Het rationalisme is tegenwoordig zo ver doorgedrongen dat het bijna onmogelijk lijkt dat we ons nog laten beïnvloeden door een wezen dat maar zo zelden de waarheid spreekt dat het „de vader van de leugen” wordt genoemd. Maar niets is wat het lijkt.
Waarschijnlijk zal geen enkele Nederlander ontkennen dat iedereen uniek is, en dat dat ook goed is. En tegelijk doet het gros van diezelfde Nederlanders er alles aan om maar zo veel mogelijk te voldoen aan het moderne schoonheidsideaal (of de refovariant daarvan) .
En dan het ontzaglijke aantal mensen dat zich minderwaardig voelt: ook al geen exponent van de hedendaagse maatschappij die zich alleen door feiten laat leiden. Blijkbaar geloven we die leugens toch. En zo is het satan dus gelukt om onze gedachten –en daarmee ons gedrag!– te beïnvloeden. De grote vraag is: hoe krijgen we hem weer uit ons denken?
Wat dat betreft kunnen we nog heel wat leren van caissières. Hoe weten zij vals geld van het echte te onderscheiden? Niet door de hele dag vals geld te bestuderen, maar door de kenmerken van het echte, goede waardepapier te kennen. En let eens op de duisternis; die verjaag je niet door je ogen goed open te houden. Maar als je een kaars aansteekt, moet het donker wijken. Op die manier kun je ook door dicht bij God en Zijn Woord te leven, satans macht inperken.
„En u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken” (Joh. 8:32).