Visser & Visser Registeraccountants, staat er op het nog bijna nieuwe kantoor aan de rand van Barendrecht. De beide oprichters zijn geen broers, geen achterneven, ze zijn zelfs helemaal geen familie van elkaar. "We kenden elkaar van de Guido de Brès in Rotterdam en werkten op hetzelfde middelgrote accountantskantoor in Rotterdam. Toen het daar door een fusie met een van de grootste accountantskantoren te specialistisch werd en wij ons werk als ''financiële huisarts'' onvoldoende konden uitoefenen, begonnen we op 1 april 1989 samen een eigen kantoor waarin we ons juist richtten op het midden- en kleinbedrijf."

Twee werknemers waren er toen. Nu zijn het er bijna honderd en is de maatschap uitgebreid met drs. J. S. A. Boer en mr. C. G. Dijkstra. Naast het hoofdkantoor in Barendrecht kwamen er vestigingen in Gouda en Middelharnis. En op 1 december ging ''Barneveld'' open. "Onze klanten in het oosten moesten altijd maar naar het westen komen. Nu kunnen ze dichterbij huis terecht."

Steeds meer regels

Accountants zijn er in soorten. Sommigen richten zich met name op het samenstellen van financiële verslagen en het geven van administratieve ondersteuning, terwijl anderen zich juist bezighouden met de controle van financiële paperassen. "Wij begonnen vooral met het eerste, maar we doen het nu allebei. Daarom wilden we ook groeien. Mensen die hier komen werken, laten we aan beide kanten van het vak ruiken. Dan wordt vanzelf helder waar hun interesse ligt. Op accountantskantoren wordt vaak gezegd dat het controlewerk het interessantst is. Maar voor sommigen is dat te afstandelijk, te abstract. Als ''financiële huisarts'' ben je meer bij een bedrijf betrokken. Het blijft uiteindelijk een persoonlijke keus.

Een tweede reden om naar groei te streven is de toenemende regelgeving waar je als kantoor aan moet voldoen. Als gevolg van internationale schandalen als die rond Enron zijn er steeds meer regels rond kwaliteit en onafhankelijkheid. Om dat aan te kunnen, moet je kunnen beschikken over een behoorlijk personeelsbestand. Groeien gaat overigens niet vanzelf. Allereerst: je werk moet gezegend worden. Ten tweede: je moet personeelsleden vertrouwen en verantwoordelijkheid durven geven."

Avondstudie

Voor Visser zelf was aanvankelijk niet geheel duidelijk wat hij wilde na zijn vwo-opleiding. "In ieder geval de economische kant op, maar ik wist niet precies hoe en wat. Dat gebeurt wel meer bij economische beroepen. Veel scholieren hebben er onvoldoende zicht op welke werkzaamheden je in deze sector kunt aanpakken. Er is zo''n diversiteit aan beroepen, dat er veel onzekerheid heerst. Scholen spelen hier gelukkig wel meer op in dan vroeger, door informatiemarkten en snuffelstages. Wij krijgen op ons kantoor ook scholieren op stage. Dan is het de kunst om ze binnen een week echt enthousiast te maken voor je beroep. We houden ook bijeenkomsten voor havo- en vwo-leerlingen om hen voor het vak te interesseren. Daarnaast geeft onze personeelsfunctionaris voorlichting op het Hoornbeeckcollege."

Wie het allemaal nog niet zo precies weet, kan volgens Visser het best voltijds verder studeren aan een universiteit (vijf jaar dagstudie bedrijfseconomie, gevolgd door een ''postdoc'' accountancy, eventueel in deeltijd) of aan een heao of meao met vervolgopleidingen. "Een voordeel van dagstudie is de breedte van de opleiding. Overigens gaat ook met de wat minder brede avondopleiding de hele financiële wereld voor je open door de combinatie van theorie en praktijk.

Zelf wilde ik na het vwo aan het werk. Dat betekende wel dat ik dat acht jaar lang moest combineren met een zware avondstudie, terwijl ik een groeiend gezin had. Je vrouw moet er dan helemaal achter staan. En jijzelf ook. Je hebt een ijzeren discipline nodig. Een voordeel van deeltijdopleidingen is dat de werkgever ze vaak betaalt."

Strak in 't pak

Visser studeerde aan het Nederlands instituut voor registeraccountants (Nivra), dat de opleiding nu samen met de Nyenrode in Breukelen aanbiedt. "Je kunt ook kiezen voor een heao-opleiding tot het wat praktischer beroep van accountant-administratieconsulent (AA). Voor het meer boekhoudkundige werk is een meao-opleiding, gevolgd door de avondstudie mba, voldoende."

Voor middelbare scholieren die direct aan het werk gaan, is het soms even slikken. "Van het scholierenleventje rollen ze opeens in een wereld van strak in ''t pak. Gemiddeld hebben ze twee jaar nodig om er goed in te groeien."

Visser noemt zijn werk "enorm intensief. Je moet heel veel wisselen tussen cliënten en je bent voortdurend bezig met het oplossen van problemen. En dat gebeurt niet altijd tijdens kantoortijden. Daarin moet je je klanten wel een beetje opvoeden. Tegen iemand die me steeds tijdens de maaltijd belde, zei ik: Als de telefoon onder het eten gaat, zeggen mijn kinderen: "Dat is zeker die en die meneer." Hij begreep het en beloofde beterschap."

Kameleon

De accountancy biedt veel uitdaging, vindt de Barendrechtse RA. Het is een boeiend vak, heel afwisselend. Je controleert ondernemingen, je adviseert bij financieringen, herstructurering van bedrijven en nalatenschapsplanning. Je bent net een kameleon. Het ene ogenblik spreek je met een winkelier en het volgende moment met een directeur van een internationale groothandel. Die omschakeling moet je kunnen maken. Je hebt veel inlevingsvermogen nodig in dit werk. Mensen die moeite hebben met die breedte, kiezen eerder voor de boekhoudkundige kant van het vak.

Het is een voordeel dat we zelf ook een bedrijf hebben moeten opbouwen. Daardoor (her)ken je de moeilijkheden van startende en groeiende ondernemingen. Maar álles weet je in dit werk nooit. Je raakt nooit uitgeleerd."


Opleiding

* Met vmbo of havo naar meao (mbo), aangevuld door een cursus boekhouden (mba-spd)

* Met havo of vwo naar de heao (voor accountant-administratieconsulent, AA)

* Met vwo voltijds naar de universiteit (bedrijfseconomie) of in deeltijd naar Nivra-Nyenrode (registeraccountant, RA)