Heb je wel eens met heimwee in je hart Genesis 1 en 2 gelezen? Adam kon doen wat God van hem vroeg. Hij kon God liefhebben, dienen en gehoorzamen. Hij hoefde niet bekeerd te worden, niet te smeken om vergeving.

Heb je wel eens met verdriet Genesis 3 gelezen? Hoe ontzettend diep is onze zondeval. We kunnen niet meer wat God vraagt. We kunnen Hem niet meer liefhebben, eren en gehoorzamen. En dat om eigen schuld. Een zware schuld rust op ons; we kunnen onszelf er niet van bevrijden. Bekeerd moeten we worden, maar we kunnen het niet. God vraagt dat we Hem met heel ons hart zoeken, maar we doen het niet. Hij waarschuwt ons ernstig voor het eeuwig verderf, maar we luisteren niet. Hij nodigt ons hartelijk en welmenend, maar we komen niet. Veel Bijbelteksten zou ik kunnen noemen. Ik wil je vragen om Jeremia 6:16-17 met aandacht te lezen.

Waarom begin ik hiermee? Bij vragen over de bekering kunnen we naar twee kanten uitglijden. Sommigen zeggen: De Heere vraagt dat we zoeken. Ik ben gaan zoeken, dan zal ik Hem vinden, daar mag ik op rekenen. Ik denk niet dat je met zo’n snelle redenering geholpen bent. Anderen zeggen: We kunnen niets anders doen dan afwachten, we zijn immers zondaren. Maar dat is ook een redenering die we zo niet in de Bijbel vinden. Dus geen van beide is de Bijbelse weg.

Onze onmacht is groot, onze onwil is heel sterk. Zonder wonder van God zullen we ons nooit bekeren. Hoogstens zoeken we naar de hemel om van de straf verlost te worden. Maar we zullen niet oprecht naar God zoeken. Als God ons niet begint te zoeken, is het onherroepelijk verloren. Bij de Schotse prediker Samuel Rutherford las ik: „Christus is al binnen uw deur, voordat u toestemming geeft om voor Hem open te doen tot uw verlossing. Christus is pas welkom als Hij al gekomen is.”

Wat moet ik nu doen? Denk eens aan een kind dat een hekel aan zwemles heeft. Hij doet niet zijn best en maakt er een rommeltje van. Het kind raakt op een dag te water. Om eigen schuld kan het niet zwemmen. Hij moet wachten op hulp. En toch. Hij roept, schreeuwt, spartelt. Nog nooit heeft hij zo zijn best gedaan om te zwemmen, want het is nu nood. De mensen roepen: Zwemmen! Dan springt een sterke man in het water en brengt het kind behouden aan de kant.

Het is nood in je leven. Nog even en je moet sterven. Sterven is God ontmoeten. Om eigen schuld kun je je niet bekeren, maar het moet wel. Wat is het een wonder dat God leeft. Hij zond Zijn Zoon als Zaligmaker naar deze wereld om het verlorene te zoeken. Daarom kan het. Nog altijd is het woord waar: Wie Hem aanroept in de nood, vindt Zijn gunst, oneindig groot. Laat zo je Bijbel maar openliggen bij Psalm 86:5-6.


 

Zit jij ook met een geloofsvraag? Laat het ons weten via info@puntuit.nl of stuur een appje naar 06-20601065.