Mars voor het Leven onverminderd noodzakelijk
Abortus moet een mensenrecht worden, vindt D66. De Tweede Kamer ontving donderdag een wetsvoorstel dat de regering oproept zich sterk te maken voor het recht op abortus. Wereldwijd sterven elk jaar 39.000 moeders als gevolg van „een onveilige abortus”, aldus D66.
Dat zijn er 39.000 te veel. Maar abortussen zijn niet alleen onveilig voor moeders, ook voor kinderen. Tegenover de 39.000 moeders staan meer dan 40 miljoen levens van ongeboren kinderen, duizend keer meer dus.
De vraag om abortus tot mensenrecht te verheffen, is al oud. Wie het ongeboren leven beschouwt als een klompje cellen zonder eigen identiteit, kan de redenering erachter ook wel begrijpen. In landen waar de mogelijkheid tot abortus zeer beperkt is, gaan vrouwen soms over tot alternatieve methodes om het leven van hun kind te beëindigen, met alle gevolgen van dien. De zorg over deze praktijk is terecht. D66 spreekt daarbij over „onveilige” methodes. Dat verraadt dat voor hen alleen de veiligheid van de moeder meeweegt.
De partij wil dat Europa het eerste continent wordt waar „iedere inwoner toegang heeft tot veilige en betaalbare abortuszorg.” Het recht op abortus moet daarom verankerd worden in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Tegenover het recht op bescherming van de moeder staat echter een ander recht: het recht op leven van het ongeboren kind. De huidige wetgeving hierover is weliswaar niet eenduidig, maar in artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens staat dat ieder mens recht heeft op leven. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar in het licht van de abortusdiscussie blijkt hoe belangrijk het is dat zo’n recht omschreven wordt. Eerder sprak het Hof voor de Rechten van de Mens uit dat het ongeboren kind ook een mens is en dus bescherming verdient. Een van de kernwaarden van D66 is „de vrijheid van ieder individu om naar eigen keuze het leven in te richten.” Echter, als deze vrijheid de vrijbrief wordt voor abortus, tast die het fundamentele recht op leven van een ander individu, het ongeboren kind, aan. Of dat kind dan wel of niet gewenst is, doet niet ter zake.
Dat de sociaal-liberalen juist in de Week van het Leven met een wetsvoorstel komen om abortus toegankelijker te maken, onderstreept de noodzaak van de Mars voor het Leven, deze zaterdag. Het blijft onverminderd nodig elke Nederlander ervan te doordringen dat het bij een abortus niet gaat om het verwijderen van een klompje cellen. Ook de telkens terugkerende discussie over de wakers bij abortusklinieken laat zien hoe vertekend de beeldvorming rond abortus is. Naast voortdurend gebed vanwege deze nationale zonde is een gepaste vorm van protest noodzakelijk.
Zonder iets af te doen van de ernst van het lijden door alternatieve abortuspraktijken, móeten de ogen opengaan voor de gruwelijke gevolgen van ‘gewone’ abortussen. Jaarlijks overlijden zo’n 10 miljoen mensen aan kanker, 20 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten, en 39.000 moeders en meer dan 40 miljoen ongeboren kinderen aan abortus. Wereldwijd gezien is abortus dus met stip de belangrijkste doodsoorzaak.