-

Dinsdag 1 april Mattheüs 16:13-20 Een heerlijke belijdenis.

Wie zegt gij dat Ik ben? Dat is de vraag waar het op aan komt in je leven. Want het gaat niet om een mening over Jezus, maar om een belijdenis met het hart! Gij zijt de Christus! Let op dat woordje ‘de’. Petrus wil er mee zeggen dat er geen andere Christus is, maar in Jezus de Christus te hebben gevonden. Heerlijk, als we in Hem onze Redder en Zaligmaker mogen vinden. Ook nu wil de Geest ons brengen tot dat belijden. Al is het misschien nog aarzelend en gaat het gepaard met veel strijd. Ook Petrus heeft de volle betekenis van zijn belijdenis hier nog niet gepeild. Hij moest nog veel leren, en nog veel meer afleren. Dat is de ervaring van allen die tot deze belijdenis mochten komen! Wie zegt gij dat Ik ben? Christus stelt deze vraag ook aan jou die dit leest. Kwam het nog niet van belijdenis doen? Schuif je het misschien nog voor je uit, als iets voor ‘later’? De Heere is het zo waard! Je voelt je nog veel te zwak in het geloof? Petrus was ook niet zo’n man van stavast, maar moest ook vastgehouden worden. Wat belooft de Heere? Al wat u ontbreekt, dat schenk Ik, zo gij ’t smeekt, mild en overvloedig!

Zingen: Psalm 27:7

-

Donderdag 3 april Mattheüs 16:21-28 Overmoed.

Op het eerste oog is dat heel sympathiek van Petrus. Als Jezus Zijn lijden en sterven aankondigt kan hij die gedachte niet verdragen. Petrus had zijn Meester hartelijk lief en daarom springt hij voor Hem in de bres. Typisch Petrus! Voortvarend en impulsief als altijd. Maar Petrus moest nog leren, dat het precies andersom is. Jezus moest voor hem in de bres springen! Door naar het kruis te gaan, om daar die bres tussen God en onze ziel te overbruggen. En daarom, Petrus: Achter Mij! Jezelf verloochenen en volgen! Ook wij moeten die les leren. En steeds dieper wordt het in het geloof ook geleerd: Ik voor u, daar jij anders de eeuwige dood had moeten sterven. Petrus was in eigen kracht nog heel wat mans, dacht hij. Dat leeft in ons allemaal, ongeacht ons karakter. We helpen zo graag mee; we dragen zo graag wat aan bij de Heere. Maar het is enkel genade. Alles komt van de andere kant, van Gods kant! En daarom: Achter Mij. Want zo sta je Mij in de weg. Tegelijk is dat ook zo rijk, want dan hoef ik ook niets. Want alles is gedaan! Wie zijn leven daarom verliest aan en om Hem, die zal het vinden.

Zingen:Psalm 25:4

-

Zaterdag 5 april Johannes 13:1-17 Bukkende liefde.

Petrus en de andere discipelen wilden geen van allen de minste zijn. Want voeten wassen was slavenwerk. Dan is het Jezus zelf, die knielt aan hun voeten en dat slavenwerk op zich neemt. Versta u wat Ik je gedaan heb?, vraagt Jezus ook aan jou vandaag. Hier schittert de grootte van Zijn liefde. Jezus wist wat Hem te wachten stond vanuit Zijn discipelen: verraad, verloochening en vluchten. Nochtans.....de Meester knielt aan hun voeten! Van die liefde word je stil en breekt je hart. Liefde, die daar het grootst is, waar ze zich het diepst neerbuigt. Dat laat Jezus hier zien. En die liefde wil tot wederliefde wekken. Zoals Ik....zo ook jullie, zegt Jezus. Elkaar de voeten wassen in plaats van de oren. Ook als de voeten van die ander stinken. Geen leedvermaak of roddel bij een misstap van een ander. Maar bewogenheid. De minste willen zijn bij een verschil van mening. Maar ook: je de voeten laten wassen, als een ander jou in liefde vermaant. Onmogelijk? Het wordt geleerd door te komen aan de voeten van Hem, Die al is neergeknield aan jouw voeten om ze te wassen!

Zingen: Psalm 133:3

-

Maandag 7 april 1 Petrus 4:5-14 Het vaste fundament.

We sluiten af met de zegengroet van Petrus aan het eind van zijn eerste brief en bijna ook aan het eind van zijn leven. De God van alle genade! Dat is wat er voor hem overbleef. Enkel genade. Al die momenten dat hij zo zwak was. Of nog zo vol onbegrip. Wellicht gaf het herkenning. Maar dan ook troost, dat Jezus hem opzocht, oprichtte en niet losliet. Door alles heen in Petrus’ leven schitterde de genade van Christus. Niet hij bleek in zichzelf de rotsman te zijn, maar hij werd het door genade. Omdat hij gebouwd werd op de Rots! Genade maakt klein en leert danken. Bekering is nooit af, maar geloven is levenslang leren. Hoe moet het met jouw leven, wil het eindigen als dat van Petrus? Kijk naar het slot van de tekst. De Heere doet het! Hij volmaakt, bevestigt, versterkt en fundeert! Want zo mogen we het lezen: als een belofte. Want wat is mijn geloof, mijn hoop en mijn liefde? Mijn kennis en mijn ootmoed? Allemaal zo onvolmaakt. Maar de God van alle genade: Hij doet het! Nooit kan het geloof teveel verwachten, want des Heilands woorden zijn gewis!

Zingen: Psalm 118:7


-

Aan de hand van enkele momenten uit het levensboek van Petrus zien we deze week, dat geloof geen kwestie is van „onder de knie krijgen”, maar van levenslang leren! Het geloof kent hoogten en diepten. Diepten waardoor je jezelf vaak moet beschuldigen en je herkent in Paulus : „Ík, ellendig mens, wie zal mij verlossen….” Maar ook de hoogten, waarin het zingt in je hart, soms zelfs in de diepten: „In dit alles meer dan overwinnaar door Hem, Die mij heeft liefgehad!”