Voorpagina13 oktober 2001


Mediagoeroes oneens over invloed internet op papieren krant

„We overleven al 400 jaar”

Door E. van Dijkhuizen en A. de Heer
De een roept dat de papieren krant haar langste tijd heeft gehad, de ander bestrijdt dat fanatiek. Zeker is dat de opmars van internet kranten dwingt zich te bezinnen op hun positie. Een hoofdredacteur, relativerend: „We overleven al 400 jaar.”

De toekomst van de papieren krant lééft. In ieder geval als discussieonderwerp. Goeroes in medialand verkondigen volstrekt tegenstrijdige meningen. Maandagavond houdt de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) een symposium in de Utrechtse Jaarbeurs over de strijd tussen papieren en elektronische krant. Of is het geen strijd, maar vullen die twee elkaar aan?

Yves Desmet, politiek hoofdredacteur van de Belgische krant De Morgen, is uitermate sceptisch over de digitale krant. „We zijn de afgelopen tien jaar platgeslagen met verhalen over internetjournalistiek, maar ik moet de eerste digitale krant nog zien die economisch iets oplevert. Kranten doen geen liefdadigheidswerk; ze moeten winst maken. Als dat niet gebeurt, komt vroeg of laat het einde. Dat geldt voor de papieren én de elektronische krant.”

Desmet (42) weet waarover hij het heeft. In 1994, toen hij aantrad als hoofdredacteur bij De Morgen, was de krant bijna failliet. „Nu maken we weer winst”, zegt hij trots. Ondanks de gezonde financiële positie van De Morgen, met een oplage van 55.000 exemplaren een kleine krant in België, laat Desmet zich niet verleiden tot investeringen in een digitale krant. „Alleen ons logo staat op internet; we hebben geen site. Ik denk dat De Morgen in West-Europa de krant is die het meest aan internet heeft verdiend, namelijk door er niets aan uit te geven. We hebben het geld besteed aan de verbetering van ons papieren product.”

Geen nieuwsmedium
Kranten die veel tijd en geld in hun digitale versie steken, „kannibaliseren hun eigen oplage”, zegt Desmet. „Als ik om me heen kijk, zie ik bij alle kranten het aantal abonnees teruglopen. Onze grootste concurrent in België, De Standaard, heeft een uitstekende website, maar groeit niet. Logisch. Waarom zouden lezers zich abonneren op een papieren krant als ze die ook op internet kunnen lezen?”

Al kreeg Desmet vandaag een gift van 1 miljoen om een digitale krant te starten, dan nog deed hij het niet. „Weggegooid geld”, reageert hij resoluut. „Internet is geen nieuwsmedium. Internet is handig als opzoek- en servicemedium. Ik gebruik het als archief en om mijn vliegtickets te bestellen als ik op vakantie ga. Verder vind ik internet een prima instrument voor mensen in onherbergzame gebieden, waar niet iedere dag een postbode of krantenbezorger komt.”

Het argument dat internet het nieuws veel sneller bij de mensen brengt en het 24 uur per dag kan opfrissen, maakt weinig indruk op Desmet. „Dat kunnen radio en televisie ook.” Hij maakt een uitstapje naar de oude Grieken. „Die worstelden ook met de vraag hoe ze het nieuws zo snel mogelijk bij de mensen konden brengen. Daar hadden ze de marathonloper voor. Die deed er echter altijd nog een paar uur over en viel dan dood neer. Wij hebben radio en tv. Die maken het mogelijk dat ik het nieuws over de bombardementen in Afghanistan kan volgen op het moment dat de bommen daadwerkelijk vallen. Wat willen we nog meer?”

Bekendheid
Dat De Morgen, volgens Desmet „een AD-achtige krant”, over de hele wereld bekend zou zijn als zij op internet zat, laat de politiek hoofdredacteur „Siberisch.” „Ik heb niet de ambitie van een New York Times. We zijn een Vlaamse krant die probeert in dit deel van België een goed product te leveren.” Lachend: „Ik weet wel andere manieren om iets aan onze naamsbekendheid te doen. We hebben hier een keer een geweldige computercrash gehad, waardoor we de krant met de hand moesten volschrijven. Die stunt hebben de kranten wereldwijd gemeld.”

Dat de jongere generatie, opgevoed met de computer, een internetkrant wil en geen papieren, ook dát bestrijdt Desmet. „Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde leeftijd van onze lezers vijf jaar lager ligt dan die bij andere kranten en het aantal computerbezitters juist hoger is. Ook al hebben we geen digitale krant, toch lezen ze ons.”

Desmet wil zich niet alleen afzetten tegen de digitale krant, maar heeft ook terdege nagedacht over wat de papieren krant in de toekomst moet doen. „Het nieuws selecteren, duiden en orde scheppen in de enorme informatiebrij die elke dag op ons afkomt. Met één woord: sluiswachter zijn. Die dingen eruit pikken die de lezers eruit gehaald zouden hebben als ze tijd hadden gehad.”

De krant heeft volgens Desmet „een surplus” boven de radio en zeker de tv. „Dat zijn vluchtige media. Op de tv mogen deskundigen hooguit vier, vijf minuten hun zegje doen. In de krant kun je iemand een hele pagina geven.”

Al tien jaar verkondigt Desmet zijn radicale mening op mediacongressen binnen en buiten België. „Zeker in het begin werd ik als de dinosaurus van de krantenwereld gezien; als iemand die vecht voor een product dat tussen nu en dertig, veertig jaar is uitgestorven. Het scheelde niet veel of ik werd gemolesteerd.” Nuchter: „Over honderd jaar zal blijken wie er gelijk had. Maar dat maak ik niet meer mee.” Dat hij door de NVJ is gevraagd om maandagavond op het symposium in Utrecht zijn mening te geven, vindt hij eervol. „Of zouden ze me als curiositeit laten optreden?”

Ander toekomstbeeld
Een „buitenbeentje” is Desmet inderdaad wel, vindt J. Bierhoff, programmaleider bij het Internationial Institute of Infonomics, gevestigd in Maastricht en Heerlen. „Dat Desmet de digitale krant afwijst, heeft verschillende achtergronden. Als je zijn krant, De Morgen, leest, dan merk je dat dat voor de helft al een opinieblad is. De Morgen is zeker niet te vergelijken met het Algemeen Dagblad. In de tweede plaats komt de keuze van Desmet voort uit de gunstige financiële situatie van zijn krant. Op dit moment heeft zijn keuze dus nog weinig gevolgen. Maar over een jaar of drie, misschien vijf zal De Morgen waarschijnlijk op zijn schreden terugkeren.”

Bierhoff voorziet een andere toekomst voor de krant dan Desmet. Niet dat de krant zal verdwijnen, maar zij komt er toch heel anders uit te zien. „Kranten zullen dunner worden en zich beperken tot het geven van nieuwsanalyses en achtergronden. Ik verwacht een tussenvorm van de krant van nu en een magazine. Het nieuws zelf zal op een andere manier verspreid worden. Er komen centrale punten voor de verwerving en verspreiding van het nieuws. Uitgeversconcerns zullen strategische allianties aangaan met televisiezenders en veel meer gebruikmaken van middelen als internet en mobiele telefoon. Mensen zullen het nieuws op maat, via hun mobieltje, kunnen ontvangen. Mits de techniek dat toelaat natuurlijk.”

Maar accepteren de lezers dergelijke veranderingen ook? Bierhoff, medeauteur van een boek over de toekomst van de ”printed press”: „Als ik let op de demografische ontwikkelingen is het antwoord ja. Jongeren lezen veel minder dan ouderen, hebben bijna allemaal een mobiele telefoon en zijn van jongsaf vertrouwd met internet. Bovendien blijkt uit onderzoek dat mensen hun leesmomenten steeds meer verspreiden over de hele dag. Ze lezen niet alleen 's ochtends twintig minuten de krant, maar zijn de hele dag benieuwd naar het nieuws.”

In ontwikkeling
De programmaleider van het instituut, dat „allerlei sectoren analyseert, waaronder de media”, adviseert kranten hun internetactiviteiten niet te staken. „Nu kosten die vaak nog veel geld. We moeten echter niet uit het oog verliezen dat we pas aan het begin van een –langdurig– proces staan. Gun zo'n proces de tijd. Internet is een medium in ontwikkeling. Het kost tijd om uit te zoeken wat voor een digitale krant de beste vorm en organisatie is.” Bierhoff vindt dat de redacties van de digitale krant en die van de papieren krant het beste geïntegreerd kunnen worden.

Ook het financiële bezwaar kan volgens Bierhoff worden ondervangen. „Je ziet dat kranten een bescheiden bijdrage gaan vragen voor bepaalde internetdiensten. Dat is een goede zaak. De middelen om elektronisch te betalen, worden beter. Op het moment dat mensen de meerwaarde van die diensten inzien, zullen zij ook bereid zijn daarvoor te betalen.”

Bierhoff zegt „duidelijk van mening te verschillen” met prof. drs. Harry Lockefeer, die vandaag in deze krant zegt dat hij het nog niet ziet gebeuren dat de krant van de toekomst slechts achtergrondnieuws brengt en internet zorgt voor het snelle nieuws. De kernfunctie van een krant blijft het aanbieden van nieuws, aldus Lockefeer.

Er is nog een verschilpunt tussen de beide mediadeskundigen. Volgens Bierhoff vergt de nieuwsverspreiding in de toekomst ook een ander type journalist. „De ene journalist zal zich gaan toeleggen op het schrijven van nieuwsberichten, terwijl de andere zich meer specialiseert in het analyseren van het nieuws.”

Lockefeer vindt een dergelijke scheiding ongewenst. Hij ziet de papieren en de digitale krant als broertje en zusje. Bierhoff: „Dat mag zo zijn, verschillende journalisten zijn loten aan dezelfde stam, maar tussen een jongen en een meisje zit toch wel een verschil.”

Onterecht
Sceptici verwachten niet dat de digitale krant een werkelijke bedreiging wordt voor de papieren krant. Ze wijzen erop dat ook de radio in de jaren veertig en de tv eind jaren zestig al als bedreigingen werden ervaren. Met internet zal het dus ook wel meevallen, menen ze.

Bierhoff vindt dat een onjuiste relativering. „Het is jezelf geruststellen. Net zoals er grote verschillen zijn tussen de kranten van voor en na de komst van de televisie, zo zal ook internet de kranten blijvend veranderen. Er zullen heel andere kranten tevoorschijn komen. Alles wijst erop dat de krant zoals die nu bestaat, haar langste tijd heeft gehad.”

Bierhoff zegt er „redelijk van overtuigd” te zijn dat de toekomst van de krant eruit zal zien zoals hij die schetst. „Helemaal zeker weet je het nooit. Economische ontwikkelingen kunnen soms voor onverwachte wendingen zorgen. Niemand heeft hier de wijsheid in pacht. Maar op grond van vergelijkbare processen in andere landen en trends die je kunt constateren, moet je toch zeggen dat het die kant opgaat. Laten we ons er dus maar op voorbereiden.”

Makkelijk product
De digitale krant is geen bedreiging voor de papieren krant, zegt ing. J. Koetsier, algemeen directeur van de Erdee Holding, stellig. „De papieren krant is gewoonweg niet te vervangen. Het is een makkelijk product. Je neemt hem overal mee naartoe. Daar zal altijd behoefte aan blijven.”

Veranderingen voor de inhoud van de papieren krant ziet Koetsier wel aankomen. „De aandacht zal in de toekomst meer gericht zijn op achtergrondverhalen, interviews en reportages, en minder op het harde nieuws. Dat kan veel sneller via de digitale krant naar de lezer toe. Bovendien kun je het nieuws daar op elk moment van de dag opfrissen.”

Koetsier heeft een actueel voorbeeld dat aantoont hoezeer het digitale Reformatorisch Dagblad in opmars is. „Na de aanslagen in de VS werd onze site tien keer zo vaak geraadpleegd als normaal. Een 40-jarige man uit Texas mailde ons zelfs dat hij het nieuws over de aanslagen via de RD-site volgde, omdat hij de Amerikaanse kranten op internet die dag niet kon bereiken.”

Niet alleen de inhoud, ook het formaat van de papieren krant zal veranderen, verwacht Koetsier. „Binnen de uitgeverswereld wordt gedacht aan tabloidformaat zoals de gratis kranten Metro en Sp!ts dat nu al kennen. Er wordt bij de grote kranten zelfs al gekeken naar machines die dit formaat kunnen drukken. Als het die kant op gaat, kan het RD niet achterblijven.”

Koetsier realiseert zich dat er altijd een groep RD-lezers blijft die om principiële redenen geen (schoon) internet wil en qua nieuwsvoorziening volledig op de papieren krant is aangewezen. „Die moeten we blijven bedienen, maar het wordt natuurlijk wel de vraag of de kosten daarvoor nog verantwoord zijn. Anderzijds verwacht ik dat de internettechnologie ook in onze achterban net zo gewoon zal worden als gas en elektriciteit.”

Quitte
De digitale krant heeft het RD tot nu toe alleen nog maar geld gekost. Koetsier: „We hebben er nog geen stuiver aan verdiend. Op dit moment kost de digitale krant ons een half miljoen gulden per jaar. Dan reken ik niet mee dat de redacteuren van de papieren krant indirect ook voor de digitale krant werken, omdat hun artikelen worden gebruikt. De helft van die half miljoen onkosten wordt gedekt uit advertenties. Ik verwacht dat we over twee jaar quitte spelen.”

Uit vergaderingen binnen de uitgeverswereld weet Koetsier dat het ook voor andere kranten moeilijk is de enorme investeringen in de digitale media vol te houden. „Kranten die bij PCM Uitgevers verschijnen, zoals Trouw, De Volkskrant, NRC Handelsblad en Algemeen Dagblad, hadden hun digitale activiteiten gebundeld in het PIM-platform: PCM Interactieve Media. Door teruglopende advertentie-inkomsten moet dit platform weer ontmanteld worden en gaan de kranten op eigen kracht verder.”

Op advies van een extern bureau heeft het RD zijn digitale krant en het internetproviderschap gescheiden. Koetsier: „De digitale krant valt rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van hoofdredacteur Janse van de papieren krant, het providerschap onder de directie van de holding.”

Aanvullend
Koetsier verwacht niet dat adverteerders zich in de toekomst zullen terugtrekken uit de papieren krant ten gunste van de digitale. „Ik zie eerder een aanvullend effect. Neem een boekhandel. Die zal blijven adverteren in de papieren krant om de aandacht op zich te vestigen. Maar in die advertentie verwijst hij naar zijn site op internet. Daar kan hij de klant veel meer bieden: een complete catalogus en de mogelijkheid om direct een boek te bestellen.”

De Erdee-directeur ziet een nieuwe geldbron opdoemen. „Op dit moment bieden kranten hun digitale versie gratis aan, maar hoe lang duurt dat nog? Er is een discussie gaande om lezers in de toekomst te laten betalen voor de digitale krant. Misschien niet voor het harde nieuws, maar wel voor andere rubrieken en artikelen.”

Ook al is er veel geld gemoeid met de digitale krant, het product is de investeringen waard, vindt Koetsier. „De digitale krant is een onmisbaar instrument, omdat de doelgroep vele malen groter is dan die van de papieren krant. Je wordt wereldwijd gelezen. Dat past binnen de doelstelling van het RD om de christelijke beginselen te verbreiden en een dam op te werpen tegen de tijdgeest. Enige tijd geleden stond in het opinieblad Elsevier: Als je iets over christenen wilt weten, moet je naar www.reformatorischdagblad.nl gaan.”

Zie ook:
Kernfunctie krant koesteren