Steeds meer vrouwen en kinderen opgehaald uit Syrische kampen
Nog niet eerder werden zoveel vrouwen en kinderen door hun eigen land gerepatrieerd uit Syrische kampen in voormalig IS-gebied. In 2022 gaat het tot nu toe om 517 personen, melden de Koerdische autoriteiten. Nederland haalde vorige week nog 12 vrouwen en 28 kinderen terug.
Veel landen waren lang terughoudend om mensen terug te halen die vrijwillig naar het IS-kalifaat waren gereisd, onder meer uit angst voor terroristische aanslagen door geradicaliseerden. Maar internationale organisaties voerden de druk op, omdat de leefomstandigheden in de kampen in Syrië slecht zijn, zeker voor kinderen. Volgens de Koerden zijn de kampen veel te vol en breekt er geregeld geweld uit.
Frankrijk repatrieerde dit jaar al ruim honderd mensen, nadat het op de vingers werd getikt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het Straatsburgse hof besloot dat Frankrijk opnieuw moest beoordelen of twee moeders en hun kinderen recht hadden om terug te keren naar het land. Ook de Verenigde Naties hebben de Franse regering bekritiseerd om hun weigering burgers te repatriëren. Zowel in Frankrijk als in Nederland zijn de vrouwen overgedragen aan justitie en de kinderen aan jeugdbescherming.
Desondanks zitten er volgens de Koerden nog meer dan 10.000 buitenlandse vrouwen en kinderen in de kampen in het noordoosten van Syrië. Mensenrechtenorganisaties roepen landen op om hun burgers zo snel mogelijk terug te halen. Nederland haalde eerder al zes vrouwen en zestien kinderen terug en zegt nu geen terugkeerverzoeken meer te hebben van mensen in Syrië.