Juist ook doordat christenen naar de kerk gaan, onderscheiden ze zich van anderen. In coronatijd vindt Evert het extra bijzonder naar de kerk te mogen. „Om eerlijk te zijn heb ik soms geen zin. Dan heb ik zo’n gevoel van; moet dat nou?” Toch vindt Evert het belangrijk om wel te gaan, zeker nu hij vanwege virusmaatregelen maar één keer in de twee of drie weken naar de kerk kan. „Als ik daar zit, besef ik dat het een zegen is om in de kerk te mogen zitten. Zo kun je God leren kennen. Hij gebruikt Zijn Woord om je tot Hem te brengen.”

Auto

Niet alleen op zondag is Evert met zijn geloofsovertuiging bezit. „Je moet elk moment beseffen dat je een christen bent. Als je bijvoorbeeld op de fiets zit en een automobilist gedraagt zich lomp, dan moet je niet brutaal terug doen.”

Thuis krijgt het geloof dagelijks een plek. „Ik houd stille tijd op mijn slaapkamer, lees en bid voordat ik weer naar bed ga. Als gezin zijn we het gewend om na het eten en aan het einde van de avond uit de Bijbel te lezen. Na het Bijbellezen zingen we een psalm”, zegt Evert met zijn mannenstem in wording. „Dat we ritmisch zingen, vind ik wel lekker. Zelf klink ik wat minder lekker.” Evert speelt de psalmen ook vaak mee op het orgel.

Zondag is een speciale dag. „Dan lezen me met elkaar een goed boek. Bijvoorbeeld ”Vast en zeker”. Dat heeft mijn vader geschreven als uitleg bij de Institutie van Calvijn. Een andere keer lezen we ”De Heilige Oorlog.” Het boek ”Helder en klaar” over ”Redelijke Godsdienst” heb ik nog niet gelezen. Dat is meer wat voor oudere jongeren.”

Folders

Op school krijgt Evert het vak godsdienst. Dat vindt hij belangrijk. „Ik vind dat je genoeg moet weten van de kerkgeschiedenis en van het jodendom. En in de Bijbel staan veel dingen moeilijk geschreven, dat wordt bij godsdienst dan uitgelegd. Je leert hoe de Bijbel in elkaar zit en wie de Bijbelschrijvers zijn. Soms komt het in de les tot gesprekken. We hebben een docent die dat goed kan begeleiden. Dan kunnen we als klas serieus praten met elkaar.”

We komen aan het einde van ons telefoongesprek. Zou Evert later in Gods dienst willen werken? Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. „Lastig. Ik denk dat je als dominee een roeping nodig hebt om dat ambt op je te nemen. Dat ga je niet doen omdat je het leuk vindt. Zo’n roeping heb je ook nodig als je als evangelist werkt of als zendeling naar een ander land gaat. Wat ik wel zou willen doen is in de stad folders uitdelen of rondbrengen. Dat is ook werk in Zijn Koninkrijk. Dat mensen tot de Heere kan brengen.”

„Ik weet nog niet zo goed wat ik later worden wil”, besluit Evert. „Ook als gymdocent bijvoorbeeld kun je in Gods dienst zijn. Niet alleen bij de dagopeningen en in het gebed, maar ook door je leerlingen een goed voorbeeld te geven hoe je je als christen kunt gedragen.”

 

Redelijke Godsdienst

De Nederlandse predikant Wilhelmus à Brakel schreef een belangrijk boek over het christelijk geloof. Het heet ”Redelijke Godsdienst”. Vele onderwerpen behandelde de dominee vanuit Bijbels oogpunt. Het boek verscheen voor het eerst in het jaar 1700 en werd daarna vaak herdrukt. Om ”Redelijke Godsdienst” voor jongeren begrijpelijk te maken en uit te leggen, schreef de vader van Evert ”Helder en klaar”.