Kerk en Godsdienst 26 oktober 2000

Geref. gezindte niet immuun voor moderne bijbelwetenschap

Nieuwe vragen rond de oude Schrift

Door J. M. D. de Heer
APELDOORN – Uit alle hoeken van de gereformeerde gezindte komen ze, signalen dat er een nieuwe, diepgaande doordenking van het schriftgezag nodig is. Het moderne levensgevoel, dat de kerken niet voorbijgaat, staat haaks op de overtuiging dat een boek van eeuwen her ook nu nog gezag heeft. En de resultaten van het wetenschappelijk schriftonderzoek lijken steeds meer zekerheden weg te spoelen. Is er een weg om met een goed geweten schriftgetrouw te blijven?

Lange tijd bleven veel resultaten van het moderne schriftonderzoek binnen de muren van de universiteit hangen. Ze haalden de vakbladen, maar bereikten nauwelijks het grondvlak van de kerken en zeker niet de rechterflank van de gereformeerde gezindte.

Toch lopen diverse theologiestudenten met vragen omtrent het schriftgezag. Sommigen schudden die snel van zich af, voor anderen zijn het problemen die meegaan zonder dat er direct een oplossing komt. De vragen vanuit de bijbelwetenschap in de prullenmand gooien, dat zal een doorsnee schriftgetrouw student niet doen. Daarvoor lijken veel resultaten te overtuigend.

Ter Linden
De resultaten van het moderne schriftonderzoek worden steeds meer vertaald in populaire boeken. Vooral die van de Groninger hoogleraar C. J. Labuschagne kregen brede bekendheid.

Ook de populaire verteller Nico ter Linden draagt de schriftkritiek volop de kerken binnen. Zo gaat hij er eenvoudigweg van uit dat Genesis 1 niet meer dan een mooi verhaal is. Zijn boeken worden ook binnen de gereformeerde gezindte goed verkocht.

Het schriftgezag staat daarnaast onder druk door het postmoderne levensgevoel. De overtuiging dat de Bijbel gezag heeft past maar moeilijk bij een ”ik-denk-cultuur” die ook in de kerken te vinden is.

Ook binnen de gereformeerde gezindte staat het traditionele schriftgeloof onder druk, hetzij door de druk vanuit de wetenschap, hetzij door het postmoderne levensgevoel. Het is daarom niet verwonderlijk dat het pleidooi klinkt om het schriftgeloof grondig te doordenken.

Aangevochten
Tijdens de jaarlijkse studieweek van de Gereformeerde Bond voor theologiestudenten, in augustus, mondde een lezing over de positie van de GB uit in een discussie over met name het schriftgezag. „Laten we ons niet op slot zetten voor de spanningen binnen de Schrift”, riep een student op. GB-voorzitter ds. G. D. Kamphuis viel hem bij. „Het gereformeerde schriftgeloof”, zei de hervormde predikant uit Amstelveen, „is een aangevochten zaak. We zijn niet immuun voor kritiek op het gezag van de Schrift.”

Verwonderlijk is het niet dat de vragen rond het schriftgeloof in kringen van de GB actueel blijven. Predikanten krijgen hun opleiding aan een rijksuniversiteit, waar ze geconfronteerd worden met wetenschappelijk schriftonderzoek. Tijdens een lezing bij zijn afscheid als hoogleraar merkte prof. dr. C. Graafland op dat het moderne schriftonderzoek „zulke evidente resultaten” oplevert dat de kerk zichzelf schade berokkent wanneer ze er niet naar luistert. Deze boodschap van Graafland, 75 jaar eerder al vertolkt door dr. H. Bavinck, vindt weerklank, ook onder predikanten.

Vrouw en ambt
Binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft dr. B. Loonstra aandacht gevraagd voor de moeite die veel hedendaagse mensen hebben met het gezag van de Bijbel. Zijn bevindingen verwoordde hij in ”De geloofwaardigheid van de Bijbel” (1994), gevolgd door veel kritiek en een antwoord van de auteur in ”De Bijbel recht doen”.

Terwijl deze discussie nog in de lucht hing, bereidde dr. J. W. Maris zijn rede ”Geloof en schriftgezag” voor, waarmee hij zich als hoogleraar aan de Universiteit van Apeldoorn verbond. Hij stelde dat ook een gelovige omgang met de Schrift op oneffenheden stuit.

Actueel werd het schriftgezag toen de christelijke gereformeerde synode in 1998 het rapport ”Vrouw en ambt” behandelde. Duidelijk bleek dat de visie op vrouwelijke ambtsdragers nauw samenhang met de wijze waarop de Schrift gelezen wordt.

Binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken heeft vooral drs. H. de Jong de resultaten van het kritische schriftonderzoek op het bord van de gemeenten gelegd. In veel van zijn publicaties klinkt de overtuiging door dat aan de Schrift een, zoals hij het in 1997 in een interview zei, „menselijke, beperkte en feilbare kant” zit.

Indirect
Binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) hebben de vragen rond het schriftgezag een meer indirect karakter. Tot nu toe hebben er zich geen kwesties voorgedaan waarin het traditionele schriftgeloof ter discussie stond. Wel bestaat de overtuiging dat moderne vragen nadere doordenking verdienen. In een brief onderstreepten deputaten voor het contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken dat de thematiek in Loonstra's boek nauwkeurige studie verdient.

Indirect komt het schriftgezag op het grondvlak van de kerken aan de orde in discussies over bijvoorbeeld echtscheiding en de verhouding man en vrouw. Een voorbeeld is de bijdrage van de predikanten H. Folkers en M. J. Verkerk aan het boek ”Vrouwen op een zijspoor?” dat in 1998 verscheen. Zij pleitten daarin op grond van hun verstaan van de Bijbel voor een gelijkwaardige positie van man en vrouw in de christelijke gemeente.

Dijken breken
Binnen de Gereformeerde Gemeenten is het moderne schriftonderzoek altijd afgewezen. Toch schreef ds. A. Moerkerken dit voorjaar in De Saambinder dat „ook onder ons” verschuivingen optreden aangaande de normen en waarden van de Schrift. Hij benadrukte dat het wegebbende schriftgezag te maken heeft met het breken van de dijken op moreel gebied, „in onze samenleving én in onze gezindte.”

Zijn conclusie krijgt steun vanuit de enquête die deze krant in het voorjaar van 1998 hield onder leerlingen van reformatorische middelbare scholen en hun ouders. Daarin stond de vraag of de betrouwbaarheid van de Bijbel te lijden heeft onder wetenschappelijk onderzoek. Zeven procent van de ondervraagden beantwoordde de vraag bevestigend. Opzienbarender waren de antwoorden omtrent de vertaling van het schriftgezag naar een aantal ethische zaken. Verschuivingen binnen de gereformeerde gezindte zijn dan niet te negeren.

Signalen
De signalen uit het veld geven aanleiding om de laatste maanden van dit jaar stil te staan bij het schriftgezag. In de driedelige serie ”Schrift en wetenschap” komen eerst de vragen vanuit het moderne schriftonderzoek aan de orde. In het onderdeel ”Schrift en gemeente” staat in drie artikelen de vraag centraal welk effect dit schriftonderzoek op het grondvlak van de kerken heeft. In eveneens drie afleveringen wordt de blik naar de toekomst gericht, vanuit de vraag op welke wijze de Schrift gezag heeft met het oog op de vragen waarmee de gereformeerde gezindte onvermijdelijk te maken krijgt. Een afsluitend artikel vat de lijnen samen, vanuit de vraag: Is er een weg om schriftgetrouw te blijven?

Dit is het eerste deel in een serie over Schriftgezag.