Die taakverdeling ziet er zo uit: Annemien neemt de was voor haar rekening, Rhodé kookt, Jan-Willem blijkt ineens ook iets in het huishouden te kunnen en Femke focust zich naast haar taak als toiletjuffrouw met name op het FaceTimen met m’n moeder. En ik? Ik ben vooral heel goed in de onmisbare mentale ondersteuning bij deze activiteiten en het geven van constructieve feedback, indien nodig.

Helaas kwam ik er afgelopen week niet zo makkelijk vanaf toen mijn moeder een weekje op vakantie was met m'n jongste zusje. Omdat Rhodé tot laat moest werken, had ik de eer om te koken. En dat heb ik geweten. De anderen ook trouwens. Aangebrande aardappels, ongare kip; het was niet al te best. En het begon al toen de vriezer me op dinsdagmiddag in de steek besloot te laten en ongeveer twee uur lang elke tien seconden piepte. Zo erg zelfs, dat de vrouw aan de andere kant van de telefoon over het vervelende geluid op de achtergrond begon.

Ik had bedacht om lekker makkelijk te eten: kipschnitzels, sla en gebakken aardappels. Dat kon niet al te moeilijk zijn, toch? In een poging de aardappels met spekjes lekker bruin te bakken – en stiekem ook wel een beetje vanuit de bewijsdrang dat ik heus wel kan koken – was ik iets te enthousiast. Gelukkig was er nog niemand thuis, dus gooide ik de aangebrande spekjes en ietwat verkoolde aardappeltjes snel weg. Helaas viel ik al snel door de mand door een nogal sterke brandlucht die nog in de keuken hing toen iedereen thuiskwam. Dat had ik even over het hoofd gezien.

Ondertussen was ik de kip aan het braden. Hier had ik per ongeluk de verkeerde boter voor gebruikt, wat op zich niet echt een groot probleem is, ware het niet dat ik ook veel te weinig boter had gebruikt. Op onverklaarbare wijze voelden zowel m’n broer als m’n vader de noodzaak om de kip eerst uitgebreid te checken voordat zij een hap namen. En dat bleek niet geheel onterecht. De kip was verre van gaar. Omdat Rhodé niet mee zou eten, had ik de laatste schnitzel – na het herstel door de mannen – over de rest verdeeld. Om er vervolgens bij thuiskomst van Rhodé achter te komen dat zij niet zou koken, maar wel gewoon mee zou eten. Er was alleen bijna geen eten meer. Pijnlijke miscalculatie.

Verrassend genoeg heb ik de rest van de week niet meer gekookt. Mijn familie dacht dat het een tactiek was, zodat ik ook nooit meer hoefde te koken. Ik hoop dat ze gelijk hebben. In dat geval is er namelijk nog hoop. Hoop dat er ergens diep van binnen toch een keukenprinsesje in mij schuilt.