Ze is verslaafd aan kleding, geeft Alieska uit Nederhemert toe. „Mijn kast zegt dat ik te veel kleren heb. Maar ik draag alles. Er zijn geen jurken, shirts of blousjes die ik nauwelijks aan heb.”

Haar kledingstijl typeert de student pedagogiek als „een bij elkaar geraapt zootje.” De kledingkast op haar kamer bevestigt dat. Alle kleuren, soorten, lengtes en motiefjes zijn vertegenwoordigd. „Ik ben creatief genoeg om van alles met elkaar te matchen. Soms zal het niet volgens de regels van de modewereld zijn, maar van mij mag er veel qua combinaties.”

Combineren is het sleutelwoord voor Alieska. „Als je een rok koopt waar je geen passende trui of blouse bij hebt, zul je hem weinig dragen en is het een miskoop. Dan denk je in de winkel: dit is leuk. Kom je thuis, dan blijk je er weinig mee te kunnen.”

Vintage kleren draagt Alieska het liefst. „Spul uit de jaren 50 en zo. Van die grote rokken. En de jaren 80 zijn fijn vanwege de kleuren. Lekker fel. Knallend.” Ze haalt een zwarte rok vol rode bloemen van de roede in haar kast. „Deze is lekker wijd. Ik draag hem veel.”

Pied-de-poule

De jurk die de Hoornbeeckstudent tijdens het interview draagt, is wit met zwarte hanenpoten: pied-de-poule heet dat motief. „Het is mijn recentste aankoop. Eigenlijk: aanwinst, want mijn tante heeft hem betaald.”

Van haar ouders krijgt Alieska maandelijks 50 euro kleedgeld. „Gelukkig heb ik een tamelijk goedkope kledingstijl. Ik draag bijvoorbeeld geen broeken. Dat scheelt, want die zijn vaak duur. En ook lastig. Je moet dan altijd de juiste breedtemaat hebben. Dat is het voordeel van lange en wijde rokken en jurken. Die passen al snel.”

Lange rokken kunnen ook lastig zijn. „Ik reis dagelijks met het openbaar vervoer van en naar het Hoornbeeck College in Rotterdam. Ik heb met deze een keer vastgezeten in de roltrap op Rotterdam Centraal”, lacht Alieska terwijl ze een gebloemde rok uit de kast haalt. „Ik bleef hangen en hoorde iets kraken. Uiteindelijk kon ik mezelf gelukkig lostrekken. De rok is wel beschadigd, maar dat kon gemaakt worden.”

Tijdens de ruim vijf uur die ze per bus en trein reist, ziet Alieska veel kleren voorbijkomen. Ze geniet ervan om op Utrecht Centraal vanaf een bankje de kleding van mensen te beoordelen. „Je ziet zo veel geks voorbijkomen. En je ontdekt wat de trends zijn. Lange plissérokken zijn bijvoorbeeld in. En fila sneakers, met van die enorme zolen. Dat vind ik helemaal niks.”

Een andere hobby van de Nederhemertse is het doorbladeren van catalogi van grote kledingzaken. „Dan doe ik een wedstrijdje met mezelf: raden welke items er over een maand in de mode zijn.” Zelf iets uit de catalogus aanschaffen zal Alieska niet snel doen. „Ik koop veel tweedehands. Ongeveer de helft van mijn voorraad heeft een eerdere eigenaar gehad. Eigenlijk moet dat meer zijn, vind ik. Maar het lastige is dat er weinig tweedehandszaken in de buurt zijn. Even de Zara inlopen is makkelijker.”

Insta

Behalve consument is Alieska ook aanbieder in het tweedehandscircuit. Een halfjaar geleden begon ze het Instagramaccount @vincycle_ waarop ze gedragen kleding aanbiedt. Ze plaatst foto’s van overbodige kleren. ”Jurkje shoeby, bieden vanaf 5 euro”, staat er bij de foto van een zwarte jurk. „Vinden mensen het leuk, dan bieden ze via de chatfunctie van Insta.”

In een halfjaar gingen er ruim twintig kledingstukken de digitale toonbank over. Alieska: „Ook weleens iets van vrienden. Die stuurden foto’s naar mij op, zodat ik het te koop kon zetten. Zo leverde het hun nog wat geld op, de koper had nieuwe kleding voor bijna niets, en ik kreeg een klein deel van de winst. Opbrengst: drie blije mensen.”