In een van de kamers van de universiteit leunt ds. Kater achterover in zijn stoel. De vraag hoe je als jongere moet omgaan met leeftijdsgenoten met een andere geloofsovertuiging ligt op tafel. „Toon pure belangstelling. Heb aandacht voor de ander. Of is dat te vlak? Eigenlijk moet het liefde zijn, maar dat is misschien te hoog gegrepen.” Hij tuurt uit het raam. Dan: „Nee, het is toch liefde. Dat is nodig in het gesprek met zulke jongeren.”

Wat is u in de serie over de jodin, de moslim en de boeddhist opgevallen?
„Dat ze alle drie gevangen zijn in een web van regels. Het gedrag in dat web is beslissend voor de uitkomst van hun leven. Aangrijpend.”

Christenen hebben toch ook hun regels?
„Ja, dat is waar. Dat is lastig hè. Hoe leg ik dat uit, zonder grootse woorden? De regels vanuit de Bijbel zijn om het christelijke leven te beschermen. Niet om er iets mee te verdienen. We kunnen die regels niet houden, willen dat vaak ook niet. Daarom moeten we verlost worden door een Ander. Juist dat aspect mis je bij alle andere wereldgodsdiensten, die persoonlijke verhouding met God. Trouwens, het is opvallend dat het drietal zo gedreven is in hun godsdienst.”

We kunnen wat van hen leren?
„Precies. Alle drie houden ze ons een spiegel voor. Je zou eigenlijk de vraag moeten stellen: „Als aflevering 4 een interview met mij als christelijke jongere zou zijn, wat had er dan gestaan?” Dan kom je bij de kern. Ben ik ook zo overtuigd?”

Het is best eng, om een andersdenkende aan te spreken...
„Dat kan ik goed begrijpen. Vooraf kun je ook niet alles van een bepaalde godsdienst weten. Sommige gesprekken ontstaan zomaar. Daarom is het goed om in je morgengebed te vragen of je tot zegen mag zijn voor anderen. Als je sommige dingen niet weet? Vraag het maar gewoon. Daarmee toon je belangstelling.”

Moet ik zo’n jongere direct proberen te bekeren?
De predikant glimlacht. „Dat is wel vaak onze eerste drang. Probeer echter naar aansluiting te zoeken. Ik bedoel: zoek iets in de godsdienst van de ander om hem of haar aan het denken te zetten. Bij joden is dat niet zo moeilijk. Zowel zij als wij hebben het Oude Testament. Neem dat als uitgangspunt. Pak bijvoorbeeld Jesaja 53 en vraag wat het zo’n jonge jood zegt. En vergeet nooit dat het om joden gaat. Toon respect, want via dit volk hebben wij de woorden van God gekregen.”

Waar ligt de aansluiting bij de moslim en de boeddhist?
„Moslims ontkennen dat Jezus de Zoon van God is, omdat ze denken dat God dan gemeenschap moet hebben gehad. Dat vinden ze oneerbiedig. Probeer uit te leggen dat dit heel menselijk gedacht is. Zo van: eerst vader en moeder, dan kind. Terwijl wij ervan overtuigd zijn dat God van eeuwigheid is. Er was niet eerst een Vader en toen, na zoiets als gemeenschap, opeens een Zoon. Leg dat maar uit.

Bij de boeddhist is het lastiger, maar ook hier zijn genoeg mogelijkheden. Neem die reactie van dat meisje, dat ze nog nooit nagedacht had over de rol van een eventuele schepper. Een prachtige gelegenheid om haar te vragen hoe ze de beoordeling van haar karma ziet. Wie of wat bepaalt dat ze voldoende karma heeft? Er moet toch ergens een hogere instantie zijn die dat regelt?”

Hoe eerlijk mag ik tegen zulke jongeren zeggen dat ze het verkeerd hebben?
„Respect en eerlijkheid gaan prima samen. Als je een wandelaar een weg ziet inslaan waarvan jij weet dat die dood loopt, kun je hem laten lopen. Daarmee toon je weinig respect. Je kunt hem ook waarschuwen. Dan toon je respect én ben je eerlijk. Daarnaast is het belangrijk om niet eerst je eigen gelijk naar voren te schuiven. Luister goed, laat iemand zijn verhaal doen en wees niet vooringenomen.”

Eigenlijk moet ik bekeerd zijn om zo’n gesprek te kunnen voeren...
„Dat is heel mooi gezegd, maar iedereen kan een ander tot zegen zijn. Toch is het waar: alleen vanuit een persoonlijke relatie met de Heere Jezus kun je iemand jaloers maken. Dat je kunt zeggen: „Joh, ik heb zoiets heerlijks geproefd, neem er ook eens van.” Dat echte, dat pure, dat moet er zijn. En als dat er niet is? Dan koester je je in de regels van de godsdienst en leef je net als de jood, de moslim en de boeddhist.”