Geloof en gevoel
In hoeverre doen gevoel en emotie ertoe in het geloof?
In de Bijbel spelen gevoelens een belangrijke rol. Dat kan ook niet anders, want de mens lijkt op zijn Schepper, is naar Zijn beeld geschapen. De Heere is bewogen, vol liefde en barmhartigheid. Ellende en verdriet raken Hem, en de zonden grieven Hem. Daarom spreekt het vanzelf dat in de omgang met God gevoelens een belangrijke rol spelen. Paulus spreekt in 2 Korinthe 7:10-11 over een droefheid naar (overeenkomstig) God die een onberouwelijke bekering teweegbrengt. Ze zet immers aan tot „ijver, verontwaardiging, vrees, vurig verlangen en bestraffing” van het kwaad. De Heilige Geest schenkt de gelovigen ook blijdschap, vrede en liefde (Galaten 5:22). De genoemde woorden hebben een emotionele ondertoon, maar zijn tegelijk concreet en praktisch.
De relatie tussen gevoel en geloof is echter ingewikkelder dan ze op het eerste gezicht lijkt. In de Bijbel en de geloofsleer spelen emoties niet zo’n doorslaggevende rol als wij denken. Ze zijn belangrijk als bijkomende verschijnselen, maar maken niet het wezen van de omgang met God uit. Dit viel mij op toen ik een preek over Handelingen 16:14 voorbereidde. Het gaat er over Lydia, die met aandacht en ontvankelijkheid naar Paulus luistert. De Heere opent haar hart voor wat Paulus spreekt. De Heilige Geest vernieuwt Lydia. Je kunt dat typeren als Lydia’s wedergeboorte. Gods adem maakt haar levend.
De kanttekeningen zijn vrij ‘zakelijk’ over deze ervaring: God werkt „door de kracht Zijns Heiligen Geestes haar verstand verlichtende en haar wil neigende tot gehoorzaamheid des geloofs.” Deze beknoptheid en ‘zakelijkheid’ bevreemdden mij aanvankelijk. Er wordt geen melding gemaakt van enige emotie. Alleen de verlichting van het verstand en het ombuigen van de wil worden genoemd. Is dat niet een beetje karig uitgedrukt? Bij nader inzien is juist deze insteek bijzonder vruchtbaar. Niet allerlei ervaringen en emoties staan in het geloofsleven voorop, maar het feit dat God ons verstand verlicht, zodat wij Gods wil leren kennen en onze wil omgebogen wordt tot gehoorzaamheid. Het effect van Gods ingrijpen (kennis en gehoorzaamheid) is veel belangrijker dan de ervaringen of emoties waarmee het gepaard kan gaan. Een zondig mens leert voor God buigen en in geloof doen wat God vraagt: dát is het belangrijkste. En dat is ook het criterium of het echt Gods werk is.
De kanttekenaren vertolken precies wat in de Dordtse Leerregels (DL) staat. Dat is niet verwonderlijk, want deze Bijbeluitleggers waren eensgeestes met ‘Dordt’. DL 3:12 noemt als kern van de wedergeboorte „dat de wedergeborenen metterdaad gaan geloven en (dat) hun wil vernieuwd wordt.” Deze nadruk op de vernieuwing van de wil is heel klassiek. We vinden haar bijvoorbeeld ook bij Augustinus en de puritein John Owen.
De DL benadrukken niet zo vaak de emoties van de gelovigen. Wel bemoedigen ze degenen die Gods genade juist nog niet krachtig „gevoelen” (1:16, zie ook 5:11) en toch in Zijn wegen gaan om niet te wanhopen en naar meer genade uit te zien.
Gevoel doet er zeker toe, maar is blijkbaar niet doorslaggevend. Ook in het Bijbelse spreken over het hart staat niet steeds het gevoel centraal. Het ”hart” geldt in de Bijbel soms als plaats van emoties, maar is ook de plek waar besluiten vallen en de zetel van de wil. Uit het hart zijn immers de uitgangen van het leven. Het Hebreeuwse woord voor hart is ”lev”. Onze taal heeft dit woord via het Jiddisch overgenomen als ”lef”. Wie lef heeft, ”heeft het hart” om iets te doen en kiest!
Het is theologisch en pastoraal nodig om vooral het geheiligde verstand en de vernieuwde wil te benadrukken en minder de emoties. In onze cultuur zijn voelen en ervaren bijna het einde van alle tegenspraak. Het is zoals ik het voel. We zien de sterke nadruk op gevoel soms ook in evangelische en reformatorische kringen.
Gevoel en emotie zijn scheppingsgaven. Daarin wordt zelfs iets van het beeld van God weerspiegeld. Maar gevoel en emotie zijn niet het belangrijkste en zeker niet normatief. Een gebogen wil en een geheiligd verstand zijn belangrijker!
Pastoraal maakt dit veel uit. Niet het minst voor mensen met autisme. Voor hen is voelen vaak moeilijk. Geheiligd begrijpen en gehoorzaam handelen staan hun veel nader. Ze kunnen soms ontzaglijk moe worden van alles wat ze ‘moeten’ voelen, ook in de kerk. Met de Bijbelse nadruk op de wil en het verstand –geheiligd door de Geest– zouden we hun en anderen een grote dienst bewijzen.
De auteur is predikant van de Hervormde Augustijnenkerk in Dordrecht en universitair docent Oude Testament aan de ETF in Leuven. Weerwoord gaat in op vragen die op christenen afkomen. > rd.nl/weerwoord