Vier antieke tractoren doen het stof opwaaien als ze achter elkaar door het Zeeuwse landschap rijden. Hier doen ze het voor, de vier jongens achter het stuur en de anderen die tevreden op het boerenerf staan te kijken. Deze vriendengroep van tien man sleutelt elke vrijdagavond aan oude tractoren.

Een vijfde tractor, half gedemonteerd, staat in de schuur van de boerderij in Westkapelle: een witte David Brown van eind jaren 60. Eigenaar is Eric Rottier (19) die zichzelf en zijn maten opgaf voor deze serie. Ze kruipen een voor een van achter en onder de tractor vandaan en stellen zich voor: Mike Kooijman (18), Joan Maljaars (19), Wiebe de Korte (19), Arend de Visser (18), Hans Minderhoud (19), Peter Wisse (19) en Pim de Visser (19). De tweeling Jacco en Pieter de Visser (19) is er vandaag niet bij; die maakt het tiental normaal gesproken compleet.

Project

Het begon vier jaar geleden met de oranje Fiat van Wiebe, die op het erf van zijn vader stond weg te roesten. Als 15-jarige ging hij ermee aan de slag en zijn vrienden –tevens klas- en kerkgenoten– hielpen hem. Als een stel jonge honden wierpen ze zich op het project en na amper driekwart jaar stond de tractor er weer als nieuw bij. Een sleuteltijdperk was aangebroken.

„Toen werkten we nog hard, nu zijn we meer een onthaastclub”, lacht Hans. De dubbele frietpan draait overuren, maar aan de glimmende tractoren op het erf te zien, leveren de jongens geen half werk. Ook de nodige aanpassingen aan de David Brown getuigen van vakmanschap. „We doen in principe alles zelf”, aldus Eric. „Kaal maken, spuiten, elektriciteit. Arend en Wiebe zijn elektrospecialisten. De rest doet van alles en nog wat.”

Het grootste deel van de groep volgt een technische opleiding. Een enkeling werkt in de bouw en twee zitten in de agrarische hoek. Linkse handen zijn hier echter niet te vinden. Wie bepaalt wie wat doet? „De eigenaar van de trekker die we op dat moment opknappen.”

Op hol

Joan start de driecilinder van zijn Britse Nuffield, een robuuste tractor uit 1962. Hij kocht hem van zijn neef, die hem direct een adres van een handelaar in Limburg gaf voor onderdelen. „Dat was handig, want veel specialisten voor dit merk zijn er niet. Hij had al wat aan het motorblok gedaan, wij hebben hem verder helemaal opgeknapt.”

Met de groene Deutz van Peter maakte de groep iets vreemds mee. Peter: „Toen ik hem kocht, was hij in behoorlijk slechte staat en had ruim tien jaar stilgestaan. De motor liep nog wel, maar toen we er allemaal omheen stonden, sloeg hij opeens op hol.” De brandstofpomp mengde een klein beetje diesel in de smeerolie van de pomp, waardoor deze na verloop van tijd de regulateur niet meer naar behoren liet functioneren en het toerental in razend tempo opliep. De jongens kunnen er nu om lachen. „Maar je schrikt je naar als je ernaast staat. We dachten dat-ie ontplofte”, aldus Joan.

De uit Duitsland afkomstige McCormick International van Pim heeft als enige tractor een stuk bijbehorend gereedschap: een aardappelplanter, ook uit de jaren 60. „Daar zijn we ongeveer net zo lang druk mee geweest als met de hele trekker”, aldus Peter. Waarop Hans reageert: „Ja, dat komt doordat het steeds gezelliger wordt.”


Ze zijn vaak in de schuur te vinden, sleutelend aan hun auto, brommer, boot of tractor. Puntuit neemt je in een serie mee langs een aantal handige jongeren. Dit is deel 3 in de serie.