Binnenland13 oktober 2001

Kernfunctie krant koesteren

Door A. de Heer
Dat de krantenbezorger ooit uit het straatbeeld verdwijnt, wil er bij hem niet in. Prof. drs. Harry Lockefeer, hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, is ervan overtuigd dat de papieren krant nog tot in lengte van jaren blijft bestaan. „Ik zie mensen 's morgens vroeg nog niet uit bed komen en meteen de computer aanzetten om het nieuws van internet te halen.”

H.A. Lockefeer
„De krant”, aldus Lockefeer, „is gebruiksvriendelijk, is overal te lezen en is redelijk goedkoop. Daar komt nog bij dat het koppensnellen in de papieren krant veel vlugger gaat dan in de digitale. Binnen tien minuten heb je het belangrijkste nieuws gelezen.”

De voormalige hoofdredacteur van de Volkskrant ziet internet vooral als „een belangrijke informatiebron. Daarop kun je de achtergronden van het nieuws vinden.” Hij gelooft niet dat de rollen ooit worden omgedraaid: internet als continue nieuwsvoorziener en de papieren krant als medium voor achtergrondinformatie. „De digitale krant is een aanvulling op de papieren krant, niet andersom.” Onwenselijk zou hij het ook vinden als journalisten zich óf uitsluitend met het nieuws, óf alleen met de achtergronden daarvan gingen bezighouden. „Die twee verhouden zich tot elkaar als broertje en zusje.”

Professioneler
Volgens Lockefeer zijn de kranten de afgelopen decennia „een stuk professioneler geworden. Redacties zijn sterk uitgebreid en proberen het nieuws op een onafhankelijke manier te brengen. In vergelijking met de tijd van de verzuiling is dat een grote vooruitgang. Ook de fotografie heeft een geweldige opmars gemaakt. Kranten zijn tegenwoordig buitengewoon geraffineerd in hun methoden om de aandacht van de lezer te trekken. Kleurenfoto's en infografics moeten de krant zo aantrekkelijk mogelijk maken.”

De concurrentie, aldus Lockefeer, is dan ook groot. Een van de gevolgen daarvan is dat journalisten hun werk vaak onder grote druk moeten verrichten. Lockefeer: „Uitgevers zien hun oplagecijfers dalen. Van de journalisten verwachten zij dat die met primeurs komen en nog sneller gaan werken. Dat komt de zorgvuldigheid van de berichtgeving niet ten goede.”

Gevaar
Dat kranten zich steeds meer op hun lezers gaan richten, brengt volgens de Groningse hoogleraar een gevaar met zich mee. „Kranten proberen zich te onderscheiden door bijlagen en kleurenmagazines met daarin de achtergronden van het nieuws. Ook emotie en sfeer vormen tegenwoordig belangrijke ingrediënten. Neem de berichtgeving over het Koninklijk Huis. Kranten komen nu met verhalen die je vroeger alleen in Privé en Story las. De kernfunctie van de krant, het brengen van nieuws, wordt op die manier uit het oog verloren. Terwijl die juist gekoesterd moet worden.”

De selectierol die kranten vervullen, wordt steeds belangrijker, meent Lockefeer. „Mensen worden bedolven onder de informatie. Van een journalist verwachten zij dat die het belangrijkste nieuws voor hen op een rij zet en er wat meer over schrijft. Ik vind dat die 'journalistieke norm' ook moet blijven. Jij als journalist brengt het nieuws. Eerlijk en onverschrokken. Of de lezer dat nieuws nu leuk vindt of niet.”

Persvrijheid, stelt Lockefeer, is in principe grenzeloos. „Behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet uiteraard. Maar er bestaat nu eenmaal geen reglement van orde dat bepaalt wat journalisten wel en niet mogen doen. In Nederland is er een hele discussie geweest over de foto waarop iemand uit een van de WTC-torens in New York naar beneden springt. Mag zo'n foto in de krant? In de VS heeft geen enkele krant de foto geplaatst.” Volgens Lockefeer moeten discussies als deze „dagelijks” worden gevoerd. „Dat is ook het boeiende van dit vak.”

Dit is het vijfde en laatste artikel in een serie over veranderingen in de media. Aanleiding is de opening van het Persmuseum in Amsterdam.

Collectieve debiliteit - 12 oktober 2001

Collectieve debiliteit - 12 oktober 2001

Helder zonder te kwetsen - 11 oktober 2001

Drijven op nieuwsinstinct - 10 oktober 2001

Collectieve debiliteit - 9 oktober 2001

Zie ook:
„We overleven al 400 jaar”