Op zijn klompen loopt Jeroen naar een schuur op het boerenerf van zijn vader. Hij schuift de groene deur open. Erachter ligt een auto op zijn kant, zodat de bodem goed te zien is. „Het was net gatenkaas”, grijnst Jeroen. Zijn vingers gaan over de lasnaden. „Samen met mijn vader heb ik alles weer dichtgelast. Er zit al een paar maanden werk in. Nog een paar gaten en hij kan weer rechtop staan. Dan gaan we verder met de rest.”

Vorig jaar mei kocht Jeroen de oranje-gele Volkswagen K70 LS uit 1973. Een zeldzame auto, aldus de jonge sleutelaar. „Van de LS-uitvoering met 100 pk zijn er tussen de 4000 en de 5000 gebouwd. Waarschijnlijk zijn er nog maar een stuk of twintig van in Nederland.”

Historie

De student megatronica weet veel van de historie van zijn auto af. Over de geschiedenis in het algemeen, bijvoorbeeld dat het model door NSU is getekend en daarna door Volkswagen is gekocht. Maar ook over het verleden van de auto zelf. En juist dat maakt zijn project bijzonder. Jeroen pakt er een dikke map bij, vol met folders, boekjes en foto’s.

„Ik ontdekte het kenteken deel 3 op de voorruit van de auto. Daar stonden een naam, adres en woonplaats op, die ik in Google heb ingetikt. Uiteindelijk ben ik met de eerste eigenaar in contact gekomen. Hij heeft me foto’s, folder en onderhoudsboekjes gegeven en vond het erg leuk dat ik ‘zijn’ auto ging restaureren.”

Lassen doet Jeroen het meeste zelf, maar als het moeilijk wordt, vraagt hij hulp van zijn vader. De jonge sleutelaar loopt om de auto heen en wijst naar de onderkant van de voorruitstijl. „Hier is hij helemaal doorgerot. Een moeilijke plek om te maken, dus dat mag mijn vader doen.” De staat van de auto viel hem wel een beetje tegen. „Toen ik hem kocht, wist ik niet dat er zo veel gaten in zaten. Maar daar was de prijs ook naar; ik heb er weinig voor hoeven te betalen en loop dus weinig risico.”

Ongeluk

De aanleiding om de auto te kopen was niet zo mooi. Jeroen kwam begin vorig jaar met zijn arm tussen een lopende band en liep twee botbreuken en een zenuwbeschadiging op. Hierdoor hing zijn rechterhand lange tijd slap. „Een vervelende tijd, maar ik kan mijn hand gelukkig weer gebruiken. In die tijd keek ik regelmatig op Marktplaats rond. Toen kwam ik deze auto tegen en heb hem gekocht om bezig te kunnen zijn.”

Maar om te sleutelen heb je toch twee handen nodig? „Het motorblok heb ik grotendeels met één hand uit elkaar gehaald. Gewoon rustig aan doen. Uiteindelijk is de revisie goed gelukt.”

Om dat te bewijzen, loopt hij naar een andere schuur. Daar staat het motorblok werkelijk te glimmen van nieuwigheid. „Hij liep eigenlijk direct toen we hem weer in elkaar hadden gezet. Wacht, ik zal hem even laten lopen.” Hij prutst wat met draden en een paar seconden later staat de motor mooi stationair te draaien.

Keurmeester

Gemiddeld is Jeroen twee tot drie avonden per week met zijn project bezig. „Er moet wel tijd blijven voor andere dingen, zoals catechisatie. Ook kan het best gebeuren dat ik er een hele week niets aan doe. Ik wil er graag mee door; het zou mooi zijn als ik er deze zomer voor het eerst mee toeren kan.”

Dat wordt dan nog flink doorwerken, want voorlopig is de auto een kaal karkas met hier en daar nog flinke gaten. „We gaan gewoon door, maar ik doe het allemaal wel goed. Regelmatig komt een apk-keurmeester het werk bekijken. Tot nu toe is hij erg tevreden, dat is toch mooi om te horen.”


Ze zijn vaak in de schuur te vinden, sleutelend aan hun auto, brommer, boot of tractor. Puntuit neemt je in een serie mee langs een aantal handige jongeren. Vandaag deel 1.