Naar het eerste lachje van een baby wordt altijd uitgekeken. Aan het begin tovert de kleine soms een glimlach op zijn gezicht, maar dat is nog geheel willekeurig. Na een paar weken begint het echte lachen, als reactie op de omgeving. Het nieuws gaat de hele familie door: "Hij heeft gelachen." Gevolg: iedereen hangt boven de wieg om lachjes te bedelen.
Ze zeggen wel eens dat een baby kraait van plezier. Dat zeggen we niet meer wanneer het een tiener betreft. Het kenmerk van een tiener is eerder het giechelgedrag. Met een beetje pech gaat het gegiechel over tot de slappe lach. De bewuste personen liggen letterlijk helemaal dubbel van het lachen, terwijl overige aanwezigen niet goed weten wat ze ermee aan moeten. Bij oma daarentegen verschijnt wel eens een wijze glimlach van iemand die terugdenkt aan de goede oude tijd.
Ons lachen komt gedurende ons leven dus in verschillende fasen voor. Kenmerk van al die fasen is dus het geluksgevoel dat even boven komt. Na even gelachen te hebben, heb je het gevoel alles weer aan te kunnen.
De vraag is alleen of wij onszelf genoeg tijd gunnen om te lachen. Niet dat je als in een lachtherapie op commando moet gaan lachen. Nee, het gaat om de spontane lach die recht uit je hart komt.
Petra Klooster, 12 augustus 2010
beeld ANP