Luchtverkeersleiding
kreeg toestemming
banden te wissen

SCHIPHOL – De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft in het najaar van 1996 „toestemming” gekregen om alle banden met telefoongesprekken, gesprekken tussen verkeersleiders en de radartapes van de Bijlmerramp te wissen.

Het Parool publiceerde gisteren een brief van LVNL-bestuurslid S. Koopmans aan de voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie, T. Meijer, waaruit dat blijkt. De LNVL, toen nog Luchtverkeersbeveiliging (LVB), kreeg de toestemming volgens Koopmans van „autoriteiten”, maar heeft de banden „bewust” niet gewist.

Volgens een woordvoerster van de Luchtverkeersleiding gaven de Raad voor de Luchtvaart en justitie na hun onderzoeken toestemming om bandmateriaal te hergebruiken. Justitie in Haarlem onderzocht na de ramp mogelijke nalatigheid met een melding over afgevallen motoren. Voorzover bekend wisten de Raad en justitie niet van de banden met telefoongesprekken over gevaarlijke lading en vroegen die alleen banden tot aan de crash op.

De verkeersleiding besloot de banden die direct betrekking hadden op de toedracht van het ongeval niet te wissen, omdat „je nooit weet of ze nog bijzondere waarde” zouden hebben, aldus de woorvoerster. De banden met telefoongesprekken bleven ongebruikt in de kast liggen. Er was geen aandacht voor, omdat de lading niet tot het terrein van de Luchtverkeersleiding hoort.

Volgens Koopmans zou er „uren meer bandmateriaal” beschikbaar zijn dan alleen de banden die woensdag ter sprake zijn gekomen tijdens de verhoren. „Nog niet alle beschikbare bandopnamen zijn beluisterd. De tekst van dit transcript mag dus uitdrukkelijk niet als op zichzelf staand worden beschouwd”, verwijst Koopmans naar de banden waarin melding wordt gemaakt van de lading van explosieven en gassen.