Eenmaal op school aangekomen staan er al groepjes leerlingen te praten in het fietsenhok. Iedereen is blij om elkaar weer te zien. Als we naar boven mogen om onze mentor te ontmoeten en in de aula twee toetsen te maken staat er al een pompje met desinfecterende gel klaar. Zoals gewoonlijk komt er veel te veel uit. Ik krijg mijn handen niet droog en zoek ondertussen wanhopig naar een plekje in de aula. 

Onze mentor doet een opening en daarna worden we aan het werk gezet. Na de twee toetsen worden we verzocht weer naar huis te gaan. Een korte schooldag dus. Ik wacht in het fietsenhok op een vriend om mee naar huis te fietsen. Ondanks dat het een korte dag is, waar we veel onze mond moeten houden is het leuk om de rest van de klas in levenden lijve te ontmoeten.

Met het zicht op de volgende “live” schooldag, ga ik de rest van de week weer thuis aan de slag. Op donderdag is het feest in huis, want er is iemand geslaagd. Doordat er familie komt om koffie te drinken vergeet onverhoopt de les Latijn. De conciërge belt me en het schaamrood staat op mijn kaken. Ik stuur gelijk een e-mail om me te verontschuldigen. Gelukkig wordt mijn afwezigheid me niet erg kwalijk genomen.

Nu op naar de volgende toetsen. En misschien krijg ik in de toekomst ook wel live-lessen. Het is in ieder geval een feest om naar school te gaan.


Rinder Bouma (14) zit in het derde jaar van zijn vwo-opleiding aan het Driestar College in Leiden. De violist uit Lisse schrijft voor Puntuit columns over het scholierenbestaan in coronatijd.