Kerk en Godsdienst14 december 2000

„ Bijbelgetrouwen maken sneller ethische bokkensprongen”

De waarde van oude standpunten

HEVERLEE – Hij is er, zo geeft hij eerlijk toe, redelijk pessimistisch over. Prof. dr. G. A. M. Vleugels, hoogleraar Nieuwe Testament in Heverlee, vraagt zich ernstig af of de bijbelgetrouwe schriftvisie in de toekomst zal standhouden. Dat ligt niet aan het oude schriftgeloof. „Dat voldoet wat mij betreft uitstekend.” Het probleem ligt bij bijbelgetrouwe christenen zelf. „De stelligheid van vroeger maakt plaats voor al te grote verdraagzaamheid, die zelfs resulteert in leerstellige onverschilligheid.”

Het schriftgeloof waarmee Gie Vleugels opgroeide, is eenvoudig samen te vatten. „De Schrift is waar, punt.” Dat is de Bijbel voor mij nog steeds, vervolgt de hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Heverlee, een voorstad van Leuven. „In mijn standpunt omtrent het schriftgezag zie ik niet zo veel verschuiving. Wel ben ik in mijn presentatie nog stelliger geworden, denk ik.”

Gie Vleugels behoorde in 1981 tot de eerste lichting studenten aan de ETF. Zijn theologische studie zette hij voort in het Franse Vaux-sur-Seine, om in Potchefstroom (Zuid-Afrika) te promoveren op de onderlinge relatie tussen Paulus' brieven aan de gemeenten in Efeze en Kolosse. De afronding van het proefschrift liet tot mei 1997 op zich wachten doordat Vleugels in 1986 tot docent in Heverlee werd benoemd.

Zelfbewuster
Aan het einde van zijn studie nam Vleugels een „zeer open” houding in. „Als docent gaf ik aan de studenten vrijwel uitsluitend schriftkritische handboeken op. Dat ik het op veel punten niet met die visie eens was, liet ik tijdens college wel merken.”

De Vlaamse nieuwtestamenticus is in de loop van de tijd „zelfbewuster” geworden, schat hij in. „Juist door mijn studie heb ik het volste vertrouwen dat een schriftgetrouwe visie wetenschappelijk te verdedigen is.”

Op dit punt ziet prof. Vleugels een „merkwaardige tendens” binnen evangelicale onderwijsinstellingen wereldwijd. „Zelfs behoudende docenten geven vaak de voorkeur aan schriftkritische handboeken. Bijbelgetrouwen zijn vaak overbezorgd over de indruk die ze bij de wetenschappelijke wereld wekken.”

Dat geldt ook voor Heverlee? „Ook wel. Als je een prospectus over de opleiding uitgeeft, leeft toch wel de gedachte: Wat zullen ze er hier aan de universiteit van Leuven van denken, of in Leiden?”

Niet negeren
Schriftkritische studies blijven in Heverlee niet veilig achter slot en grendel. Integendeel. „Je kunt de schriftkritische wetenschap niet negeren, alsof daar geen zinnige bijdrage aan de wetenschappelijke theologie geleverd is. Ik wil bovendien mijn hele verhaal kwijt. Het is naar mijn overtuiging vruchtbaar om alle argumenten te verzamelen en vervolgens te wegen. Juist door deze werkwijze ben ik gesterkt in de traditionele schriftopvatting.”

Is het nodig dat het aanstaande kader binnen bijbelgetrouwe kerken zo grondig kennisneemt van schriftkritische visies?
„Ja. Het aanstaande kader, en zeker predikanten, moet gefundeerde antwoorden hebben op vragen die gesteld gaan worden. Predikanten moeten die vragen niet zelf opwerpen, dat doen anderen wel. Maar als er vragen zijn, kun je niet de kop in het zand steken. Wie dat doet, vervreemdt mensen van zich die nadenken, die moderne boeken lezen en vragen stellen. Bovendien ga je voorbij aan positieve resultaten van het moderne schriftonderzoek. Bijbelgetrouwen hebben naar mijn mening te veel de neiging om een vaste betekenis aan bijbelse begrippen toe te kennen. Je pakt de concordantie, zoekt alle teksten over ”geloof” op, zet ze naast elkaar – en er komt een vaste betekenis uit. Ik denk niet dat je zo recht doet aan de ontwikkeling van de bijbelse taal.”

Kwalijk nemen
Juist om studenten toe te rusten, laat Vleugels ze volop kennismaken met schriftkritische visies. „Ik zou het mijn professoren zelfs kwalijk genomen hebben als ze dat níét gedaan hadden. Als we geloven dat de Schrift waar is, hoeven we niet bang te zijn voor de feiten, maar kunnen we die eerlijk onder ogen zien.”

Zelf voelt Vleugels ook geen spanning tussen een wetenschappelijke en een gelovige omgang met de Schrift. „Mijn wetenschappelijke studie heeft juist als doel de Bijbel duidelijk te laten klinken, zowel in de ethiek als in het persoonlijk geloofsleven.”

De hoogleraar geeft wel toe dat hij studenten heeft gehad die overtuigd raakten door de schriftkritische argumenten. „Onder studenten slaat de twijfel wel eens toe.”

Wat deed dat u? „Dat heeft mij verdriet gedaan. Serieus heb ik mezelf soms afgevraagd of het wel wijs was om studenten zo uitvoerig kennis te laten maken met de schriftkritiek. Je gaat tenslotte om met buskruit.”

Toch, zegt Vleugels stellig, wil ik niet aan het alternatief denken. „Dan gaan we verstoppertje spelen voor de schriftkritiek. De confrontatie komt toch wel.”

Constant
Onder bijbelgetrouwe protestanten in Vlaanderen is de traditionele schriftvisie nog redelijk constant, schat Vleugels in. „Ten opzichte van de Rooms-Katholieke Kerk zijn wij altijd in de minderheid geweest. Daarom zijn we eraan gewend om, ook in de schriftvisie, een minderheidsstandpunt in te nemen.”

Toch ziet hij verschuivingen en is daar bezorgd over. „In het postmodernisme heeft iedereen zijn eigen waarheid. De waarheid wordt daarmee beweeglijker, subjectiever ook. Dat is een serieuze bedreiging voor het objectieve gezag van de Bijbel.”

De Vlaming ziet bijbelgetrouwe christenen in deze tijd ook sneller „ethische bokkensprongen maken.” „Trouwen of samenwonen, begraven of cremeren, homoseksualiteit, de vrouw in het ambt, het zijn onderwerpen die ook onder bijbelgetrouwen actueel zijn of gaan worden. Het verschil tussen een christelijke en een humanistische ethiek zal steeds kleiner worden. Zelfs al is men het met je eens, dan nog krijg je kritiek omdat je te stellig zou zijn. „Anderen hebben toch ook hun visie”, klinkt het dan. Men wordt steeds toegeeflijker.”

Of dit postmoderne gevoel mij ook raakt? „Ik word juist steeds stelliger in mijn visie op het schriftgezag.”

Hermeneutiek
Prof. Vleugels denkt ook dat discussies als die rond dr. B. Loonstra actueel zijn voor de toekomst. Volgens Loonstra moeten we sommige schriftgedeelten overdrachtelijk gaan lezen. Zo zouden ze beter te vertolken zijn in onze moderne cultuur.

Door een andere hermeneutiek (regels voor de uitleg van de Bijbel) wil Loonstra het schriftgezag redden, constateert Vleugels. „De redenering lijkt prachtig –je kunt ja blijven zeggen tegen het schriftgezag– maar je haalt op die manier wel standpunten binnen die altijd –juist op grond van de schriftvisie– buiten de deur gehouden zijn.”

Door J. M. D. de Heer

Zie ook:
Een groot gemis in veel discussies - 7 december 2000

Staan in de stormen van kritiek - 30 november 2000

Woord voor woord betrouwbaar - 23 november 2000

De betrekkelijkheid van theorieën - 16 november 2000

Jona in de vis als leerzaam verhaal - 9 november 2000

Nieuwe vragen rond de oude Schrift - 26 oktober 2000