Het voornemen van het bestuur van het Zeeuwse Calvijn College om de smartphone van de school te weren en de massale steun van ouders voor dit plan (RD 19-8) zijn verblijdend. Ik hoop en geloof dat dit een goede uitwerking zal hebben op de leerlingen.

Eerlijk gezegd, meen ik dat dit besluit het enige is dat past bij de lijn die het reformatorisch onderwijs altijd gevolgd heeft ten aanzien van de televisie. Er was een houding van voorzichtigheid tegenover de verleiding van de wereld en van wantrouwen jegens het eigen hart.

Die houding vond ik wat minder terug in de woorden van drs. W. de Kloe, lid van het college van bestuur bij het Driestar College (RD 20-8). Over het besluit van het Calvijn College was hij sceptisch, en dat met de volgende redenering: „Als je ziet hoeveel de smartphone voor volwassenen betekent, is het raar als je de mobiel voor jongeren weghoudt.”

Beest uit de aarde

Dat deze redenering mijns inziens niet steekhoudend is, blijkt als je het woord ”smartphone” vervangt door bijvoorbeeld ”auto”. Moeten we jongeren zelfstandig met de auto naar school laten gaan omdat die in het leven van veel volwassenen zo belangrijk is? Jongeren voorbereiden op autorijden doe je niet door de sleutels in handen te geven, maar door verkeersinzicht te leren.

Nog vreemder wordt de zin trouwens als we ”smartphone” door ”seksualiteit” vervangen.

Genoemde redenering is vooral naïef, alsof de smartphone puur een technisch stuk gereedschap is. Expert Pardoen van Bureau Jeugd en Media ziet dat scherper: „Volwassenen weten hoe zwaar het is hun schermgedrag te reguleren. Voor een kind is dat nog lastiger.” De lijn doortrekkend, zeg ik: binnen de kortste keren heeft de smartphone ons in de greep. Dus „als je ziet hoeveel de smartphone voor volwassenen betekent”, moet je kinderen er juist tegen beschermen!

Laat ik nog een stap verder gaan. Er zijn zeer veel aanwijzingen dat internet in het algemeen en de smartphone (en haar opvolgers) in het bijzonder alles te maken hebben met het ”beest uit de aarde” uit Openbaring 13. Internet en smartphone staan ten dienste van het rijp maken van de geesten van de mensen wereldwijd voor de aanbidding van humanisme en hedonisme (lees Harari’s boek ”Homo Deus”). Dagblad Trouw schreef onlangs: „Als je al eens dacht dat God precies wist wat je dacht, probeer dan nu Gafam (de grote vijf Amerikaanse internetbedrijven) maar eens uit je hoofd te houden.”

Er is meer. Sluit de klimaatcrisis, waar wij op afstevenen als we niet echt bereid zijn om ons te bekeren van onze overconsumptie, niet aan bij Openbaring 8 en 16? Sluit de wetteloosheid, die als een tsunami over Nederland en andere delen van de wereld spoelt, niet aan bij 2 Thessalonicenzen 2? Denk aan de Nashvilleverklaring. De commotie daaromheen bracht de complete ”Umwertung aller Werte” in Nederland schrijnend aan het licht.

Scepsis

Er is alle reden om de Bijbel zeer dicht naast de krant te houden en dan onze tijd precies terug te lezen in de voorzeggingen van Christus en Zijn apostelen. We moeten onze tijd daarom zien als een periode waarin het er meer dan ooit om spant: „Die vuil is, dat hij nog vuil(er) worde; die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde” (Openbaring 22:11). Als wij dit ernstig nemen, verliezen we alle naïviteit rond de smartphone en andere technische ontwikkelingen (denk aan het opkomende 5G). Het komt er echt op aan of wij verlangen dat „de kleinen met de groten” het beest (Openbaring 13:16) òf God (Psalm 115:13) aanbidden.

Hierom moeten wij met de nodige scepsis kijken naar de inspanning die ook in het reformatorisch onderwijs gedaan wordt om de jeugd te laten meetellen. Onze belangrijkste roeping is niet om jongeren bekend te maken met de manieren van de wereld, maar om hun te leren de slinksheid daarvan te doorzien. Ze moeten niet worden voorbereid op meedoen met de maatschappij, maar op uitsluiting door haar.

Waarlijk vrij

Die uitsluiting hoeven wij uiteraard niet op te zoeken, maar ze zal onvermijdelijk aan de orde zijn (Openbaring 13:17). Hoe meer wij daarom zien dat ouderen niet meer zonder smartphone kunnen, hoe benauwder wij moeten zijn om jongeren aan die slavernij bloot te stellen. „Indien de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn” (Johannes 8:36). Het is mijn gebed dat de maatregel in Zeeland ten dienste van deze vrijheid mag staan.

 

De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Oldebroek-’t Harde.