Begrijp me niet verkeerd, ik heb helemaal geen hekel aan lezen. Het lezen van een tijdschrift heeft een ontspannende werking op me en tijdens de zomervakantie lees ik menig slap romannetje. Met enige regelmaat ben ik te vinden in de bibliotheek, waar ik laatst zelfs een boekje meenam van de campagne ”Nederland leest – Lezen is vurrukkulluk”. Oké, dat is misschien een beetje overdreven verwoord, maar lezen is toch op zijn minst leuk of ontspannend.
Nederland leest, Neline leest ook. Achttien literaire topstukken welteverstaan. Lezen is nu niet meer vurrukkulluk, zelfs niet meer leuk of een klein beetje ontspannend. Het is pure noodzaak. En het blijft niet bij die honderden bladzijden die gelezen moeten worden. Ik worstel me door de gehele historie van Nederlandse literatuur en ontkom niet aan mystificatie, perspectieven of enig andere technische term.
Momenteel is er slechts één schrijver die me kan inspireren, één man die het werkelijk heeft begrepen. „Veel lezens is vermoeiing des vleses”, zo meent Prediker. Dat kan ik volmondig beamen.