Achtentwintig klinkt best fors, maar de kaart verklapte dat het vaak maar héle kleine gemeentetjes zijn. Het Gelderse Rozendaal is zelfs zo mini dat er helemaal geen winkels zijn. Die hoeven dus ook niet per se open.

Mijn woonplaats valt ook een beetje in die categorie. Het aantal winkels is hier op de vingers van één hand te tellen. Hoewel ze van de gemeente open mogen, doen ze dat niet. Volgens mij niet vanwege religieuze motieven, maar omdat zondag zondag is. En de zondag: die is anders.

Die eerste 24 uur van de week verlopen in veel huishoudens niet zoals de overige 144. Dat geldt in ieder geval voor huize Klaasse. Nu ik de leeftijd niet meer heb om naar de zondagsschool te mogen, en ik de doos met Duplo vaak ook ongemoeid laat, zit ik op zondag vooral met m’n neus in boeken en hét Boek.

De zondag is anders omdat hij is toegewijd aan de Schepper. Maar ik vermoed dat er in de meeste huishoudens ook merkwaardige gebruiken zijn die de rustdag een tikkie bijzonder maken. Dat een groot deel van reformatorisch Nederland op zondag soep eet die op zaterdag is klaargemaakt, is bijvoorbeeld best typisch. Toch vind ik het een grandioze gewoonte. Soep is snel opgewarmd, soep ligt niet zo zwaar op de maag, soep is altijd goed – dat laatste is vermoedelijk meer een compliment voor m’n moeder dan een absolute waarheid.

Ook apart: de zondag was bij ons de enige dag waarop er ’s winters kaarsen werden aangestoken. Verder gebeurde dat alleen met verjaardagen of het huwelijksjubileum van m’n ouders.

Toen mijn broers, zussen en ik nog klein waren, was er op de rustdag een strakke planning. Na de ochtenddienst aten we dus soep. Als die op was, zocht eenieder zijn kamer op om te lezen of een dutje te doen. Om drie uur dronken we thee of limonade, met vaak een bijzondere koek of taart erbij. Onderwijl ontfermde ik me over de puzzel in de kerkbode. Een halfuur later: tijd voor het tweede bakje, met een chocolaatje. Daarna las m’n moeder voor, bijvoorbeeld uit de kerkgeschiedenis van Joh. Vreugdenhil. Klokslag vier uur daalde mijn broertje af naar de kelder om een zak chips te halen. Was de zak leeg, dan zongen we psalmen bij het orgel. Sloeg de klok vijf keer, dan werd de tafel gedekt en nuttigden we een broodmaaltijd. Dan de avonddienst, en daarna: fruit.

Als kind vond ik de zondag soms wat lang duren. Maar o, wat was er veel rust, reinheid en regelmaat. Terugblikkend kan ik mijn ouders daar alleen maar heel dankbaar voor zijn.


Reageren? chris@rd.nl