Het gaat om Zijn eer

Deutronomium 32:27-44

Ten ware, dat Ik de toornigheid des vijands schroomde, dat niet hun tegenpartijen zich vreemd mochten houden; dat zij niet mochten zeggen: Onze hand is hoog geweest; de HEERE heeft dit alles niet gewrocht. Want zij zijn een volk, dat door raadslagen verloren gaat, en er is geen verstand in hen. O, dat zij wijs waren; zij zouden dit vernemen, zij zouden op hun einde merken. Hoe zoude een enige duizend jagen, en twee tien duizend doen vluchten, ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en de HEERE hen overgeleverd had? Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze vijanden rechters zijnde. Want hun wijnstok is uit den wijnstok van Sodom, en uit de velden van Gomorra; hun wijndruiven zijn vergiftige wijndruiven; zij hebben bittere bezien. Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift. Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten? Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten. Want de HEERE zal aan Zijn volk recht doen, en het zal Hem over Zijn knechten berouwen; want Hij zal zien, dat de hand is weggegaan, en de beslotene en verlatene niets is. Dan zal Hij zeggen: Waar zijn hun goden; de rotssteen, op welken zij betrouwden? Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn zij dronken; dat zij opstaan en u helpen, dat er verberging voor u zij. Ziet nu, dat Ik, Ik DIE ben, en geen God met Mij, Ik dood en maak levend; Ik versla en Ik heel; en er is niemand, die uit Mijn hand redt! Want Ik zal Mijn hand naar den hemel opheffen, en Ik zal zeggen: Ik leef in eeuwigheid! Indien Ik Mijn glinsterend zwaard wette, en Mijn hand ten gerichte grijpt, zo zal Ik wraak op Mijn tegenpartijen doen wederkeren, en Mijn hateren vergelden. Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen, van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn. Juicht, gij heidenen, met Zijn volk! want Hij zal het bloed Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land en Zijn volk. En Mozes kwam, en sprak al de woorden dezes lieds voor de oren des volks, hij en Hosea, de zoon van Nun.

Uitleg

De Heere spreekt allerlei oordelen uit over Zijn volk vanwege hun ondankbaarheid, zonde en afgoderij. Er komt honger, ziekte, onderdrukking door vijanden en de dood. De Heere zou ze kunnen verstrooien over de hele wereld zodat niemand meer weet dat er een volk Israel bestaan heeft. Maar er staat dat er iets is dat Hem tegenhoud om die oordelen uit te voeren. Het gaat om Zijn eer! Ik ben de almachtige God! Er is maar één reden dat God nog naar mensen omziet: Zijn eer. Niets in ons. God kan niet van het volk af waar Hij een verbond mee heeft gesloten. Wat kunnen we veel leren van alle gebeurtenissen in het oude testament. Hoe de Heere omgaat met Zijn volk. Hoe dat volk altijd weer zich van de Heere afkeert en de afgoden gaat dienen. Dan straft de Heere hen, beloven ze beterschap, en begint het weer van voren af aan. Het leert ons hoe wij zijn. Mensen in wie geen enkele trouw is. Zelfs niet trouw zijn aan de God die ons maakte, die elke dag ons van alle goeds voorziet. Maar vooral laat het ons zien Wie God is. Hij heeft Zijn Naam verbonden aan dit volk. En wat gebeurt er met Zijn Naam als dit volk ophoudt te bestaan? Dan zullen de heidenen denken dat ze meer macht hebben dan deze God. Daarom zal Zijn wraak zich tegen Zijn vijanden keren. En de heidenen zullen juichen met Zijn volk. Dat kan omdat de kerk uitgebreid zal worden onder de heidenen, en Zijn land en Zijn volk verzoend zullen worden. Hoe dat kan? Omdat de hitte van Gods gramschap wordt geblust. Door de komst van de Messias. Zo zorgt God dat Hij weer aan Zijn eer komt. Ook in jouw leven? Het is een wonder als een mens door genade bij Zijn volk mag gaan horen. Dan ervaar je dat er niets in jou is waarom Hij jouw God zou willen zijn, maar ook hoe ontzettend waard Hij het is om gediend te worden.


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Ook als het moeilijk is

Als je dit hoofdstuk leest vanaf het begin, zullen deze woorden je verbazen. Jeremia klaagt dat de Heere hem in het donker heeft geleid, dat de Heere tegen hem is en hem niet hoort. Hij wordt verdrukt en geplaagd zodat hij zich zwak en hopeloos voelt. Hij verwacht het niet meer van God. Zover kan het met iemand komen. Nood ...

-Woensdag: Geeft onze God grootheid

Dit hoofdstuk is een lied. De Heere geeft Mozes en Jozua de opdracht om een lied te schrijven. En wat zien we in deze verzen duidelijk de trouw van God, Wie Hij is. Hij is een Rotssteen; vast, betrouwbaar. Je kunt op Hem aan. God was een Vader voor het volk. Hij heeft ze gemaakt en vastgehouden. Ze moeten terugdenken ...

-Donderdag: En wij?

Het gedeelte dat we lezen beschrijft de reactie van het volk op Gods trouwe zorg. Verzadigd door Gods goedheid keerden ze hem de rug toe. Ze aanbaden de afgoden en brachten die offers. Wat een belediging voor de HEERE! Het staat er nadrukkelijk: ze offerden aan goden die ze niet kenden, aan nieuwe goden die hun vaders nog niet kenden. ...

-Vrijdag: Het gaat om Zijn eer

De Heere spreekt allerlei oordelen uit over Zijn volk vanwege hun ondankbaarheid, zonde en afgoderij. Er komt honger, ziekte, onderdrukking door vijanden en de dood. De Heere zou ze kunnen verstrooien over de hele wereld zodat niemand meer weet dat er een volk Israel bestaan heeft. Maar er staat dat er iets is dat Hem tegenhoud om die oordelen uit ...

-Zaterdag: Ik heb Uw trouw niet verdiend

Gisteren zagen we dat de Heere goed is en trouw betoont aan een volk dat het absoluut niet waard is. Aan ontrouwe mensen. Vandaag lezen we over iemand die dat zelf ook vindt en belijdt. Jakob hoort dat zijn broer Ezau naar hem toekomt. Hij gaat er van uit dat Ezau wraak komt nemen. Hij wordt bang, en treft maatregelen ...

-Zondag: Vertrouw niet op iets anders

In het boek Koningen lezen we deze geschiedenis. De inwoners van Jeruzalem vertrouwden meer op de sterkte van Egypte in de strijd, dan op de Heere. Ergens is het wel te begrijpen. Je ziet de paarden met de vele strijdwagens en de machtige ruiters. Bij elkaar een sterk leger! Het is veel makkelijker om op iets zichtbaars te vertrouwen dan ...

-Maandag: Kennen is vertrouwen

David looft en prijst de grote Naam van de Heere in deze psalm. En hij heeft daar ook alle reden toe. Hij beschrijft zelf waarom hij zich in de Heere verblijd. Allereerst om Wie Hij is: de Allerhoogste. Maar ook om Gods grote daden in zijn leven. En dan zegt hij: die Uw Naam kennen zullen op U vertrouwen. Dat ...