Buitenland

„Oerbevolking overleefde zeebeving”

De inheemse volken op de Andamanen en Nicobaren, een geïsoleerde eilandengroep in de Golf van Bengalen, hebben de zeebeving in Azië waarschijnlijk overleefd. Dat zegt Survival International (SI) uit Londen, een organisatie die opkomt voor de belangen van kwetsbare inheemse bevolkingsgroepen.

Jim Lobe (IPS)
5 January 2005 11:33Gewijzigd op 14 November 2020 02:04

Volgens SI hebben vier van de vijf meest geïsoleerde bevolkingsgroepen op de eilanden, de Jarawa’s, Onges, Sentinelezen en de Groot-Andamanesen, de ramp redelijk goed doorstaan. Van een vijfde groep, de 380 leden tellende Shompens, is dat nog niet bekend.

Omdat zij in de bossen leven en niet aan de kust, verwacht SI echter dat er een goede kans is dat ze de tsunami hebben overleefd.

De 30.000 Nicobarezen, de grootste en meest geïntegreerde groep, leden de grootste schade. Alle twaalf dorpen op het eiland Car Nicobar werden weggevaagd en volgens berichten zijn 3500 bewoners omgekomen of vermist.

Sophie Grig van SI verwacht dat de geïsoleerde bevolkingsgroepen hun gemeenschap relatief snel weer kunnen opbouwen, omdat ze geen uitgebreide infrastructuur hebben. „Ze leven van de jacht en zijn voor huizenbouw niet afhankelijk van anderen. Zolang ze voldoende drinkwater hebben, gaat het leven voor hen gewoon door.”

De bewoners kiezen volgens Grig zelf voor een geïsoleerd leven. „Ze hebben duidelijk gemaakt dat ze onafhankelijk willen blijven van buitenstaanders en verdedigen hun land tegen kolonisten. Als we hulp aanbieden, zullen ze die waarschijnlijk afslaan”, zegt zij.

De Andamanen en Nicobaren, eilanden die onder Indiaas bestuur vallen, liggen geografisch gezien dichter bij Birma en Thailand. De eilandengroep strekt zich uit over 700 kilometer en ligt ongeveer 650 kilometer ten noorden van het epicentrum van de zeebeving, die het leven kostte aan nu al bijna 150.000 mensen.

Volgens de laatste berichten is de dood van 1000 bewoners van de 550 eilanden officieel bevestigd. Onder die doden bevinden zich ook een paar honderd militairen van een Indiase luchtmachtbasis. Hulporganisaties voorspellen dat het aantal slachtoffers nog kan oplopen tot 20.000. In totaal wonen 300.000 mensen op de eilanden.

De eilanden zijn het thuis van enkele van de oudste bevolkingsgroepen uit de Steentijd. De Jarawa’s, Onges, Sentinelezen en Groot-Andamanezen zijn van Afrikaanse afkomst en zouden zich duizenden jaren geleden op de eilanden gevestigd hebben. Ondanks hun uiterlijke overeenkomsten en geografische nabijheid verstaan ze elkaars talen niet.

Over de 270 Jarawa’s, die tot het einde van de jaren negentig volledig geïsoleerd leefden in het westelijke deel van zuidelijke en centrale Andamaneilanden, is weinig bekend. Alleen dat ze leven in groepen met veertig tot vijftig leden, dat ze op wilde zwijnen, hagedissen en vis jagen en zaden, bessen en honing verzamelen.

De grootste bedreiging voor de Jarawa’s vormde de komst van kolonisten, nadat in 1970 een weg werd aangelegd door hun bossen. In mei 2002 besloot het Indiase hooggerechtshof dat de weg moest worden afgesloten en dat de kolonisten, die hout kapten en wild stalen van de Jarawa’s, moesten vertrekken. De overheid maakt echter geen haast dat besluit uit te voeren. Volgens SI blijkt uit berichten uit het gebied dat de Jarawa’s zich waarschijnlijk in de bossen bevonden toen de zeebeving toesloeg.

De Onges, die sinds 1976 leven in twee door de overheid gebouwde nederzettingen op de Kleine Andamanen, zouden gevlucht zijn naar hoger gelegen gebieden. Ze krijgen momenteel hulp van een gemeenschap uit de buurt. De Onges telden in 1901 nog 600 leden, nu zijn dat er ongeveer 100.

Op grond van helikoptervluchten boven het eiland Sentinel, waar de meest geïsoleerde stam woont, wordt geconcludeerd dat de bewoners daar de zeebeving hebben overleefd. Een overvliegende helikopter werd begroet met pijlen en stenen. Omdat zo weinig bekend is over de naar schatting 50 tot 250 bewoners, kan SI echter niets met zekerheid zeggen over hun lot.

Ook over de 41 Groot-Andamanezen, die 48 kilometer ten noorden van Port Blair, de hoofdstad van het eiland Groot-Nicobar, leven, zijn nog geen betrouwbare berichten binnengekomen. Veel Groot-Andamanezen werden in het midden van de negentiende eeuw gedood door de Britse kolonisten. Van de 6000 Groot-Andamanezen waren er aan het begin van de twintigste eeuw nog 625 over.

De Nicobarezen, die net als de Shompens afstammen van de Mongolen, hebben hun traditionele gewoonten grotendeels opgegeven en zijn vrijwel volledig geassimileerd met de kolonistengemeenschap van Car Nicobar; 98 procent is christen, de rest moslim. In tegenstelling tot de andere bevolkingsgroepen houden de Nicobarezen zich vooral bezig met tuinbouw. Een deel van de Nicobarezen werkt bij de overheid of in de particuliere sector.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer