Een ijskoude ochtend. Talrijke zangvogels begroeten de zonsopkomst met een jubelend concert. Ook de gemeentewerf in Ermelo is wakker. Het lijkt een mierennest op de werkplaats. Mannen in feloranje jassen sjouwen planten, spades en ander gereedschap naar de gele gemeenteauto’s die in een rijtje staan. De volgeladen wagens verspreiden zich even na 8.00 uur over het bosrijke Ermelo.

Tussen het manvolk loopt één vrouw. Maaike stapt in de auto die collega Edsard heeft klaargemaakt voor vertrek. In de laadbak staan zo’n dertig groene planten; laurierkersen. „In de speelplaats van een woonwijk hier dichtbij staat al een heg van deze planten. Die moet nog langer worden”, legt Maaike uit.

„Hé Rijk. O, je bent er al? Wij zijn onderweg”, belt de Harderwijkse vanuit de auto naar haar collega die met een graafmachine alvast naar de kluslocatie is gereden. „Rijk moet voor ons een strook gras weghalen, zodat wij de planten erin kunnen zetten.”

Loftrompet

Het zware motorgeluid van de graafmachine echoot tussen de twee rijtjeshuizen die als muren om de speelplaats heen staan. Edsard parkeert de gele auto op het gras. Maaike maakt de laadklep open, doet handschoenen aan, pakt vijf planten tegelijk en zet ze dichtbij de strook grond waar de laurieren geplant moeten worden.

„Ik merk geen verschil met mannelijke collega’s. We kunnen prima samen werken”, steekt Edsard de loftrompet terwijl hij Maaike helpt met sjouwen. „En ze is eigenwijs genoeg om met zware klussen ook gewoon mee te doen. Als er grote stukken van een omgezaagde boom moeten worden versjouwd, bijvoorbeeld.”

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is ”arbeider groenverzorging” mannenberoep nummer 1; het aandeel vrouwen is „in het groen” het laagst van alle beroepen.

Maaike is het gewend om alleen met mannen te werken. Ze was de enige vrouw in de klas toen ze de opleiding ”opzichter uitvoerder groene ruimte” deed. „Daarvoor deed ik glasteelt, een niveau 3-opleiding. Daar begon ik met drie andere meiden, maar die zijn op den duur wat anders gaan doen.”

Werken met mannen is prettig, vindt Maaike. „Ze zijn makkelijker. Overleggen gaat beter. Je hebt aan een half woord genoeg.” De Veluwse voelt zich one of the guys. „Op kantoor zitten twee vrouwen, maar die doen heel ander werk, dus daar praat ik niet veel mee.”

Wolkjes

De graafmachine is klaar. Een kaarsrechte strook zwarte aarde wacht om beplant te worden. Maaike en Edsard spitten erop los. „Er zitten nog een paar lastige boomwortels in. Die moeten weg”, legt Maaike uit. Na het nodige getrek, gehak en geknip kunnen de laurierkersen de grond in.

Uit het opbergkastje aan de zijkant van de auto haalt Maaike een mes. „Om de kluit met wortels zit een netje dat gemaakt is van onder andere plastic. Dat mag niet in de grond belanden, dus ik snij het los.” Edsard graaft intussen gaten, zodat zijn collega de planten direct op hun plek kan zetten.

De kou doet de tuinman en -vrouw wolkjes blazen. Terwijl kers na kers in de grond wordt gezet, praten de twee over een nieuwe keuken in het huis van Edsard. Even later gaat het over een klus die ze eerder deze week deden. „Met mannen bespreek ik geen andere dingen dan met vrouwen. Het gaat meestal over werkgerelateerde zaken. Maar ook iedere dag wel over de familie of de thuissituatie”, vertelt Maaike. „Nee, laat mij maar met mannen werken. Dat gaat prima zo.”