Leerachterstand gedeeltelijk ingelopen na corona
De leerachterstanden in het basisonderwijs door de coronaperiode zijn bij begrijpend lezen vrijwel ingehaald. Maar bij rekenen zijn er nog zorgen.
Dat blijkt uit een brief die de ministers Dijkgraaf (Wetenschap) en Wiersma (Onderwijs) donderdag aan de Tweede Kamer hebben gestuurd. Op de middelbare school zijn de resultaten van het vak Engels iets beter dan verwacht. De voortgang bij wiskunde en Nederlands is echter minder goed.
Bij sommige vakken zijn de achterstanden makkelijker weg te werken, horen de ministers van leraren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij lezen. Bij rekenen en wiskunde geldt dat het moeilijk is om de vervolgstof onder de knie te krijgen als een leerling gaten heeft in de kennis.
Leerlingen zijn ook minder gemotiveerd, hebben moeite met plannen en komen vaak niet aan leren toe, horen de ministers van schoolleiders. Die zijn ook bezorgd over hoe leerlingen in hun vel zitten. Dat speelt met name bij meisjes. Ze voelen zich minder goed, hebben moeite zich te concentreren en ervaren meer prestatiedruk dan vóór de coronatijd. Scholen proberen dit op te lossen door bijvoorbeeld trainingen te geven en extra mentoruren te organiseren.
Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) ziet eveneens dat scholieren kampen met vertragingen in hun ontwikkeling als gevolg van schoolsluitingen, afstandsonderwijs en lesuitval door corona. De grootste vertraging nam het NRO waar bij de leerlingen in groep 8.
De vertragingen bij begrijpend lezen zijn ingehaald, maar bij spelling en rekenen/wiskunde is juist een steeds verder oplopende vertraging te zien. „Als de twee Covid-schooljaren apart bekeken worden, dan blijkt dat de vertraging in leergroei voor spelling en rekenen/wiskunde in het tweede jaar hoger is dan in het eerste.” Mogelijk komt dit doordat de focus op de andere leersituatie tijdens corona is afgenomen.
In het eerste jaar liepen leerlingen uit lage inkomensgezinnen en leerlingen met laagopgeleide ouders meer vertraging in leergroei op, in het tweede waren het vooral leerlingen uit hoge inkomensgezinnen en leerlingen met hoogopgeleide ouders. Een mogelijke verklaring daarvoor is er dat er extra is ingezet op het voorkomen dat kinderen met minder kansen verder achterop raakten, waardoor er misschien wat minder op de kinderen uit de voordeliger situaties is gelet.
Bedreigde wetenschapper
Marc Van Ranst, de Belgische hoogleraar die tijdens de coronacrisis veelvuldig naar buiten trad, zegt dat de wetenschap nog te weinig spreekbuizen heeft. Wetenschappers moeten „moedig en blijmoedig” de boodschap van de wetenschap verkondigen. De Leuvense hoogleraar kreeg donderdag aan de Vrije Universiteit Amsterdam een eredoctoraat voor zijn bijdrage aan het publieke debat over corona.
Van Ranst werd tijdens de crisis regelmatig bedreigd door sceptici en complotdenkers. Hij moest zelfs enige tijd onderduiken. De bedreigingen waarmee zijn collega’s en hij te maken krijgen, dienen te worden bestreden, want anders worden wetenschappers „net als panda’s” een bedreigde soort, vreest de Vlaming.
Tijdens de plechtigheid in Amsterdam stond er nog wel een handjevol demonstranten tegen het eredoctoraat voor het gebouw, maar daar bleef het bij. Van Ranst laakte de „sofasurfers” die zijn „afgestudeerd aan de universiteit van Google.” Ze kunnen volgens hem een „bloedlink kruitvat” doen ontstaan.