Kerk en Godsdienst | 23 november 2000 |
Is er nog verontwaardiging als schriftgezag wordt ondermijnd?Woord voor woord betrouwbaarDoor J. M. D. de Heer
Het effect van die lessen? Ik nam het christelijk geloof niet meer serieus. Het bijbelse scheppingsverhaal was blijkbaar een sprookje, dacht ik. Wat moest ik met een zogenaamd heilig boek dat vol staat met fouten? Toch, zegt Geelhoed achteraf, heb ik van jongs af gezocht naar de waarheid, naar de zin van het leven, naar vrede, echt leven. Maar ik kende uit ervaring alleen een liberaal christendom, dat in bijna niets verschilde van niet-christenen. Een radicale verandering kwam er in Geelhoeds leven toen hij via via in contact kwam met het evangelisatiewerk van de baptistengemeente in zijn woonplaats. In die tijd stond ds. K. van Berghem in Middelburg. De omgang met levende christenen herstelde mijn vertrouwen in de Bijbel. De kritische bagage was wel een hindernis, maar de echtheid van het geloof overtuigde mij er tot in het diepst van mijn bestaan van dat de Bijbel waar is. Profetie Tussen 1985 er was geen spoor van schriftkritiek in de evangelische wereld te vinden en 1995 was Geelhoed niet in staat de ontwikkelingen omtrent het schriftgezag bij te houden. Een ernstige voedselallergie gaf een knak aan zijn gezondheid, ook zijn studie economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam moest hij opgeven. Toen Geelhoed in 1995 de draad weer oppakte, schrok hij. De opvattingen omtrent het schriftgezag bleken aan het schuiven te zijn. De aandacht werd verlegd van de onfeilbaarheid van de Schrift naar de onfeilbaarheid van Jezus Christus. Maar dat deden de barthiaanse predikanten die ik in de Hervormde Kerk gehoord had ook! Vertrouwen Wat Ouweneel zegt, klopt wellicht voor zijn eigen verleden, reageert Geelhoed. Hij komt zelf uit het besloten milieu van de Vergadering van Gelovigen, die ten opzichte van de evangelische beweging een geïsoleerde plaats innamen. Ik heb nooit iets gemerkt van een krampachtige omgang met de Schrift, maar juist van een vast vertrouwen in de Schrift. Geelhoed geeft eerlijk toe dat hij ook teksten in de Bijbel leest die moeilijk te begrijpen zijn, schijnbare tegenstrijdigheden noem ik ze, waarvoor ik niet direct een oplossing heb. Die laat ik staan, ik weet niet alles. Misschien komt er een oplossing. Met zo'n houding kan ik leven. Hij kan echter niet leven met de gedachte dat in de oorspronkelijke handschriften van de Bijbel fouten, hoe klein dan ook, hebben gestaan. Dit is voor mij een principekwestie. In de latere overlevering kunnen er door het overschrijven wel kleine foutjes in de tekst geslopen zijn. Het is juist deze houding van het zogeheten inerrantisme die Ouweneel afwijst als een filosofische, rationalistische vooronderstelling. Nee, zegt Geelhoed, dit is het uitgangspunt van mijn geloof, dat rust op het zelfgetuigenis van de Schrift. Al de Schrift, dus niet alleen de hoofdlijn maar elk woord, is door de Heilige Geest ingegeven, belijden we in 2 Timótheüs 3:16. De conclusie is helder: Wie de woordelijke inspiratie loslaat, maakt een kardinale fout, vindt Geelhoed. Hij vraagt zich af of de breuk bij sommigen zich al niet eerder voltrokken heeft. De Heere Jezus zei tot de Sadduceeën: Gij dwaalt, niet wetende de Schriften, noch de kracht Gods. Beide zijn nodig. Als we wel de Schriften kennen, maar ze geen kracht doen in ons leven, is dat een vruchtbare bodem voor afwijkende opvattingen. Bijbelwetenschap kan niet zonder een wandel met God. Rapport Soms lijkt hij zijn kritiek wat op personen als Ouweneel te spelen, maar dat is niet de bedoeling, zegt Geelhoed. Het gaat om zijn opvattingen, die naar mijn overtuiging het traditionele schriftgeloof veel schade aandoen. De Zeeuwse onderzoeker weet zich in ons land gesteund door publicaties over het schriftgezag van drs. J. A. van Delden en dr. P. de Vries. Maar vooral put hij uit Engelstalige boeken als The great evangelical disaster van de apologeet Francis A. Schaeffer waarom is dit indringende boek nooit in het Nederlands vertaald? en Evangelicalism divided van Iain H. Murray. Zij tekenen haarscherp het verval binnen de evangelicale wereld, onder meer op het punt van het schriftgezag. De evangelische beweging gaat te gronde als het schriftgezag wordt opgerekt. Dat begint altijd op een subtiele manier, waarschuwde Schaeffer al in 1984, het jaar van zijn overlijden. Is er onder bijbelgetrouwen nog verontwaardiging als het gezag van de Bijbel wordt ondermijnd? vraagt de Middelburger zich af. Als Spurgeon een boek kreeg waarin de inspiratie van de Schrift in twijfel werd getrokken, las hij het en wierp het vervolgens in de open haard. Het afnemende schriftgezag onder bijbelgetrouwe christenen zou wel eens een teken kunnen zijn van innerlijk verval. Soms lijken we op dit punt in een diepe slaap te verkeren. |
Zie ook: Woord voor woord betrouwbaar - 23 november 2000 De betrekkelijkheid van theorieën - 16 november 2000 Jona in de vis als leerzaam verhaal - 9 november 2000 Nieuwe vragen rond de oude Schrift - 26 oktober 2000
|
![]() |