| Eerdere berichtgeving Topambtenaar Weck op non-actief Premier Kok laakt
verzwijgen infoVan onze redactie politiek
DEN HAAG – In ongebruikelijk harde taal heeft premier Kok gisteren kritiek geuit op functionarissen van de Luchtverkeersbeveiliging Nederland (LVB) die informatie hebben achtergehouden over de lading van de El Al-Boeing die op 4 oktober 1992 in de Bijlmermeer neerstortte. Op de wekelijkse persconferentie na afloop van het kabinetsberaad noemde de minister-president de onthullingen tijdens de openbare verhoren van de parlementaire enquête naar de Bijlmerramp „een hoogst ernstige zaak.” „Als het waar is wat daar is verteld, dan zijn er nog heel veel vragen te stellen. Het is ontoelaatbaar dat een dergelijke vraag om zulke informatie achter te houden, wordt gesteld en het is onvergeeflijk dat zo'n vraag dan ook nog eens bevestigend wordt beantwoord.” Het is niet gebruikelijk dat een bewindspersoon gedurende de openbare verhoren van een enquêtecommissie al een oordeel geeft. De premier hoedde zich er gisteren dan ook voor de verhoren van gedetailleerd commentaar te voorzien. Hij gaf alleen een oordeel over de onthullingen over het achterhouden van informatie. Kok noemde dat oordeel een „uitzondering” op de stelregel dat het kabinet zich terughoudend opstelt. Hij heeft deze uitzondering gemaakt omdat hij zich grote zorgen maakt over de invloed van de onthullingen op „de geloofwaardigheid van het bestuur.” „Burgers moeten hun bestuur kunnen vertrouwen en dan mag het niet zo zijn dat medewerkers de bestuurders dit soort cruciale informatie onthouden.” Slachtoffers
Intussen heeft de enquête al haar eerste slachtoffers geëist. Topambtenaar mr. J. W. Weck is door minister Netelenbos-Koomen van Verkeer en Waterstaat op eigen verzoek op non-actief gesteld. Weck was destijds directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst en als zodanig de hoogste ambtenaar tijdens de Bijlmerramp. Weck is nu directeur-generaal telecommunicatie en post op Netelenbos' ministerie. Hij blijft gedurende de rest van de openbare verhoren thuis. In zijn gisteren aan de minister verzonden brief schrijft Weck dat tijdens de verhoren deze week door (voormalige) medewerkers van de Luchtverkeersbeveiliging verklaringen zijn afgelegd „die tot grote verontruste reacties hebben geleid en waarbij naar mijn oordeel ten onrechte mijn persoon in het geding is gekomen.” Medewerkers van de Luchtverkeersbeveiliging verklaarden gistermorgen dat Weck op de hoogte was van de informatie die El Al een halfuur na de ramp over de gevaarlijke stoffen in de neergestorte Boeing heeft gegeven. Naast Weck zijn ook drie luchtverkeersleiders op non-actief gezet. Verkeersleiders
De Luchtverkeersbeveiliging deed dit na een gesprek gistermorgen met minister Netelenbos. De drie geschorsten maakten deel uit van het team van in totaal zeven verkeersleiders uit de tijd van 1992. De overige vier hebben de Luchtverkeersbeveiliging inmiddels verlaten. De drie verkeersleiders zijn niet gehoord door de enquêtecommissie. Premier Kok zei gisteren ook dat hij deze week voor het eerst van het achterhouden van informatie door de luchtverkeersleiders hoorde. Minister Netelenbos had, toen zij half januari met de bandopnamen werd geconfronteerd, hem niet geïnformeerd. Dat hadden haar ambtsvoorgangers op het ministerie, May-Weggen (1989-1994) en Jorritsma-Lebbink (1994-1998), wel gedaan. Kok liet merken zich aan de handelwijze van Netelenbos te hebben geërgerd. Hij heeft hierover „een stevig gesprek” met haar gevoerd. „Maar gedane zaken nemen geen keer.” De premier deed op zijn persconferentie geen uitlating over mogelijke consequenties voor een of meer van zijn ministers. „De ministeriële verantwoordelijkheid komt pas aan de orde als de enquêtecommissie haar onderzoek heeft afgerond en conclusies heeft getrokken,” aldus de premier. | 