Beveiliger Merit wordt er blij van. Samen met haar collega houdt ze bij de rode ingang van het Wartburg College, locatie Guido de Brès, in de gaten of de middelbare scholieren de coronamaatregelen naleven. „Het is niet dat we als halve politieagenten keihard handhaven”, zegt opleidingscoördinator Dirk Kroon. „We zijn gastheer en gastvrouw en willen de school veilig houden door iedereen op de coronaregels te wijzen.”

Zes studenten Beveiligen en Bewaken van het Hoornbeeck College proberen, samen met een team docenten en conciërges, deze dinsdagochtend coronabesmettingen te voorkomen op de reformatorische middelbare school. 

Voordat de eerste leerlingen arriveren, brieft praktijkbegeleider Rens Kok de studenten in lokaal 312. „De doelgroep is jullie bekend. Het gaat om middelbare scholieren tussen de 12 en de 18 jaar. De vwo’ers geven geen problemen, maar de havisten en vmbo’ers uit de bovenbouw willen nog weleens jullie gezag testen. Dat maakt jullie taak uitdagend, want de leerlingen moeten natuurlijk wel naar jullie luisteren. Afgelopen vrijdag vertikte een leerling opnieuw een mondkapje op te zetten. Namen van veelplegers gaan we daarom noteren en aanleveren bij de adjunct-directeur.”

De tweedejaarsstudenten, die inmiddels een beveiligingsdiploma op zak hebben, drinken koffie en luisteren. Als niemand vragen heeft, draagt Rens het stokje over aan studente Merit, de leider van vandaag. „We houden de jassen aan, want Heidi heeft vanmorgen geen zwart shirt aangetrokken”, instrueert ze. En de beveiligers moeten er hetzelfde uitzien. Dus trekt de groep gehoorzaam de jassen aan. Dan doen ze de oortjes van hun portofoon in, trekken ze hun mondkapje voor en vertrekken ze per tweetal uit lokaal 312. Op naar de rode, blauwe of gele ingang om leerlingen te verwelkomen.

 

Sjaal

Daar komt de eerste leerling aangeslenterd. Hij draagt een gele capuchontrui en trekt een mondkapje uit zijn jaszak terwijl hij naar de deur loopt. „Hoi”, groet Merit opgewekt als de jongen haar wil passeren. „Wil je je handen nog even desinfecteren?” Zonder iets te zeggen, slentert de leerling terug naar de desinfectiepaal. „Dankjewel!” zegt Merit even opgewekt. Opnieuw geen reactie. 

Een meisje duwt haar sjaal voor haar mond als ze de beveiligers ziet. De Hoornbeeckstudenten zijn onvermurwbaar. „Heb jij een mondkapje bij je?” „Jawel”, antwoordt ze, „maar dat zit in mijn tas.” „Graag even opdoen.” „O, oké”, zegt ze terwijl ze dan toch maar haar tas overhoop haalt.

Jan en Jacco lopen een ronde door de nog bijna lege gangen. „We letten op of iedereen het mondkapje blijft dragen”, zegt Jan. „En of ze niet in de gangen blijven hangen maar rechtstreeks het lokaal ingaan. Want dat is de bedoeling.” Na een paar minuten beginnen leerlingen de gangen te vullen. Een leerling duwt het mondkapje weer op zijn neus als Jacco hem aankijkt. „Door de beveiligers word je weer aan de regels herinnerd”, zegt hij. „Dat is op zich niet erg.”

David (13) vergeet zijn handen te desinfecteren als hij de school binnenstapt. Dus wordt hij er vriendelijk aan herinnerd dat te doen. „Ze doen goed werk”, zegt de 2-havo/vwo-leerling over de beveiligers. Dat vindt ook havist Jack (17). „De mondkapjes, het desinfecteren, ik vind het allemaal onzin. Maar de beveiligers motiveren me wel om me toch aan de regels te houden. Want ze zijn aardig en zeggen altijd hoi.”

De 3-vmbo’er Ralph staat bij de conciërge om voor 50 cent een mondkapje te kopen. Hij was het vergeten. Hij is minder te spreken over de beveiligers. „Ze doen niks, lopen alleen rondjes”, vindt hij. „En die 1,5 meter handhaven ze helemaal niet.”

Die laatste uitspraak klopt in ieder geval voor een deel, beaamt praktijkbegeleider Rens. „Grote groepen trekken we uit elkaar, maar als mensen met drie of vier bij elkaar staan, grijpen we niet in. Dat is gewoon niet te doen, want de leerlingen zoeken elkaar toch op.”

 

Gezag

Voordat de kleine pauze begint, drinken de beveiligers een kop koffie met elkaar. „Loop rond alsof je de directeur van het gebouw bent”, adviseert Rens zijn studenten. „Het werkt als je uitstraalt dat leerlingen je niks kunnen maken. Dat sommige leerlingen tegen gezag trappen, komt doordat ze nog niet volwassen zijn. Maar jullie kunnen daarmee omgaan.”

Merit geeft instructies voor de pauze die eraan komt. „Leerlingen hoeven geen mondkapje te dragen als ze eten of drinken. Maar dat mag geen excuus worden om geen kapje te dragen. Dus ook als ze eten, moet het mondkapje onder de kin aanwezig zijn. Nog vragen?” Het blijft stil, dus trekken de mannen en vrouwen er weer in tweetallen op uit.

Jacco en Daan lopen hun ronde. Het is meteen prijs. Een leerling die onderuit op tafel zit, ziet de mannen aankomen. Spontaan begint de mondkaploze leerling kauwbewegingen te maken. Daan trapt er niet in. „Wil jij misschien even je mondkapje opdoen?” „Ja, natuurlijk.” Zwijgzaam vervolgen de beveiligers hun weg. Een dame stapt zonder mondkapje het klaslokaal uit. „Wil jij je mondkapje opdoen?” „O ja, sorry.” Mondkaploze dame drie beweert, terwijl ze in haar tas grabbelt, dat ze het aan het zoeken is. Jacco wacht, net zo lang tot ze inderdaad een mondkapje tevoorschijn haalt. „Bedankt.”