Cultuur & boeken

Twaalf leiders die Europa naar hun hand probeerden te zetten

Het is 26 augustus 1963. Op het jacht Podgorka, dat voor de Istrische kust drijft, staren twee heren op leeftijd voor zich uit. Hoewel het duo, in licht kostuum en met panamahoed, zich koestert in de warmte van de zon, ademt de foto een sfeer van kilte. Het is dan ook midden in de Koude Oorlog.

Marie Verheij
16 November 2022 10:56Gewijzigd op 16 November 2022 11:18
Tito (l.), de sterke man van Joegeslavië, maakt op 26 augustus 1963 een boottocht met Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov. beeld uit ”Persoonlijkheid en macht”
Tito (l.), de sterke man van Joegeslavië, maakt op 26 augustus 1963 een boottocht met Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov. beeld uit ”Persoonlijkheid en macht”

De man links leunt verveeld achterover en draagt de hem kenmerkende zonnebril, het is Josip Broz Tito. Hij organiseert de vaartocht tijdens het bezoek van Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov aan zijn land. Het is duidelijk wie hier de baas is: Tito, de maarschalk die na de Tweede Wereldoorlog de Balkanvolkeren verenigde onder de paraplu van Joegoslavië. Zijn gast uit Moskou lijkt de tweede viool te spelen.

Bovengenoemd fragment is ontleend aan een foto uit ”Persoonlijkheid en macht” van de Britse historicus Ian Kershaw. De schrijver legt twaalf prominente politieke leiders uit het Europa van de twintigste eeuw onder het vergrootglas.

Sir Ian Kershaw (1943) is een van de belangrijkste historici van deze tijd; zijn biografie van Hitler geldt als een standaardwerk. Het ligt voor de hand dat zijn nieuwe publicatie door het wapengekletter in Oekraïne een actuele dimensie krijgt. Want is het niet zo dat hedendaagse ‘sterke’ politieke leiders, zoals Trump, Xi, Erdogan, Bolsonaro (die eind oktober de verkiezingen verloor van Lula), maar vooral Poetin, de loop van de geschiedenis naar hun hand proberen te zetten?

Persoonlijkheid

Kershaw stelt in dit werk de vraag die de rode draad vormt in zijn hele oeuvre: geven de daden van politieke leiders vorm aan de geschiedenis of worden zij er zelf door gevormd? Maar ook: hoe komen ze aan de macht en hoe oefenen ze die uit? Wat is hun invloed, waardoor worden ze gedreven en wat is hun erfenis? En hoe belangrijk is persoonlijkheid op zich bij het verwerven van macht en bij de uitoefening ervan? Via twaalf casestudy’s wandelt de lezer door het labyrint van de turbulente Europese geschiedenis. Lenin, Mussolini, Stalin, Hitler, Churchill, De Gaulle, Adenauer, Franco, Tito, Thatcher, Gorbatsjov en Kohl passeren de revue. Het zijn stuk voor stuk fascinerende, maar ook onthutsende verhalen die zicht bieden op de machtsuitoefening van leiders.

De keuze van de twaalf was niet gemakkelijk, verantwoordt Kershaw zich. Hij heeft gekeken naar crisisomstandigheden, naar het type leider dat hieruit voortkomt en naar de rol die bepaalde personen op cruciale veranderingsmomenten speelden. Ook woog hij in navolging van de Duitse socioloog Weber charisma mee als voorwaarde die het mogelijk maakt om een persoonlijkheid te laten uitgroeien tot een geproclameerd leider.

Gewetenloos

De twaalf van Kershaw hebben hoe dan ook de geschiedenis van Europa ontegenzeglijk beïnvloed. In zowel negatieve als positieve zin. Een deel van hen opereerde gewetenloos, wreed, veelal met minachting voor miljoenen mensenlevens. In flagrante schending van rechten, waarden en normen handelden ze ontwrichtend, plunderend, verkrachtend, een Holocaust veroorzakend die tot in lengte van dagen een zwarte bladzijde over de wereldgeschiedenis zou werpen. Anderen streden vanuit een democratische gezindheid en ethische overtuiging voor vrijheid en vrede, hoop en licht. Met name Churchill, Adenauer, Gorbatsjov en Kohl mogen beschouwd worden als verbindende bakens van Europa.

In het boek staat bij elk hoofdstuk een foto. Twee ervan zijn genomen op een schip. Die van Tito en Chroesjtsjov op de Podgorka en een van de onverzettelijke Churchill op het dek van het slagschip HMS Prince of Wales, in 1941. De foto van Tito is minder bekend dan die van Churchill, maar intrigeert des te meer. Wat is hier aan de hand? Tito had met Chroesjtsjovs voorganger Stalin postuum nog een appeltje te schillen. Eind jaren veertig wilde Stalin van Joegoslavië een „kneedbare satelliet” van de Sovjet-Unie maken. Hij ving echter bot in Belgrado. Tito, die heel lang aan het lijntje van Stalin gelopen had, zwichtte niet voor dreigementen uit Moskou. Hij wilde een eigen, ongebonden koers varen en niet afhankelijk zijn van de grillen van het Kremlin.

Een ziedende Stalin probeerde Tito daarop te laten vermoorden, wat mislukte. Na de dood van Stalin werd een briefje in zijn bureaula gevonden. „Als je niet stopt met het sturen van moordenaars, stuur ik er een naar Moskou, en zal ik je geen tweede hoeven te sturen.” Tito durfde dus Stalin te trotseren. Onder Chroesjtsjov werden de betrekkingen tussen Joegoslavië en de Sovjet-Unie dan wel genormaliseerd, maar echt hartelijk werden ze nooit.

Barbaarse strijd

Van het dozijn leiders dat Kershaw presenteert, was Tito de enige die als overwinnaar aan de macht kwam in zowel een wereldoorlog als gelijktijdig in een burgeroorlog – „en niet vanuit een betrekkelijk veilig hoofdkwartier op afstand van onmiddellijk gevaar, maar vanuit de frontlinie van de barbaarse strijd”, aldus Kershaw. Tito was een uitzonderlijk krachtige persoonlijkheid die zijn partizanen naar de overwinning voerde. Hij ging voorop in de frontlinies en moedigde zijn gestaalde kaders aan. Zijn charismatische persoonlijkheid en zijn prestaties vormden de grondslag van zijn legitimiteit bij het volk.

Bij de andere elf stuwde hun charisma hen ook naar de top, zij het in andere en ook heel uiteenlopende omstandigheden. Lenin, Mussolini, Hitler (indirect), Churchill en De Gaulle kwamen allen aan de macht, gedeeltelijk althans, als gevolg van een oorlog. De Gaulle kampte hierbij met rivaliserende aanspraken van het Vichyregime. Franco verwierf zijn macht door de overwinning in de Spaanse Burgeroorlog, maar nam niet deel aan de Tweede Wereldoorlog.

Bizarre cultus

Nadat ze eenmaal in het zadel zaten, sloegen sommige leiders door. Net als Tito creëerden Stalin, Mussolini, Hitler en Franco een bizarre cultus om zich heen, die werd aangewakkerd door hun aanhang. Mussolini was de eerste in de vorige eeuw die de massamedia op grote schaal inzette voor eigen gewin. De Ducecultus had zelfs een uitgesproken pseudoreligieus aspect. Veel Italianen zagen Mussolini als een soort god die hun in de schoot was geworpen en juichten het toe dat hun Benito zich als een herrezen Caesar met ontbloot bovenlijf liet fotograferen.

Met generaal Franco in Spanje was het niet veel anders. De ”caudillo” was de belichaming van de moed en deugd die nodig waren om de natie en het rooms-katholieke geloof te beschermen tegen vrijmetselaars, Joden, atheïsten, republikeinen en socialisten, daarin gesteund door het Vaticaan. Zelf had Franco het gevoel dat hij door de Voorzienigheid was uitverkoren als redder van Spanje.

Scheiding

Grofweg is er in het boek een scheiding te maken tussen dictators en democratisch gekozen leiders. Onder de eersten behoren de revolutionaire Lenin, grondlegger van de bolsjewistische staat in Rusland. Vervolgens Mussolini als het vleesgeworden fascisme, Hitler als aanstichter van wereldoorlog en genocide, Stalin als brenger van huiveringwekkende terreur over zijn volk, Tito als ongekroonde, in weelde badende koning van Joegoslavië en Franco als nationalistische kruisvaarder.

Onder de tweede categorie vallen de Britse oorlogsheld Churchill, de man van het herstel van de Franse grandeur De Gaulle, de opbouwer van West-Duitsland Adenauer, de poetsvrouw van Engelands glorie en winnaar van de Falklandoorlog Thatcher, de sloper van de Sovjet-Unie Gorbatsjov en de kanselier van de eenheid Kohl.

Maar zelfs democratisch gekozen leiders zijn van nature geneigd tot het kwaad als ze onvoldoende beteugeld worden. Ook zij kunnen meedogenloos optreden jegens tegenstanders – denk aan Churchill en De Gaulle. Of ze opereren eigenmachtig en autoritair zonder ruggespraak, zoals Adenauer, De Gaulle, Churchill en Thatcher, aldus Kershaw. Churchill sympathiseerde tijdens de Tweede Wereldoorlog met Stalin, in wie hij niet de gruwelijke persoonlijkheid ontwaarde die zijn land onderdompelde in massaal bloedvergieten. Of neem Adenauer, die in 1951 persoonlijk, zonder goedkeuring van zijn kabinet, instemde met een aanzienlijke financiële compensatie voor de nationaalsocialistische misdaden tegen de Joden. Of neem De Gaulle, die in 1962 zijn persoonlijke macht vergrootte door de grondwet in zijn voordeel te wijzigen. Ook deze leiders maakten ongelooflijke blunders, bijvoorbeeld door in een oorlog zelf op de stoel van de generaal te gaan zitten. Een smet op de reputatie van Adenauer is bijvoorbeeld dat hij voormalige nazi’s in de nieuwe Duitse democratie integreerde. En de enige vrouw in Kershaws gezelschap, Margaret Thatcher, raakte zo bedwelmd door de arrogantie van de macht dat ze totaal ongevoelig werd voor elk tegendraads of kritisch opbouwend advies en daardoor, verblind, verkeerde afslagen nam.

Kershaws twaalf politieke leiders kwamen bovendrijven in een tijdperk van revolutie, onrust en crisis. Vaak waren zij onaanzienlijk, op het eerste gezicht soms zelfs onopvallende figuren. Wel hadden allen min of meer gemeen dat ze langdurig aan de macht waren, en dat ze die macht, waaraan ze verkleefd waren, niet graag afstonden. Thatcher, Kohl en Gorbatsjov stierven in respectievelijk 2013, 2017 en 2022. Bij zijn dood in augustus dit jaar werd Gorbatsjov mondiaal overstelpt met loftuitingen, maar werd hij in eigen land in het algemeen afgewezen. Toch was juist hij, aldus Kershaw, meer dan wie ook een persoon die de geschiedenis van Europa baanbrekend heeft veranderd – ten goede.

Grimmig antisemitisme

In dit boek beschrijft Kershaw hoe elk van genoemde twaalf leiders een stempel op Europa probeerde te drukken. Misschien laat hij daarmee indirect iets zien van wat we te vrezen hebben als de machtshonger van huidige leiders haaks staat op de wil van de Almachtige. Daarom alleen al is dit boek een aanrader voor iedereen die zich bekommert om de tijd waarin wij leven – denk daarbij aan het ”ieder-voor-zich”, het grimmige antisemitisme en het oplaaiende oorlogsgeweld.

Boekgegevens
”Persoonlijkheid en macht. Politieke leiders die het moderne Europa veranderden”, Ian Kershaw; uitg. Unieboek Het Spectrum; 528 blz.; € 39,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer