Nederland haalt opgelucht adem nu veel coronamaatregelen voorzichtig verruimd worden. Voor jongeren die in het verleden een angststoornis hadden, ligt dat anders, ziet psycholoog Yvonne Stikkelbroek. „Naar school gaan bijvoorbeeld, dat is voor deze groep iets engs. In de klas zijn veel mensen, daar is prestatiedruk, daar is groepsdruk. Daarom vonden veel jongeren die gevoelig zijn voor angst of depressie het wel prima om de afgelopen maanden thuis te zitten. En de kans is groot dat ze er nu als een berg tegen opzien om weer naar school te gaan.”

Meer dan een op de vijf jongeren krijgt voor zijn 21e te maken met een depressie of angststoornis. Van hen krijgt 60 procent een terugval binnen drie jaar na de behandeling. Om jongeren beter weerbaar te maken tegen de terugkeer van een depressie is Stikkelbroek met een paar collega’s StayFine gestart. „We hebben een app ontwikkeld waarmee jongeren oefeningen kunnen doen die moeten helpen om negatieve gedachten weg te nemen. Op die manier volgen wij de deelnemers drie jaar, om te kijken of het goed blijft gaan.”

Piekeren

Sinds maandag is StayFine de StayFine-lijn gestart. „Omdat we dus vermoedden dat veel jongeren stress krijgen van het idee dat allerlei activiteiten weer opstarten. En omdat ze door corona misschien te maken hebben gehad met het overlijden van een bekende. De combinatie van bijzondere omstandigheden maakt het risico op een terugval groot.”

De eerste jongeren die de hulplijn hebben gebeld, bevestigen het vermoeden van Stikkelbroek en haar collega’s. „Die bellers zijn gaan piekeren. Over wat hun allemaal te wachten staat, over hoe ze de coronamaatregelen in acht moeten nemen. En als ze eenmaal in een neerwaartse spiraal zitten, dan stapelen de negatieve gedachten zich op. Door dat gepieker slapen ze slechter, ervaren ze meer stress, voelen ze zich minder fit. En zo raken ze in een diep dal.”

Wie naar de hulplijn belt, krijgt een hulpverlener te spreken. „Eigenlijk is het een soort telefonisch consult. We proberen de negatieve gedachten om te buigen”, legt Stikkelbroek uit. Het gesprek is gratis en duurt gemiddeld twintig tot veertig minuten. „Het staat iemand vrij om meerdere keren de hulplijn te bellen, maar als je meer hulp nodig hebt, is het verstandiger om contact op te nemen met de huisarts.”

Jongeren die niet eerder depressieve gevoelens hadden, mogen ook naar de hulplijn bellen, verzekert Stikkelbroek. „Dan helpen we je zeker, maar ook dan zullen we je doorverwijzen naar de huisarts.”

De coronacrisis zorgt niet alleen voor somberheid, benadrukt Stikkelbroek. „Veel jongeren krijgen juist een extra gevoel van eigenwaarde doordat ze iets voor oude en eenzame mensen kunnen doen. Door boodschappen voor de buurman te halen, blijf je in actie en is er geen ruimte voor sombere gedachten. Mensen helpen maakt blij.”


„De kans op een terugval is heel reëel”

Jerney Sanna (22) uit Oss raakte drie jaar geleden in een depressie. De coronacrisis maakte de Brabantse bang voor een terugval.

„Op mijn negentiende liep ik vast. Waarschijnlijk begon het doordat ik op de middelbare school ben gepest. Ik had veel sombere gedachtes. Om dat weg te drukken, ging ik veel werken. Veel te veel. Ik stelde hoge eisen aan mezelf. Daardoor sliep ik slecht, raakte ik overwerkt, en kon ik alleen maar negatief denken. Op den duur kreeg ik zelfs gedachten aan zelfmoord. Toen ben ik met mijn ouders en de huisarts gaan praten. Ik kreeg met een spoed een doorverwijzing naar de ggz. Een behandeltraject van anderhalf jaar volgde. Wekelijks had ik een uitgebreide sessie met een psycholoog. Eind 2018 heb ik dat afgerond.

Ik ben het type dat bezig moet blijven om piekergedachtes geen kans te geven. Daarom is de coronacrisis voor mij geen makkelijke tijd. De week dat alles op slot ging, had ik vakantie. Toen heb ik wel veel nagedacht over hoe het nu verder moest. Gelukkig ging mijn werk gewoon door. Maar ’s avonds was het stil en saai. Dan kwamen er weleens negatieve gedachtes. Tegenwoordig kan ik daar ontspannen mee omgaan. Ik geef mezelf een week om die gedachtes kwijt te raken. Als het na twee weken nog steeds in m’n hoofd rondspookt, trek ik aan de bel.

Ook al voel ik me nu goed, ik besef dat de kans op een terugval heel reëel is. En die kun je beter voorkomen dan ervan te moeten genezen.”