De reden van haar verdriet was dat ze geen belijdenis kon doen. Ondanks dat ze meer dan een jaar mijn leergierigste catechisante was. Over werk- en genadeverbond wist ze alles, evenals over heilsorde en genademiddelen. Van het boekje over de wedergeboorte maakte ze uit eigen beweging een lange samenvatting.

Toch rook ze zelf al onraad en kwam vorige week niet opdagen voor haar eindgesprek. Ze leefde namelijk nog ongetrouwd samen. Door de tegenstand van haar man kwam ze ook nog niet trouw genoeg naar de kerkdiensten. Daardoor zullen haar vriendinnen eind januari wel, maar zij nog niet het jawoord geven.

Ik had haar die week verder niet meer gezien en was blij met haar tranen. Ook in onze zendingsgemeente zijn er mensen die het doen van belijdenis maar voor zich uit blijven schuiven. „Waarom toch?” vraag je je soms vertwijfeld af. De tranen van Isabel lieten zien dat het ook anders kan.

Daarbij is er de vaste overtuiging dat Isabel nog mooiere tranen zal huilen. Als na de beproeving eindelijk de belijdenis volgt, is dat vast niet met droge ogen. En nog weer later. Want tranen die in de hemel worden afgewist – dat zijn toch de állermooiste.