Zie hem daar staan. Dichterbij durft hij niet te komen. Hij kijkt naar beneden, beschaamd over zijn zonden. Met zijn hand slaat hij op zijn borst en roept: „O God, wees mij zondaar genadig.” Zijn gebed wordt verhoord. Om zijn gebedshouding? Nee. Om Christus’ wil.

Zie David zijn handen opheffen. Alleen daar vandaan kan zijn hulp komen. Wordt zijn gebed verhoord? Ja, door Christus, Die het reukwerk voor Gods aangezicht brengt (Ps. 141:2).

De godvruchtige Hanna bewoog haar lippen in het gebed, maar niemand hoorde wat ze zei (1 Sam. 1:13). Daniël bad met zijn gezicht richting Jeruzalem (Dan. 6:11). Hun gebeden werden verhoord.

Als je deze geschiedenissen nauwkeuriger leest, zal je iets opvallen. De gebedshouding laat iets zien van de houding van het hart. Dat zie je wel vaker. Het uiterlijke laat (als het goed is) iets zien van het innerlijke.

Wat laten de gevouwen handen en de gesloten ogen zien? Met gevouwen handen kun je eigenlijk niets doen, nietwaar? Je kunt er niet mee werken, je kunt er niet mee schrijven, het is geen houding waarmee je jezelf verdedigt. Je gevouwen handen laten zien dat je het niet verwacht van eigen inspanningen of prestaties. Bij alles waarvoor je bidt, ben je afhankelijk van de Heere.

Natuurlijk moeten we de handen weer uit de mouwen steken en aan het werk gaan. We hebben onze verantwoordelijkheid. Maar eerst waren de handen gevouwen. Eerst hebben we beleden dat we het zelf niet kunnen. Onze Catechismus zegt zo mooi: „En dat noch onze zorg en arbeid, noch Uw gaven, zonder Uw zegen ons gedijen (baten), en dat wij derhalve ons vertrouwen van alle schepselen aftrekken en op U alleen stellen” (antw. 125).

Ook de gesloten ogen drukken iets uit. We sluiten ons een poosje af voor de wereld om ons heen. Misschien denk je wel: Lukte dat maar! In je gedachten kun je onder het bidden nog van alles zien. Helaas wel ja. Het zorgt ervoor dat ook je gebed de reiniging van zonden nodig heeft. Dat neemt niet weg dat de gesloten ogen uitdrukken dat je je niet wilt richten op de wereld om je heen, maar op de Heere. Daarom vraagt het bidden tot Hem heilige eerbied (Ps. 99:5).

Niet één gebedshouding verdient verhoring. Wel kunnen we door onze gebedshouding de verhoring in de weg staan. Denk maar aan de houding van de farizeeërs op de hoeken van de straten (Matth. 6:5). Voel je nu ook hoe triest het is wanneer in klas- of catechisatielokalen jongeren onder het bidden gewoon blijven kijken. Hoe verdrietig als jongeren in de kerk onder het bidden zitten te sms’en. Waar is het besef dat de Heere heilig is? Doe aan zulke praktijken nooit mee. Neem tijdens het bidden maar de eerbiedige houding aan zoals je die is aangeleerd. En vergeet niet te bidden om de Geest der genade en der gebeden (Zach. 12:10). Alleen Hij leert je echt bidden.


 

Zit jij ook met een geloofsvraag? Laat het ons weten via info@puntuit.nl of stuur een appje naar 06-20601065.