen van de week van de vroege ochtend tot de late avond en hadden drie opgroeiende kinderen. Mijn vrouw en ik hebben elkaar toen diep in de ogen gekeken en we hebben ons afgevraagd: Willen we zo door?"

Verbeek en zijn vrouw hadden hun keus snel gemaakt. Ze kozen niet voor schaalvergroting, maar voor verbreding en daarmee voor hun gezin. "Omdat er in de polder al verschillende boeren fruit aan huis verkochten en omdat de meeste klanten van het oude land kwamen, wilden wij een nieuw fruittelersbedrijf beginnen langs de Zuiderzeestraatweg, wat nu de A28 is."

Uiteindelijk kwam Verbeek in 1996 met zijn gezin in Oldebroek terecht. "Hier was een naaldbomenkwekerij. Het gunstige van deze plek was de zogenaamde hoge grond, die van belang is voor de ontwatering."

Bij Verbeek ging het roer volledig om. "Voorheen was het zo veel mogelijk produceren met een kleine marge. Nu stond het zelf verkopen aan de particulier centraal. Intussen hebben we een grote boerderijwinkel en een netwerk met gelijksoortige bedrijven opgebouwd: een kaasmaker, een slager, iemand die met honing bezig is. Wij verkopen van anderen en anderen verkopen van ons. Allemaal eerlijke producten direct van het land. Daarnaast hebben we ''s zomers een theetuin en leid ik toeristen in de boomgaard rond."

Voor Verbeek is het van belang dat hij het voor elkaar krijgt dat de klant in de auto stapt en naar het boerengebied rijdt om bij hem te kopen. "Je product moet zich kwalitatief onderscheiden van dat van de supermarkt. Het gaat om smaak en om wat ze noemen smaakbeleving."

Maar dat is het volgens Verbeek niet alleen. "Een oud gezegde luidt dat handel je moet worden gegund. Bij een supermarkt kun je naarbinnen lopen, je spullen in een karretje stoppen en afrekenen zonder een woord te zeggen of zonder dat iemand iets tegen je heeft gezegd. Dat vinden we normaal. Maar dat gebeurt bij mij in de winkel niet. Het is: "Goedemorgen" en "Hoe gaat het?" De mensen hebben behoefte aan een vriendelijk woord. En mij geeft het ook voldoening."


Opleiding

-Mbo: De meeste fruitteeltleerlingen zijn geconcentreerd op de agrarische opleidingscentra van Geldermalsen en Goes. Niveau 2 leidt op tot medewerker, niveau 3 tot vakbekwaam medewerker en niveau 4 tot kaderfunctionaris (management of ondernemerschap) en biedt de mogelijkheid tot hbo-vervolgstudie.

-Hbo: Er bestaan geen speciale hbo-fruitteeltopleidingen. De tuin- en akkerbouwopleidingen bieden de ruimte bij vrije opdrachten fruitteelt op te pakken.

-Wo: De studie "plant science" (Wageningen Universiteit) heeft een aantal vaste onderdelen, maar geeft daarnaast in overleg met de studiebegeleider ruimte voor studie naar fruitteelt.