Zondag: Zet hun wat brood en water voor

2 Koningen 6:23

En hij bereidde hun een grote maaltijd, dat zij aten en dronken; daarna liet hij hen gaan, en zij trokken tot hun heer. Zo kwamen de benden der Syriers niet meer in het land van Israel.

Uitleg

Op Elisa’s gebed zijn de soldaten uit Syrië met blindheid geslagen. Zij volgen als lammeren de profeet, die hen naar het centrum van Samaria voert. Daar volgt het gebed, dat hun de ogen mogen opengaan. Tot hun schrik zien zij zich nu omgeven door een voor hen vijandelijke overmacht. Ze zijn omsingeld en kunnen geen kant uit. De koning wil van de situatie gebruik maken om hen voorgoed uit te schakelen. Hij zal ze doden. Maar Elisa kent het beginsel van het oorlogsrecht: gevangenen mogen niet gedood worden. De eindeloze spiraal van geweld wordt doorbroken door een grote maaltijd, in het midden van de stad. Groot, vanwege de verzoening die plaats vindt. Zij worden niet gedood, maar ontvangen het leven. Misschien wel het meest een grote maaltijd, omdat in het Nieuwe Testament brood en wijn veranderd worden in het lichaam en bloed des Heeren. Dat is waarlijk spijs en waarlijk drank. En waar wij de dood verdiend hadden geeft de Heere Zichzelf aan deze maaltijd der Goddelijke verzoening. Hoe vaak zouden we nog moeten bidden, ook met betrekking tot het Heilig Avondmaal: ‘Heere, laat mij het zien!


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: De dood is in de pot

Wat een gastvrij onthaal had moeten worden, liep uit op grote schrik: ‘De dood is in de pot, man Gods!’ In een tijd van hongersnood wil Elisa op een van de profetenscholen zijn discipelen verrassen met een voedzame maaltijd. De mannen moeten genoeg kunnen eten. Hij ziet hen voor zich zitten, met honger in de ogen. Dat ...

-Woensdag: Woensdag: Men zal eten en overhouden

In dit korte stukje komt duidelijk uit dat Elisa in zekere zin een type is van Christus. Hij vermenigvuldigt de broden. Het waren er twintig, met wat los koren er bij. Kan honderd man daarvan eten? Elisa zegt eenvoudig dat men het brood aan het volk moet geven om te eten. Het klinkt al als het woord van de ...

-Donderdag: Donderdag: Was mijn heer maar bij de profeet

Een beroemde generaal uit Damascus, succesrijk in de oorlogen die hij voerde, is melaats. Zijn leven is daardoor verwoest, zijn toekomst weggevaagd. Een meisje uit Israël dient bij mevrouw Naäman. Zij is jong en heeft al vroeg gehoord van de wondermacht waarover Elisa beschikt. Zij gelooft dat de profeet van Samaria in staat zou zijn ...

-Vrijdag: Vrijdag: Ga heen en baad u zevenmaal in de Jordaan

Dat genezing een kwestie is van gewassen en gereinigd worden, blijkt uit de opdracht die door middel van een bode aan Naäman wordt overgebracht. Daarbij gaat het allereerst om de boodschap, en niet om de boodschapper. Elisa blijft thuis. Deze stijl van het Woord botst volkomen met Naämans verwachtingen. Hij staat in vol ornaat voor ...

-Zaterdag: Zaterdag: De melaatsheid van Na�man zal u aankleven

Vanwaar Gehazi? Het antwoord is nog een veel gehoord woord onder ons: ‘Uw knecht is herwaarts noch derwaarts geweest.’ Bijzonder triest, dit gebeuren dat eindigt met de overdracht van de ziekte van Naäman. Eerst was er overdracht van geld en goed, onder een bedrieglijk voorwendsel: ‘Er zijn on- en minvermogende studenten gekomen, voor hen ...

-Zondag: Zondag: Zet hun wat brood en water voor

Op Elisa’s gebed zijn de soldaten uit Syrië met blindheid geslagen. Zij volgen als lammeren de profeet, die hen naar het centrum van Samaria voert. Daar volgt het gebed, dat hun de ogen mogen opengaan. Tot hun schrik zien zij zich nu omgeven door een voor hen vijandelijke overmacht. Ze zijn omsingeld en kunnen geen kant ...

-Maandag: Maandag: Sluizen in de hemel

Tijdens de zondvloed gingen de sluizen van de hemel open. Dat was het oordeel, al was het nog niet het laatste. Nu Elisa de zegen van de bevrijding aangekondigd heeft waardoor er een einde zal komen aan de verschrikkelijke honger, uit de hoofdman zijn twijfel. Als zou het brood regenen uit de hemel, zo machtig, alsof de sluizen opengingen, ...