Risico op gehoorschade door geluid via oordopjes
Het gebruik van airpods en koptelefoons tast naar verwachting massaal het gehoor van tieners en jongvolwassenen aan. Wereldwijd lopen een miljard jongeren het risico op gehoorverlies omdat ze luisteren naar te hard geluid, stelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dinsdag.
Jonge mensen kiezen vaak voor volumes tot wel 105 decibel, waarmee de muziek via hun oordopjes het gemiddelde geluidsniveau in uitgaansgelegenheden evenaart. Dat volume overschrijdt ruim de toelaatbare niveaus van 80 decibel voor volwassenen en 75 decibel voor kinderen.
Dr. Marc van der Schroeff, KNO-arts bij het Erasmus MC, deelt de zorgen van de WHO over de gevolgen. „Gehoorschade is altijd permanent”, legt hij uit. „Het probleem wordt hooguit erger.” Een hoortoestel kan het geluid wel harder laten klinken, maar voor oorsuizen en geluidsvervorming bestaat geen middel of operatie.
Van der Schroeff kan alleen maar waarschuwen. „Punt is: als je aan hard geluid wordt blootgesteld, heb je daar nú niet zoveel last van. Maar later wel.”
Avondje disco
Gehoorproblemen speelden vroeger vooral onder bepaalde beroepsgroepen, zoals fabrieksarbeiders, militairen en muzikanten. De manier waarop de huidige generatie jongeren omgaat met muziekdragers, verandert dat. „Hard geluid klinkt fantastisch door oordopjes.”
Ook in zijn eigen onderzoeken ziet de arts een duidelijk verband tussen lawaai via apparaten en aanwijzingen voor gehoorschade. Toch lopen de spreekuren bij hem niet vol met jongeren die bijvoorbeeld last hebben van oorsuizen. „Maar we denken wel dat dat gaat komen.”
Op welke termijn de gevolgen bij een grote groep merkbaar worden, vindt Van der Schroeff lastig te zeggen. „Dat verschilt per persoon. Het ligt er heel erg aan hoe lang en hoe hard het geluid de oren binnendringt. Een avondje muziek in de disco horen, is bijvoorbeeld net zo erg als vier dagen lang naar minder hard lawaai luisteren.” Het soort apparaat lijkt overigens geen verschil te maken.
Van der Schroeff voorziet dat volwassenen straks veel eerder dan nu last krijgen van oorsuizen, geluidsvervorming of slechthorendheid door het geluid via oordopjes en hoofdtelefoons. „Je lijkt dan een beetje op je opa die niet alles hoort.” De arts wijst erop dat gehoorverlies ertoe kan leiden dat mensen bepaalde functies niet meer kunnen uitoefenen.
Moeilijke boodschap
Dat de gevolgen niet meteen merkbaar zijn, maakt de boodschap dat mensen nú hun gedrag moeten aanpassen moeilijk. Van der Schroeff vindt dat er vooral meer voorlichting moet komen over de schadelijke effecten. Afspraken met de evenementenbranche of fabrikanten van geluidsdragers zijn volgens hem lastig te maken. „Het idee is vaak: hoe harder de muziek, hoe meer plezier. En daar hebben die partijen belang bij.”
De WHO roept overheden over de hele wereld dringend op om prioriteit te geven aan de bescherming van het gehoor. Dat kan bijvoorbeeld met regels die het volume van apparaten begrenzen. „We hebben de plicht om jongeren te beschermen”, stelt ook de KNO-arts van het Erasmus MC. „Ook al hebben we nu nog geen keiharde bewijzen. Als de schade de aankomende jaren duidelijk wordt, is het helaas al misgegaan.”